Heroverwegen is moeilijk. Theologische rechtvaardigingen zijn vaak slechts geconstrueerde projecties, geen werkelijke betrokkenheid bij de tekst. Om menige doctrine te rechtvaardigen worden afzonderlijke Bijbelteksten aangehaald die niets te maken hebben met het vermeende onderwerp. Teksten worden misbruikt om precies te zeggen wat de leer beweert. Dit geldt vooral voor hardnekkige leerstellingen die met geen woord in de Bijbel worden genoemd. Bijvoorbeeld dat het woord “eeuwig” zoiets betekent als “eindeloos”.

De eeuwige tegenstellingen

Tijd en eeuwigheid zijn twee concepten die tegenover elkaar staan. Maar het concept van eeuwigheid blijft vaag. Eens is het tegenovergestelde tijd, dus zou het “tijdloosheid” moeten zijn. Aan de andere kant wordt eeuwigheid ook begrepen als eindeloosheid, d.w.z. een tijd zonder einde. Sommigen beschrijven “eeuwigheid” als tijd, anderen als iets anders dan tijd. Dit zijn concrete tegenstrijdigheden.

Weer anderen definiëren het Hebreeuwse olam en het Griekse aion als een tijdperk, maar tegelijkertijd als eindeloze eeuwigheid. Dit is niet alleen verwarrend, maar ook opzettelijk misleidend:

  1. Je buigt vertalingen om ze in overeenstemming te brengen met de doctrine.
  2. Men leeft met tegenstrijdigheden en wijst ze niet aan.

Beide punten zijn een terugkerend probleem in veel theologische geschillen. Er zijn al verschillende essays geweest in de serie over “Tijd en Eeuwigheid” (in de rechterkolom). De term heeft geen tegenstrijdige betekenissen in de Bijbel, ook al zijn er verschillende schakeringen. Met andere woorden, dezelfde basisbetekenis wordt aangepast aan de context, maar niet op een manier die tegenstrijdigheden creëert.

Problematische inconsistentie in vertalingen

In de meeste vertalingen worden de termen “olam” (hb.) en “aion” (gr.) vertaald als eeuwigheid. Dit gebeurt echter niet consequent. Degenen die geen vertaling hebben die dicht bij de basistekst staat, of die het onderwerp niet elders bestuderen, zullen misleid worden door deze vertalingen. De woorden zijn slechts selectief vertaald als eeuwigheid. Waar de eindeloosheid niet past, vertaalt men anders. Dit verbergt de betekenis voor de bijbellezer.

Eeuwig is niet eindeloos, maar velen willen daar niet mee leven. Het kasteel in de lucht is te mooi. De verwachting dat gelovigen “eindeloos leven” zullen hebben en dat alle anderen een “eindeloze kwelling” in de hel tegemoet gaan, zit te diep geworteld. Dit is de last van de termen “eeuwig” en “eeuwigheid”. Het gaat niet om de uitdrukking van een situatie, maar het zou om de duur moeten gaan. In het bijzonder wordt van gelovigen gezegd dat ze “eeuwig goed af zijn”, terwijl ongelovigen “eeuwig verdoemd blijven”. Dit wordt zelfs gehandhaafd wanneer men anders predikt dat God liefde is. Is dat niet ongelooflijk?

De vertaling van de oorspronkelijke termen is een herinterpretatie en verbalisering van deze uitspraken, waarin de fictieve eindeloosheid muteert in een indicator van gelukzaligheid en ernst. Termen werden verkeerd gebruikt en opnieuw geïnterpreteerd. Eindeloze eeuwigheid wordt de ISO-norm van geldige theologie en een gedenkteken voor goddelijke consistentie. Harde theologieën maken niet alleen harde harten, maar ook vreemde sprongen.

Eeuwigheid wordt de ISO-norm van geldige theologie en een gedenkteken voor goddelijke consistentie.

In de context van het Oude en Nieuwe Testament hebben de woorden een veel soberder betekenis. In het Oude Testament wordt de term ongeveer gebruikt voor het leven van een persoon. Dit leven is beperkt, zelfs als je het einde niet kent. Jezus spreekt in het Nieuwe Testament over de komende aeon als het Messiaanse Tijdperk. De profeten hadden hierop gewezen. Sommige vertalingen spreken dan van “eeuwigheid” in deze context. Dit veroorzaakt natuurlijk problemen. Jezus sprak alleen over het komende tijdperk, niet over een eindeloosheid. Dit koninkrijk zou gevestigd worden door de Messias. Het was een koninkrijk van hemelse oorsprong, maar het zal op de hele aarde gevestigd worden (Dan 2:44; Dan 7:27). Dit was het “koninkrijk van de hemel”, dat niet bedoeld was “in” de hemel, maar “op” de aarde.

