“Eeuwig leven” is een concept dat diep geworteld is in onze christelijke cultuur. Terloops gezegd zou dit eeuwige leven zoiets zijn als “eindeloos leven”. Zo wordt het meestal begrepen. Of dit zo is, wordt niet betwijfeld. Dit “eeuwige leven” is een axioma, het wordt als vanzelfsprekend beschouwd. Maar de Bijbel spreekt er heel anders over.

Eeuwigheid is een onderwerp dat al in veel artikelen aan bod is gekomen (onderwerppagina: “Tijd en eeuwigheid”). Zoals bijna geen enkele andere term heeft deze het christelijke zelfbegrip gevormd. Niet zelden gaat het over een afspraak die je met God maakt. Wie gelooft ontvangt dit eeuwige leven, volgens de aannames. Geloof is de betaling, het werk. Eeuwig leven is het product dat God voortbrengt en dat wij ontvangen. Dit gaat gepaard met het inzicht dat dit eeuwige leven het doel van God is. Het doel is niet God zelf, maar wij zijn het doel. De mens zal onsterfelijk worden.

Het is moeilijk om niet op te merken dat dit allemaal over consumentisme gaat. Het gaat om het geschenk, meer dan om de gever. In de Bijbel is het echter precies andersom. Daar gaat het altijd om de Gever en het geschenk is er zodat we God kunnen leren kennen in Zijn wezen en Zijn werking.

Kwantificering van geloof

Degenen die aandringen op “eindeloosheid” beoordelen de uitspraken van de Bijbel verkeerd. Het oorspronkelijke woord spreekt niet van eindeloosheid. De herinterpretatie van de woorden kwam pas met Tertullianus (155-ca. 220 na Chr.). Van hem kwamen verschillende leringen en concepten die voorheen niet bestonden. Tertullianus woonde in Carthago, waar hij deel uitmaakte van de theologische school. De opvattingen van deze school hebben de overhand gekregen in de Westerse Kerk. De ideeën van Tertullianus omvatten de veronderstelde eindeloze eeuwigheid. Tertullianus herinterpreteerde de term voor het eerst en verklaarde dat hij “eindeloos” was. De herinterpretatie komt tot stand via de Latijnse taal. Hier worden de hb. olam en de gr. aion een eindeloosheid. Wat hieruit voortkwam is nu een algemeen geloofsartikel: vandaag de dag gaat de term “eeuwigheid” over een kwantificering van het geloof, waarin duur het belangrijkste kenmerk wordt.

Wat van God komt, wordt vandaag “eeuwig” genoemd, spreekt “eindeloos”. Dit heeft vele gevolgen. Argumentaties zeggen dat God oneindig is, dus dat de eeuwigheid oneindig is. Dit is natuurlijk een cirkelredenering en heeft niets met de Bijbel te maken. De Bijbel spreekt over heel andere dingen.

Het Hebreeuwse olam of het Griekse aion zijn begrippen van tijd, die het gemakkelijkst te vergelijken zijn met de term “leeftijd”. De Elberfelder vertaling heeft in oudere edities altijd “leeftijd” geschreven. In de huidige edities werd hier “eeuwigheid(en)” geschreven en alleen de voetnoten laten een ander beeld zien. Eerst stond er “age” en tegenwoordig is het meestal het gegermaniseerde woord “Äon”.

Er is natuurlijk een reden waarom het woord “eeuwigheid” zo’n voetnoot krijgt. Wat uitstekend is, is dat men nu direct naar het oorspronkelijke woord verwijst. “Aeon” is een gebruikelijke term en wordt ook al sinds mensenheugenis gebruikt in de (wetenschappelijke) literatuur. Het Concordant Nieuwe Testament heeft dit Griekse “aion” consequent weergegeven als “eon”. Alleen op deze manier kan de bijbellezer er zelf achter komen wat er in de verschillende contexten wordt bedoeld.

Het toekomstige tijdperk

In de bijbelse conceptuele wereld is er de tegenwoordige tijd en een toekomstige tijd. Deze toekomstige tijd wordt door de profeten gezien als radicaal verschillend van de huidige tijd. Er zal geen oorlog meer zijn, geen miskramen, geen mislukte oogsten die de mens in hongersnood storten. Deze tijd moet in het teken staan van rechtvaardigheid. Het is de tijd waarin de Messias moet leiden.

Aan de ene kant wordt de mens in de huidige tijd geconfronteerd met onrecht, lijden en dood, maar aan de andere kant kent de Bijbel ook een toekomstige tijd op aarde waarin deze dingen worden vervangen door gerechtigheid, vrede en leven. Het bijbelse getuigenis leeft van dit contrast.

