Het uitzicht dat we hebben en de horizon die zichtbaar is in ons geestesoog hangt af van hoe we de wereld begrijpen. Het hebben van een visie en het cultiveren van een vooruitziende blik zijn niet vanzelfsprekend. Het zijn vaak prestaties. Het is de manier waarop we met onszelf en met de wereld omgaan. Hier zijn een paar aantekeningen uit de Brief aan de Romeinen waarmee je je eigen horizon kunt verkennen. Kun je dat voor jezelf vaststellen? Kun je het wegleggen voor anderen?

Opvattingen over mezelf

  • Ik ben geliefd, ongeacht wat er achter mij ligt (Rom 5:8)
  • God is 100% getuige van mij, namelijk door Christus Jezus, onwrikbaar en zeker (Rom 8:31-39)
  • Maar moge de God van vertrouwen u vervullen met alle vreugde en vrede in het geloven, zodat u overloopt van vertrouwen, “in de kracht van de Heilige Geest” (Rom 15:13 KNT).
  • Maar de God van vrede zij met u allen! Amen! (Rom 15:33)

Opvattingen over anderen

  • Daarom, zoals er door de ene overtreding veroordeling was voor alle mensen, zo is er ook door het ene oordeel rechtvaardiging van het leven voor alle mensen (Rom 5:18)
  • De schepping zelf zal bevrijd worden uit de slavernij van het verderf tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God (Rom 8:21)
  • God omvat allen in weerbarstigheid, zodat Hij Zich over allen kan ontfermen (Rom 11:32)
  • Van Hem, door Hem en tot Hem is het Al. Amen! (Rom 11:36)

Horizons

Welke horizon hebben we en welke horizon bevorderen we in onze gesprekken, huisgroepen, gemeenten en kerken? Is er een vooruitzicht en een vertrouwen dat zo verbluffend is dat we dat waar nodig vreugdevol en zonder arrogantie kunnen delen? Zodat andere mensen ook kunnen deelnemen? Hebben we een visie die anderen omvat of sluiten we anderen uit door zogenaamd betere kennis? Leven we vanuit Gods genade en leiden we daarin, of eisen we rechtvaardigheid en het volgen van regels, aannames en bepaalde wereldbeelden?

Dit zijn de vragen waar het om gaat als we vruchtbaar in de wereld willen staan. Hoe herkennen we onszelf in de genade van God en hoe zien we deze wereld in dezelfde genade van God (Kol 4:6)? Of maken we hier verschillen? Verdelen we ons in “wij” en “zij, de anderen”? Delen we Gods kijk op deze wereld en Zijn vooruitzichten? Denken we dat het mogelijk is dat deze wereld, die Zijn wereld is, ook door Hem rechtgezet zal worden? Dit lezen we bijvoorbeeld in de Brief aan de Romeinen en in vele andere passages in de Bijbel.

Een experiment van God?

Voor sommigen is de wereld een experiment van God, iets dat uit Zijn hand is geglipt. De zonde was een ongeluk. God probeert nu te redden wat er nog te redden valt en de resterende 95% is voor altijd verloren. Is dat echt een vooruitziende blik? Of is dat meer een ramp in het denken? De Bijbel geeft alle reden om te geloven dat onze God en Vader het uitstekend kan vinden met Zijn schepping. We kunnen redeneren dat de zondeval geen ongeluk was en dat God er op geen enkele manier door verrast werd. Hij was altijd God. Hij had altijd het overzicht. Het is tenslotte Zijn wereld waarop we lopen.

En deze God heeft goede plannen voor Zijn wereld. Hij heeft het duidelijke doel om op een dag “alles in allen” te worden (1Cor 15,28). Alles in ons en alles in alle anderen. Geen verschillen meer. Al met al. Niet alles gebeurt vandaag, niet alles morgen, maar met een vooruitziende blik zal Hij zeker Zijn doel bereiken – zoals ook wordt getuigd in de Bijbelverzen hierboven. Er zijn nog veel meer van zulke verzen. Want dan is de wereld geen uit de hand gelopen experiment van God, maar het is een wereld die volledig afhankelijk is van Hem, waar Paulus over spreekt als hij getuigt op de Areopagus in Athene:

“De God die de wereld en alles wat zich daarin bevindt geschapen heeft, Hij, de Heer van hemel en aarde, woont niet in tempels die met handen gemaakt zijn, noch wordt Hij door mensenhanden gediend, alsof Hij iets nodig zou hebben; toch geeft Hij zelf leven en adem en al het overige aan allen. Hij heeft ook elke natie van de mensen uit één op de hele oppervlakte van de aarde laten wonen. Hij heeft voor hen vastgestelde termijnen en grenzen van verblijf vastgesteld, opdat zij God zouden zoeken, of zij Hem zouden zoeken en vinden, hoewel Hij niet ver van ieder van ons is; want in Hem leven wij, en bewegen wij ons, en zijn wij …”.
Handelingen 17:24-29

We kunnen lezen wat deze toespraak deed. Sommige Grieken worden door deze boodschap aangesproken en geloven, terwijl anderen debatterend wegrennen. Dus ik denk dat deze reactie ook deel uitmaakt van deze wereld waarin we leven. Dit weerhield Paulus er echter niet van om er in veel van zijn brieven op te wijzen dat God toch Zijn doel bereikt. God heeft de leiding. Dit is een integraal onderdeel van de Paulinische brieven. Er zit visie in, vertrouwen, kennis van God en begrip van Christus.

“De laatste vijand die moet worden verdreven is de dood… Maar als het Al aan Hem ondergeschikt is, dan zal de Zoon zelf ook ondergeschikt zijn aan Hem die het Al aan Hem ondergeschikt heeft gemaakt, opdat God alles in allen zal zijn.”
1Cor 15,26-28

“Want waarlijk, er is nog een einde, en dan zal jullie hoop niet vernietigd worden.”
Spr 23:18

“Alles wat Hij mooi heeft gemaakt in zijn tijd, zelfs heeft Hij de eeuwigheid in zijn hart gelegd, alleen doorgrondt de mens niet het werk dat God heeft gedaan, van het begin tot het einde.”
Prediker 3:11

Het is het einde dat telt.
Er is de visie die naar het heden reikt.