Op het keerpunt in het boek Job is het de moeite waard om een uitweiding te maken. Want de vragen van Job houden mensen al sinds mensenheugenis bezig

Is er een antwoord op lijden?

Er is een bekende theologische vraag over Gods rechtvaardigheid in onze wereld. Het gaat specifiek over Gods antwoord op lijden. De vraag is:

“Als God almachtig en rechtvaardig is, en als God liefde is, waarom verandert Hij dan niets aan het lijden in deze wereld?”

Deze vraag wordt “theodicee” genoemd en houdt veel mensen al sinds de oudheid bezig. Het is een soortgelijke vraag als die waar Job doorheen gaat. Job ervaart dit echter niet vanuit een algemeen perspectief, maar vanuit een direct persoonlijk perspectief. Hij filosofeert niet – hij lijdt zelf.

De kwestie van theodicee

Theodicy lijkt uit slechts 3 delen te bestaan, namelijk:

  1. Gods almacht en rechtvaardigheid
  2. Gods liefde
  3. het lijden in de wereld

Zolang we alleen uitgaan van deze drie parameters, kan de vraag waarschijnlijk niet worden opgelost in de uiteindelijke analyse. Net zoals Job de vraag naar de oorzaak van zijn lijden niet zelf kon oplossen.

De kwestie van de theodicee kan in zekere zin worden vergeleken met de situatie van Job in de eerste hoofdstukken. Laten we proberen ons in te leven in de situatie zoals Job die heeft ervaren. Er komt een bericht binnen dat zijn zonen en dochters zijn omgekomen. Zijn oogst is verloren. Er komen nog veel meer tegenslagen in zijn leven totdat hij zelf ook ziek wordt. Job lijdt – en begrijpt het niet.

De vrienden van Job beschuldigen God, maar uiteindelijk begrijpen ze ook niets. Dit is precies de situatie van theodicy.

Maar er zit iets verborgen in het verhaal van Job. Want de theodicee verbergt iets in de vraag. Waar gaat het precies over? Het is de verwachting dat een almachtige en liefdevolle God het lijden in de wereld “nu” zou moeten oplossen. De factor tijd maakt deel uit van de theodicee, ook al wordt hij niet expliciet genoemd. De vraag is eigenlijk of een almachtige en liefdevolle God het lijden van de wereld niet “nu” en “onmiddellijk” zou “moeten” oplossen. Deze onmiddellijke verwachting is begrijpelijk, leidt tot de kwestie van theodicee, maar gaat volledig voorbij aan mogelijke andere oplossingen. Want als God de problemen later volledig oplost, is het dan opgelost?

De stilte van God

Job lijdt. God had geen reden om Job zo te laten lijden (Hi 2:3). Maar God zwijgt. Op het moment dat het slechte nieuws komt, verandert er niets. En het werd nog erger voor Job. Maar vandaag is niet bepalend voor morgen en als God vandaag zwijgt, betekent dat niet dat we helemaal niets meer van Hem zullen horen. Dit is echter niet meteen duidelijk.

Aan het begin horen we over het lijden van Job. Aan het einde van het verhaal van Job is de situatie echter drastisch veranderd. Toen greep God zelf in:

“En de Heer veranderde Jobs lot.”
Hoi 42,10

Pas aan het einde leerde Job dat de Heer vol mededogen en barmhartig is. Zijn ervaring was verbijsterend: “Van horen zeggen had ik van u gehoord, maar nu heeft mijn oog u gezien” (Hi 42:6). Job kreeg een indrukwekkende ervaring van Gods aard en werk. Maar er is meer. Er verandert ook iets in de praktijk. Over de omstandigheden van het leven leren we: “En de Heer zegende het latere leven van Job meer dan zijn vroegere” (Hi 42:12).

God handelt soeverein

Theodicy wordt beantwoord vanuit het verhaal van Job dat God soeverein handelt in de tijd. Hij staat boven alles en hoeft zich voor niemand te verantwoorden. God is genadig, maar dat is niet elke dag zichtbaar. Alleen het einde van Gods wegen met Job laat dit zien. We kunnen deze les op veel plaatsen in de Bijbel terugvinden.

We moeten niet stoppen bij onze persoonlijke verlossing. Uiteindelijk is dat niet het doel van God. God zelf is het doel. Hiervoor heeft Hij ons bevrijd. Jobs begrip wordt ook in deze richting gecorrigeerd.

Een bevrijde kijk op Gods doel bevrijdt onszelf en geeft vertrouwen en kracht in het dagelijks leven. Als we zien hoe God verlossingsgeschiedenis maakt van de geschiedenis – door Jezus Christus – staan we elke dag midden in die geschiedenis. We erkennen niet alleen dat Hij ons leven, adem en alles geeft (Handelingen 17:25), maar ook dat Hij daarbuiten een levende relatie met ons onderhoudt terwijl Hij Zijn verlossingsplan uitwerkt.

Gods eigen doel

God betrekt ons dag na dag in dit verlossingsverhaal.

“Want Hij heeft ons gered en geroepen met een heilige roeping, niet op grond van onze werken, maar op grond van zijn eigen voornemen en genade die ons in Christus Jezus gegeven is vóór de eeuwigheid.”
2Tim 1,9

Deze beschrijving is onafhankelijk van onze huidige situatie, onafhankelijk van het feit of we succesvol zijn in het leven, of we gezond of ziek zijn, of we al 40 jaar of slechts 40 dagen ons vertrouwen op Hem stellen. God werkt ook soeverein in onze levens. Soeverein betekent: Niet altijd op de manier die ik wil of kan bedenken. Maar ook soeverein in genade en met vele beloften. We staan niet alleen in Gods verlossingsplan, maar heel concreet in zijn verlossende werk.

Op het moment dat Job zegt “maar nu heeft mijn oog u gezien”, was de uiterlijke levenssituatie nog niet opgelost. Toch was dat het beslissende besef. Wat we nu uit de Bijbel leren, kunnen we gemakkelijk toepassen op ons eigen leven en onze eigen verwachtingen: Gods perspectief geeft persoonlijk perspectief.

Vragen uitwisselen

  • Lees en bespreek 2 Kor 4:6-18