Jezus sprak in deze zin in Zijn gelijkenissen:

“Maar de zorgen van deze tijd en de verleiding van rijkdom verstikken het woord, zodat het onvruchtbaar wordt.”
Mt 13,22

“Want de zonen van deze aeon zijn wijzer in het omgaan met hun generatie dan de zonen van het licht.”
Lc 16,8

De vooruitzichten van Israël hadden echter betrekking op de nieuwe tijd, het messiaanse koninkrijk. Daarom vroegen de discipelen bijvoorbeeld:

“Zeg ons, wanneer zal dit zijn en wat is het teken van Uw aanwezigheid en de afsluiting van de aeon?”
Mt 24,3

De discipelen wisten dat de huidige tijd voltooid moest zijn voordat ze verder konden gaan. Jezus reageert hierop met Zijn verhandeling over de eindtijd, die twee hoofdstukken beslaat (Mt 24 en Mt 25). Alles wat Jezus hier uitlegt markeert de overgang van deze aeon, die voltooid zal zijn, naar de volgende aeon van het messiaanse koninkrijk.

Een eon is een tijdperk. Het gaat over een bepaalde afdruk van die tijd. Als de afdrukken veranderen, kun je een ander tijdperk zien. Het is als een toneelstuk met verschillende acts. Een deel wordt gespeeld, dan is er een overgang naar de volgende act. Het verhaal ontvouwt zich. In de Bijbel is het niet anders.

De belofte aan de discipelen

Nu komen we bij een opvallende uitspraak van Jezus. Zijn discipelen vroegen Hem wat hun deel moest zijn als ze Jezus volgden. Jezus’ antwoord legt uit wat “eeuwig leven” is.

Toen begon Petrus Hem te vragen: “Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd: Wat zal ons deel zijn? Jezus antwoordde hem: “Voorwaar, Ik zeg u: Er is niemand die zijn huis, broers of zusters, vader of moeder, vrouw of kinderen, of akkers heeft verlaten omwille van Mij en omwille van het evangelie, die dit niet honderdvoudig zal terugkrijgen: nu, in deze periode, huizen, broers en zussen, moeder en vader, kinderen en velden – onder vervolgingen -. en in de komende aeon aeonisch leven”.
Marcus 10:28-30

Jezus verwijst hier naar twee tijden: Deze tijd en de tijd die komen gaat. De komende tijd, dat is de “komende eon”. Het zou een beetje vreemd zijn als we hier zouden spreken van “de komende eindeloosheid”. We hebben al gelezen dat de discipelen hadden gevraagd naar het einde van deze aeon en net zoals de huidige aeon niet eindeloos is, wordt dit niet gezegd van de komende aeon.

Eeuwig leven kan beter omschreven worden als “aeonisch leven”. En dit eonische leven is wat de discipelen wordt beloofd voor de komende aeon. Met andere woorden, het aeonische leven is het leven van de komende aeon.

Het aeonische leven is het leven van de komende aeon.

Hier gaat het niet om duur, niet om een hoeveelheid (“eindeloosheid”), maar om een kwaliteit (“er zijn”). Jezus belooft zijn discipelen dat ze er zullen zijn. Er wordt je beloofd dat je in het Messiaanse koninkrijk het leven van dat koninkrijk zult ontvangen.

Dus geen woord over eindeloosheid op dit punt. Wanneer de vervulling van het Messiaanse Koninkrijk plaatsvindt, zullen de discipelen daar zijn.

Hoe lang duurt het “aeonische leven”?

Als nu eerst duidelijk wordt dat “eeuwig leven” niet “eindeloos leven” betekent, kan men niet de omgekeerde conclusie trekken dat “eeuwig leven” nu toch beperkt is. Want dat is niet waar. Eindeloosheid wordt niet gedefinieerd door het woord “eeuwig” (namelijk “aeonisch”).

Dit is het geval: “Eeuwig” is geherinterpreteerd als “eindeloos”. De termen “aeon” en “aeonian” werden gekwantificeerd. Ze werden gedefinieerd in een eindeloosheid. Daarom maken we de link met een duur. Als we deze valse link doorbreken, gaat het nog steeds niet over duur. Het gaat eerder over een kwaliteit, over “horen bij het messiaanse tijdperk”. Duur was geen probleem. Maar hierdoor verliezen we geen onsterfelijkheid, want dat is iets heel anders. Maar alles in orde:

Het is verbazingwekkend dat de discipelen dit antwoord op deze manier accepteerden. Voor hen was dat duidelijk genoeg. Tot nu toe werden ze niet geplaagd door ideeën over “eindeloosheid”. Laten we niet vergeten dat Jezus heel specifiek over het Messiaanse koninkrijk spreekt. Matteüs noemt dit, in navolging van de profeet Daniël, het “koninkrijk van de hemel”. Het is een koninkrijk op aarde, beloofd aan Israël. Paulus legt in Romeinen uit dat het Jezus’ taak aan Israël is om hierover te spreken (Rom 15:8).

