Uitverkiezing is geen populair onderwerp. Uitverkiezing wordt echter wel genoemd in de Bijbel. Het heeft een negatieve bijsmaak gekregen door strikte ideeën waarin sommige mensen voorbestemd zijn om goed te zijn. In een dubbele uitverkiezing zijn sommigen voorbestemd tot redding en anderen tot verdoemenis. Niemand heeft de mogelijkheid om aan dit lot te ontsnappen omdat God machtiger is dan de mens. We zijn aangekomen bij dubbele predestinatie.
Het idee dat God mensen tot iets verordineert lijkt op het eerste gezicht op het spreken over uitverkiezing, zoals Paulus doet in Efeziërs. Er zou echter een belangrijk verschil kunnen zijn. Wanneer mensen over predestinatie praten, komen deze overwegingen meestal voort uit een bepaald theologisch milieu. Paulus was echter niet bekend met de christelijke cultuur van latere eeuwen. Hij was bezig de eerste versie van een christelijke cultuur te vormen. De vraag hier is hoe hij dit deed, welke ideeën hij gebruikte om het vorm te geven. Als we Paulus en zijn brieven vergelijken met latere ideeën, kunnen we gemakkelijk significante verschillen identificeren.
- Het belang van menselijk gedrag
Voor zover ik kan zien, komt het gepraat over predestinatie uit twee richtingen:- Evangelisch: Hier heerst de aanname dat de mens beslist waar hij de eeuwigheid doorbrengt. Als iemand gelooft, zal hij gered worden en naar de hemel gaan. Als hij niet gelooft, zal hij niet gered worden en in de hel belanden. Voorbestemming kan tegen deze achtergrond herkend worden, maar dit kan vaak alleen achteraf gezien worden. Als je gelooft, besef je met een blik in je achteruitkijkspiegel dat je erbij hoort, dat je “voorbestemd” was. Dit is ongeveer hoe Romeinen 8:28-30 wordt uitgelegd.
- Calvinist: Ook hier staat de mens centraal, maar de aanname is dat de mens niets kan bijdragen. Het onvermogen van de mens maakt redding onmogelijk. De mens is nu afhankelijk van een God die meer rechtvaardigheid eist dan dat Hij liefde kan verspreiden. Een onvoorspelbare en vaak wraakzuchtige God eist genadeloos wat de mens niet kan leveren. Hoewel de boodschap van Jezus Christus een mogelijkheid tot verlossing biedt, hangt het van de willekeur van een willekeurig heersende God af of deze wordt toegekend. Hier heerst onzekerheid.
- De betekenis van goddelijke actie
Paulus is van een andere categorie dan de twee eerder genoemde ideeën. De apostel gaat niet over mensen. Het gaat over God en Zijn Christus. God handelt, Hij zegent ons in Christus. Wat volgt is slechts een voorbeeld van deze realiteit.
Beide eerste twee visies plaatsen mensen in het middelpunt, omdat mensen alles of niets kunnen bijdragen. Dit is echter iets heel anders dan wat Paulus beschrijft. Het verschil tussen het spreken over predestinatie aan de ene kant en uitverkiezing, zoals Paulus het schetst, ligt in de basis van de aannames. In een goednieuwsboodschap staat niet de mens en zijn kunnen of niet kunnen centraal, maar God en zijn kunnen. Het evangelie van genade spreekt over wat God doet, niet over wat van de mens wordt verlangd. Paulus heeft een andere basis dan veel latere pogingen tot uitleg.
Verkiezing in Christus
In Efeziërs begint Paulus te spreken over hoe God ons zegent in Christus (Ef 1:3) en voegt er dan aan toe:
“Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, vóór de nederwerping der wereld, opdat wij zouden heilig en onbesmet zijn in Zijn ogen.”
Ef 1:4
In dit vers wordt uitverkiezing genoemd. Dit is echter niet het onderwerp van deze paragraaf. Het gaat niet over ons, het gaat niet over een doctrine van uitverkiezing of andere zulke dingen. Wij staan niet centraal in de verklaring. Vers 4 is simpelweg een uitleg van vers 3, dat gaat over hoe God ons zegent in Christus. Vers 4 is hier een voorbeeld van en niets meer dan dat.
God zegent ons in Christus, “zoals Hij ons in Hem heeft uitverkoren vóór de nederwerping van de wereld”. Paulus beschrijft hier de manier waarop God ons zegent in Christus. Dit blijkt volgens Paulus onder andere uit het feit dat “Hij ons in Hem heeft uitverkoren vóór de nederwerping van de wereld “. Net als in vers 3 ligt de nadruk op wat God in Christus doet. Dat is het goede nieuws voor ons. Het goede nieuws is dat God ons “in Hem heeft uitverkoren”. God kiest ons in Christus, en niet wij kiezen onszelf (let op: de focus ligt op Gods acties).