Geen sponsachtige eindeloosheid, maar concrete situaties werden bedoeld. Hoewel men niet wist hoe lang zo’n periode zou duren, kon men de inprenting wel doorgeven. Het idee van een “eeuwig leven” is gerelateerd aan deze messiaanse verwachting. Het gaat om kwaliteit, niet om kwantiteit. Jezus beloofde zijn discipelen een “aeonisch leven” in de “komende aeon” (Mc 10:30). “Eeuwig leven” is het leven van het komende tijdperk. Wie had dat gedacht?

Om het anders te zeggen: Wie eeuwig leven is beloofd, heeft uitzicht op een toekomstige tijd waaraan hij dan zal deelnemen. Het betekent niet dat je nooit zult sterven.

De argumenten begrijpen

Degenen die pleiten voor een eindeloze eeuwigheid zullen hiervoor slechts een paar teksten kunnen aanhalen. Het idee van een eindeloosheid kwam niet uit de Bijbel, maar werd er veel later in geprojecteerd. Het hele getuigenis van de Schrift over het gebruik van de termen “olam” en “aion” kan niet gedefinieerd worden in een paar teksten. Er is zeker een verschil in gebruik. Maar het gaat er niet – op geen enkel moment – om dat deze term een eindeloosheid uitdrukt. Daarom kunnen voorstanders van deze eindeloze eeuwigheid niet met woordstudies komen. Ze komen alleen met losse teksten en cirkelredeneringen. Als je je dit realiseert, wordt het gemakkelijker om de Bijbel voor jou te laten spreken en de traditie achter je te laten.

Voorbeeld

Tijdelijk en eeuwig

“Het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig.”
2Cor 4,18

Deze zin komt uit een brief van de apostel Paulus. Deze zin wordt vaak aangehaald om de eindeloosheid van de eeuwigheid te “bewijzen”. Hiervoor moet de tekst uit zijn verband worden gerukt en mag men onder geen beding terugkeren naar de basistekst.

Waarom wordt zo’n tekst geciteerd? In veel doctrines, waaronder de doctrine van een eindeloze eeuwigheid, worden voortdurend cirkelredeneringen gemaakt over bijbelse uitspraken. Men onderzoekt niet de woorden, de verzen, de contexten, maar leidt uit teksten af wat men er van tevoren al over weet. Eerst is er een eisegese (invoeging), die vervolgens leidt tot een zeer specifieke exegese (interpretatie).

Men citeert zulke teksten ook omdat er maar een paar teksten zijn die eindeloosheid op deze bevooroordeelde manier toestaan. Men maakt dus geen fundamentele studie van het woord en zijn betekenis, maar leidt af uit de traditie zodat het traditionele beeld behouden blijft. De zojuist genoemde tekst wordt ook misbruikt voor dit doel.

Gezichtspunt 1: Eindeloosheid wordt hier bewezen

“De tekst contrasteert tijdelijk en eeuwig.” Het contrast wordt hier verondersteld te zijn tussen “tijdelijk” en “eeuwig”. Dit wordt dan verondersteld te bewijzen dat eeuwigheid oneindig is, omdat tijd dat duidelijk niet is. In de context verwijst men naar zichtbare dingen die tijdelijk zijn – maar voorbijgaan – en onzichtbare dingen die verondersteld worden eeuwig te zijn – en waarschijnlijk niet voorbijgaan.

Gezichtspunt 2: Dit gaat niet over eindeloosheid

Als je naar de tekst kijkt, staat er niet eindeloosheid, maar wordt een woord vertaald als “eeuwig”. In gezichtspunt 1 neemt men op het eerste gezicht aan dat de vertaling “eeuwig” correct is, en daarom wordt dit een cirkelredenering. Dat is geen rechtvaardiging.

Dit is een rechtvaardiging:

Als je deze passage wilt volgen, hoef je het contrast niet weg te halen, want dat staat in de tekst. Je moet je echter afvragen wat het contrast zou moeten zijn. Want: “eeuwig” heeft te maken met “eeuwigheid” (Mc 10,30). Of neutraler: aionios (aeonisch) heeft te maken met aion (aeon). In de Bijbel wordt niet één keer bij deze woorden gezegd dat het om een eindeloosheid gaat. We lezen bijvoorbeeld: God heeft al vóór de eonen gehandeld (1Cor 2,7). God maakte alle eonen door de Zoon (Heb 1:3). Hij troont dus over alle eonen (1Tim 1,17), maar is niet beperkt tot de eonen. Er zijn eonen voor ons (Heb. olam. Prediker 1:10). De huidige eon schat Paulus in als slecht (Gal 1,4). Jezus spreekt over de komende eon (Mt 12,32), de komende eon (Luc 18,30). Er zijn verschillende toekomstige eonen (Ef 2:7) en alle eonen worden eenmaal voltooid (Heb 9:26).