Jezus houdt zich niet met “alles” bezig, maar wel met een deel van het verhaal. Jezus spreekt bijvoorbeeld niet over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, maar zowel Jesaja als Petrus en Johannes in Openbaring doen dat wel. Hier moeten we leren differentiëren, zodat we leren om elke uitspraak op zijn eigen merites te beoordelen. Niet iedereen heeft het over precies dezelfde dingen in de Bijbel. Wie hier geen rekening mee houdt, creëert een onzalige puinhoop.

Als ik op deze uitspraken van Jezus wijs, en dat het niet om kwantiteit maar om kwaliteit gaat, is het niet ongewoon dat mensen meteen reageren met een vraag: “Dus we hebben geen eindeloos leven? Het is duidelijk waar de vraag vandaan komt. Men is zo vertrouwd met de term “eeuwig” dat dit “eindeloos” zou betekenen, dat men het begrip van geloof op deze herinterpretatie heeft gebaseerd. Volgens velen is de kwintessens van bijbelse betrouwbaarheid dat bepaalde dingen “eindeloos” zijn. Niet een relatie met God, maar eindeloos leven zou het doel zijn. Je werd op het verkeerde been gezet. Hoe zit het nu?

De Bijbel spreekt van “eonen”, van eeuwen (Ef 3:11). Wat bij deze tijdperken hoort, is de horizon van het geloof. Het is wat God heeft geopenbaard, vaak in slechts een paar woorden. Het woord “aeonisch” verwijst vaak alleen naar de toekomstige aeon, hoewel er meerdere zijn. We lezen bijvoorbeeld:

“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg jullie: Als iemand Mijn woord bewaart, zal hij in geen eeuw de dood zien.”
Johannes 8:51

Dat is geen beperkende verklaring. Het betekent niet, zoals sommigen nu ten onrechte concluderen, dat we “daarom” moeten sterven aan het einde van de toekomstige aeon. Dit is kortsluiting. Laten we niet vergeten dat Jezus specifiek over de toekomstige eon sprak. Dit is de tijd van het koninkrijk. Daar had hij het over. Dat is de horizon in Zijn uitspraken. Dit was zijn opdracht aan Israël (Mt 15:24).

We moeten een deel van de weg niet verwarren met de rest van de weg. De komende aeon duurt opnieuw tot een omwenteling en oordeel. Dan lezen we in Openbaring 20:11 e.v. over de Grote Witte Troon en dat er daarna een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zullen zijn. Een nieuw tijdperk breekt aan. Dat er verschillende toekomstige eonen zijn, lezen we bijvoorbeeld in Efeziërs 2:7. Paulus schrijft over een “doel van de eonen” (Ef 3:11) dat in zijn geheel moet worden voltooid.

Zal “eeuwig leven” nu beperkt zijn tot één eon? Nee, maar dat wordt niet gegarandeerd door het woord “eeuwig”. Er is een verandering in denken nodig. We lezen eerder dat dit sterfelijke op een dag onsterfelijkheid zal aandoen (1Cor 15:54). Hieruit kunnen we zien dat het leven doorgaat.

Visie

Paulus heeft de breedste visie in de Bijbel. Hij kijkt verder dan elke andere schrijver. Alleen Paulus kijkt naar het uiteindelijke doel van God als hij schrijft dat zodra de dood als laatste vijand zal zijn weggedaan (1Cor 15:26), Christus het Koninkrijk zal overdragen aan zijn God en Vader (1Cor 15:27) en God dan alles in allen zal zijn (1Cor 15:28). Er zal geen dood meer zijn. Wanneer de dood is afgeschaft, vindt het laatste deel van het levend maken van alle mensen plaats (1Cor 15:22-24). Dan zal het leven en de onvergankelijkheid voor iedereen aan het licht worden gebracht:

“God, die ons gered heeft en ons geroepen heeft met een heilige roeping, niet naar onze werken, maar naar Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de aeonische tijden, maar nu, door de verschijning van onze Redder Christus Jezus is geopenbaard, die de dood afschaft en leven en onvergankelijkheid aan het licht brengt door het evangelie, waarvoor ik [Paulus] werd aangesteld als heraut, apostel en leraar van de naties.”
2Tim 1:9-10