Als je een idee wilt krijgen van waar de term “eeuwigheid” in de Bijbel over gaat, moet je teruggaan naar de grondtalen Hebreeuws en Grieks.

Het woord voor eeuwigheid in het Oude Testament (olam)

Het Hebreeuwse woord dat in het Oude Testament herhaaldelijk wordt vertaald als “eeuwigheid” is “olam” (bijvoorbeeld Gen 3:22). Het stamwoord komt van het Hebreeuwse werkwoord “alam”, wat “verbergen” betekent. Een olam is een tijdperk met een nog verborgen einde. Bijvoorbeeld in Deuteronomium 15:17. Er is sprake van een man die als slaaf moest werken, maar volgens de wet na 6 jaar weer vrij kon worden. Als hij geen gebruik wil maken van deze vrijheid, bijvoorbeeld omdat zijn vrouw en kinderen nog steeds als slaven dienen bij dezelfde meester, dan zou hij zich voor de rest van zijn leven kunnen vastleggen. Het ging als volgt:

“Dan zult gij een priem nemen en die door zijn oor in de deur steken, en hij zal voor altijd uw slaaf zijn (hb. olam); en gij zult ook uw slavin zo behandelen.”
Deut 15:17

Het is precies hetzelfde woord dat elders vertaald is met eeuwigheid. In de context is het echter gemakkelijk om te zien dat het hier gaat om het leven van de slaaf, niet om een eindeloze eeuwigheid. Het woord “olam” is echter een toepasselijke uitdrukking omdat het nog niet bekend is hoe lang de man of vrouw zal leven. De tijd van zijn heengaan is nog verborgen. Dit “olam” is een tijd met een nog verborgen einde, in context zoiets als “mensenleven”. De man of vrouw zal vrijwillig als slaaf werken “voor het leven” of “voor het leven”. Dit is hun “olam”.

Het feit dat de vertaling op dit punt niet “eeuwigheid” is maar “voor altijd” laat het probleem zien voor de lezer die geen middelen heeft om de basisteksten te achterhalen. Wie geen hulpmiddelen heeft, kan uit veel vertalingen niet afleiden waar een woord vertaald is als “eeuwigheid” en waar het heel anders vertaald is. Het verband dat duidelijk is in het Hebreeuws of in het Grieks, is verborgen in de vertaling. Het is ook duidelijk uit dit voorbeeld dat de vertaling bedoeld is om eindeloosheid uit te drukken op een bepaald punt, en duidelijk beperkt is op een ander punt. Dit zijn tegenstrijdigheden die in die tijd niet bestonden voor de schrijver of voor de lezer. Ze konden overal naar hetzelfde woord verwijzen, wat ook betekent dat dit woord geen tegenstrijdige betekenis kon hebben.

Het woord voor eeuwigheid in het Nieuwe Testament (aion)

In het Nieuwe Testament wordt het Griekse “aion” gebruikt in plaats van “olam”, vertaald als “aeon”. Zelfs een eon is niet onbeperkt. De discipelen vragen Jezus bijvoorbeeld wat het teken is voor het einde van deze huidige aeon:

“Toen Hij was neergezeten op de Olijfberg, kwamen Zijn discipelen, toen ze alleen waren, naar Hem toe en vroegen: “Zeg ons, wanneer zal dit zijn en wat is het teken van Uw aanwezigheid en van het einde van de Aeon?”
Mt 24,3 (Concordant Nieuw Testament, KNT)

In veel vertalingen wordt dit vertaald als “einde van de wereld” (vertaling in: Luther, Hope for All, Schlachter 2000, New Geneva Translation, NGÜ, Good News, Einheitsübersetzung, New Life, New Evangelistic Translation). De uitdrukking lijkt niets meer met tijd te maken te hebben, laat staan met eeuwigheid. Hier doet zich hetzelfde probleem voor dat hierboven is beschreven voor het Oude Testament: Het wordt selectief vertaald. Dit maakt onbevooroordeelde bijbelstudie moeilijk, zo niet onmogelijk. Zoals altijd zijn vertalingen die dicht bij de basistekst staan nuttig. De Herziene Elberfelder Vertaling spreekt eenvoudig en nauwkeurig over de “voleinding van het tijdperk” (Mt 24:3).

Consequent theologisch geïnterpreteerd zou hier moeten staan dat de discipelen vroegen naar het einde van de eeuwigheid. Maar dat zou een absurde vraag zijn als de eeuwigheid eindeloos was! Dus hier hebben we drie uitvoeringen die niet meer van elkaar konden verschillen:

  1. Einde van de wereld
  2. Het einde van de eeuwigheid
  3. Afsluiting van het huidige tijdperk of aeon

Laten we vervolgens eens kijken naar enkele concepten van tijd in de Bijbel:

  • Tijdsconcepten in de Bijbel