Deze en andere teksten bewijzen dat er niet één eindeloze eeuwigheid is. En essentieel: er zijn tijden voor en na de eeuwigheden. De woorden “olam” en “aion” omvatten niet alles, maar zijn slechts het kader voor het plan van de eonen, die God in Christus heeft gemaakt (Ef 3:11). Deze resolutie is voltooid, wat Gods werk en doel vertegenwoordigt. Als de eonen “eindeloos” zouden zijn, zou God waarschijnlijk nooit het doel bereiken. Dat zou vreemd zijn, want we lezen over dit doel in 1Cor 15,27-28.

Samenvattend zou je kunnen zeggen dat de eonen de langste tijdsperioden zijn die in de Bijbel worden genoemd. Ze hebben allemaal hun eigen kenmerken. De kenmerken zijn doorslaggevend, niet de exacte duur. Samen vormen de eonen het tijdelijke kader waarbinnen de ontwikkeling van deze wereld en Gods handelen daarin plaatsvindt. Het is als het ware het toneel van de heilsgeschiedenis.

Hoe men deze verzen ook interpreteert, ze suggereren niet dat de woorden “olam” en “aion”, met al hun afgeleiden, ook maar in de verste verte een eindeloosheid uitdrukken. Wie dit voor het eerst ziet, kan zoiets als een theologische aardverschuiving ervaren. Dit is niet gemakkelijk, maar wel belangrijk als je de Bijbel wilt doorgronden. Wat is dan het contrast in de bovengenoemde tekst? Wat moet er gezegd worden?

Als tijdelijk aan de ene kant staat, wat betekent eeuwig dan aan de andere kant? Het helpt om het woord voor tijd in het Nieuwe Testament te controleren. Het Griekse woord pros-kairon (etym. voor [eine] tijd) kan worden weergegeven als tijdelijk. Het Concordant Nieuwe Testament vertaalt het ook als “wispelturig” in Mt 13:21 en Mk 4:17. In Hebreeën 11:25 wordt het weergegeven als “tijdelijk”. Het gaat om een korte tijd, een tijdelijke kans. Zo wordt het ook gebruikt in 2Cor 4:17-18:

“Want de kortstondige lichtheid van onze beproeving brengt voor ons een aeonische zwaarte van heerlijkheid teweeg die alles te boven gaat en tot de overtreffende trap leidt, omdat we niet letten op wat gezien wordt, maar op wat niet gezien wordt. Want wat wordt aanschouwd is [ist kurz] tijdelijk, maar wat niet wordt aanschouwd is aeonisch.”
2Cor 4,17-18

Eenvoudig gezegd gaat het over een korte beproeving tegenover een lange heerlijkheid. Kort versus lang. Niet “tijdelijk versus eeuwig”. Het thema is geen discussie over de duur van eonen, maar over een korte en op dit moment ervaren vervolging, maar een toekomstige tijd tegemoet die alles wat ze nu meemaken in de schaduw zal stellen.

Wordt de eeuwigheid in leven gehouden vanwege de hel?

Honderden jaren lang werden mensen de kerk ingeslagen met dreigementen over de hel. Het idee van een hel is hardnekkig. Degenen die ontdekken dat de Bijbel nergens spreekt over een hel van het middeleeuwse type kunnen zich er desondanks vaak nauwelijks van losmaken. Dit is het geval omdat het niet om één concept gaat, maar om een smörgåsbord van opvattingen die allemaal met geen woord in de Bijbel worden genoemd. Eindeloze eeuwigheid” is er daar één van.

Velen denken zo: Als men de “dienst van het geloof” verricht, beloont God dit met “eeuwig leven”. Als je niet gelooft, zul je “eeuwig gestraft” worden in de hel. Eeuwigheid is een essentieel onderdeel van de doctrine van de hel. Als men de Schrift onderzoekt op deze dingen, dan zal men ontdekken dat de hel niet bestaat en dat de veronderstelde “eeuwigheid” een foute vertaling is.

Zij die de hel achter zich laten gaan door een proces van herprogrammering. Het idee van de hel is verbonden met talloze andere zaken. Het is een theologische constructie, een kaartenhuis dat bestaat uit vele individuele kaarten. Al deze zaken samen hebben vorm gegeven aan de druk en het geestelijk misbruik waar veel mensen onder lijden, vaak tientallen jaren lang. Als je dicht bij de Bijbel wilt blijven en de hel achter je wilt laten, ontkom je er niet aan om de termen “eeuwigheid” en “eeuwig” te onderzoeken.

In veel theologie is eeuwigheid een “permanent thema”. Het idee van een eindeloosheid heeft te maken met “duur”. De Bijbel gaat echter over een nieuwe tijd, met een nieuwe afdruk. De Bijbel gaat niet over eindeloosheid. Het idee van een eindeloosheid is alleen maar droefheid op de lange termijn. De bijbelse verklaringen zijn echter nuchter, veelzijdig en vertellen over een toekomst die het onderzoeken waard is.

Wat hadden de mensen in de Bijbel in gedachten?