God kiest ons niet als doel in Zichzelf, maar wil ons bekrachtigen in het hier en nu: “opdat wij heilig en onberispelijk zijn voor Zijn aangezicht”. Paulus heeft het niet over verlossing uit een hel of verlossing voor een hemel, of dat er iets plaatsvindt in een hiernamaals. We zijn gezegend door God in Christus en dat moet in dit leven zichtbaar zijn door heilig en onberispelijk te zijn voor Zijn aangezicht.
Hier moet ook worden benadrukt dat deze heiligheid en onbevlektheid geen inspanning van onze kant is, maar dat God ons in Christus zo kiest. Het feit dat we als heiligen en onberispelijk voor God kunnen leven is geen verwijzing naar verdienste, geen mandaat voor een supervrome levensstijl, maar een indirecte nadruk op Gods zegen in Christus. Dit zou er, tenminste als concept, toe moeten leiden dat we heilig en onberispelijk zijn voor Zijn aangezicht. Zolang God ons in Christus ziet, is dit natuurlijk het geval. Dit blijft echter zo omdat God ons al heeft uitverkoren in Christus toen we nog niet bestonden en goed noch kwaad konden doen. Onze betrokkenheid is daarom niet relevant. De zegen van God, waarmee Paulus in het vorige vers begon, blijft bestaan omdat die niet van ons afhankelijk is.
Voor de val van de wereld
Er is deze vertaling “prostratie van de wereld”. Het wordt echter vaak vertaald als “fundament van de wereld”. Niederwurf (Grieks katabole) is de etymologische vertaling uit het Grieks. Het woord Grundlegung is een interpretatieve vertaling. Hoe het Griekse woord geïnterpreteerd moet worden kan op verschillende manieren begrepen worden. Sommigen verbinden het met de stichting en dus de schepping van de wereld. Anderen interpreteren dit als een moreel verval en een verwijzing naar de intrede van de zonde in deze wereld (met een verwijzing naar Openb. 13:8).
Voor beide interpretaties valt iets te zeggen. Er is echter geen samenhangende uitleg van deze term in de Bijbel. Nergens staat een sectie die de term in een bredere context uitlegt. Je zou er eerder op kunnen wijzen dat de term in verschillende contexten iets anders wordt gebruikt (vgl. bijvoorbeeld Heb 4:3-4 met Heb 11:11). Overigens geldt dit voor de meeste bijbelse termen. Slechts zelden vinden we zo’n gedetailleerde beschrijving van iets in één hoofdstuk, zoals Paulus samenhangend schreef over de opstanding en het levend maken (1 Korintiërs 15).
Ik ben van mening dat een betere definitie van dit woord interessant is, maar niet doorslaggevend voor het begrijpen van de uitspraken van Paulus. In geen geval kan een doctrine over deze term worden afgeleid uit een ondergeschikte bijzin en voorbeeld. Paulus onderwijst hier niets over een neerwerping of fundering van de wereld. Het is echter duidelijk dat hij het woord gebruikt. In context: Hij spreekt over de manier waarop God ons zegent in Christus en maakt duidelijk dat we daar zelf niets mee te maken (kunnen) hebben. Paulus verwijst naar God en Zijn werk. Al het andere moet op de achtergrond blijven.
Verkiezing
Verkiezing wordt vaak gekoppeld aan iemands uiteindelijke bestemming. Niet zo bij Paulus, maar in veel theologische opvattingen. Uitverkiezing wordt vaak beschreven alsof het een einddoel impliceert dat we door uitverkiezing moeten bereiken. Verkiezing lijkt dan zoiets als de zekerheid van overwinning. Het probleem met zulke uitspraken is hierboven al genoemd: Het zijn uitspraken waarin de persoon en zijn ervaring centraal staan. Het is antropocentrisch denken. Hoewel dit het religieuze instinct van de mens vervult, heeft het niets te maken met het goede nieuws waar Paulus het hier over heeft. Mensen staan niet centraal. Als deze wereld “Gods wereld” is, als Hij werkelijk “God” is en deze benaming verdient, dan gaat het over Zichzelf. Wij staan niet in het middelpunt omdat Hij in het middelpunt staat. Paulus wijst hier consequent op. Paulus’ theologie is niet antropocentrisch, maar Christocentrisch en daarom theocentrisch.
In de Bijbel is uitverkiezing geen doel op zich, maar een middel om een doel te bereiken. Zij die uitverkoren zijn, worden een kanaal voor Gods daden. De uitverkorenen werden niet gekozen vanwege goed gedrag of speciale vroomheid, maar ze werden en worden gekozen zodat ze iets kunnen vertegenwoordigen en vertellen. Geselecteerde mensen doen dit voor de betreffende doelgroep.
Lees meer over wat verkiezing betekent in het volgende artikel: