Wanneer en waarmee begint het kwaad in deze wereld? Dit is een lastige vraag die helaas gemakkelijk tot verhitte discussies kan leiden. Niemand van ons was erbij toen het kwaad deze wereld binnenkwam. Kwam het van buitenaf? Kwam het van binnenuit? Was God verrast door het kwaad? Of heeft Hij het zelfs “mogelijk gemaakt”, of zelfs “veroorzaakt”? Dit zijn uitdagende vragen. Het zijn ook vragen over de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor wat er gebeurt. Heeft hier iemand de leiding?

Zegt de Bijbel iets over de oorsprong van het kwaad?

Ja, dat doet ze. Dit is een goed teken, want het kan een concreet antwoord geven op een concrete vraag. In Jesaja lezen we:

“Ik ben de Heer en niemand anders. Buiten mij is er geen God.
Ik omgordt u zonder dat u mij herkent, zodat men herkent
van het opkomen en ondergaan van de zon,
dat er niemand anders is dan ik.

Ik ben de Heer – en niemand anders -,
die het licht vormt en de duisternis schept,
die vrede sticht en rampspoed creëert.
Ik ben het, de HEER, die al deze dingen bewerkt.”
Jesaja 45:6-7

Het laatste vers spreekt over het feit dat Hij die alle dingen maakt zowel vrede bewerkt als “rampspoed” creëert. In plaats van onheil staat er “kwaad” (hb. וּבֹ֣ורֵא רָ֑ע ,“en creëert [das] kwaad”). Het woord voor “scheppen” is hetzelfde als voor de schepping van hemel en aarde.

Het antwoord op de vraag “Waar komt het kwaad vandaan?” is dus: God schept het kwaad. Dit is de tekst. Het gaat er niet om of het bij me past of niet. Velen erkennen God als de bron van zowel goed als kwaad. Dit is niet iets nieuws. Ze geloven dat vanwege deze verklaring. Ik heb dit gelezen bij zowel Joodse als Christelijke auteurs. De reden hiervoor wordt gegeven in de context: God is boven alles. Er is alleen Hem. Hij is de bron van alle dingen. Volgens dit is Hij verantwoordelijk voor alles. Hij is God.

Dit zijn sterke argumenten. Toch ziet niet iedereen dat zo.

Aan de ene kant zijn er mensen die – analoog aan deze tekst – aannemen dat God verantwoordelijk is voor alles, inclusief goed en kwaad. Jouw beeld van God heeft ruimte genoeg voor beide kanten. Hij kan bijvoorbeeld ook de boom van de kennis van goed en kwaad planten (Gen 2:9). Hij is God.

Maar er zijn ook Christenen die een ander beeld van God hebben. In dit godsbeeld is God exclusief verantwoordelijk voor het goede. Het populaire, bagatelliserende gepraat over de “lieve God” suggereert dit al. Het kwaad wordt uitbesteed aan Satan. Dit creëert een tegenstelling tot God, zoiets als een “tweede God” naast de Almachtige. Een verdeling van verantwoordelijkheden, zogezegd: God is goed. Satan is slecht.

Zulke opvattingen over God zijn er in overvloed in de oudheid en tot op de dag van vandaag. De strijd tussen goed en kwaad is diep geworteld in veel culturen. In de populaire cultuur wordt er ook veel over gesproken, bijvoorbeeld in de “Star Wars” filmreeks, die gaat over de strijd tussen goed en kwaad. Er kunnen nog veel meer dingen worden genoemd.

Christenen noemen God vaak “Almachtig”, maar een verrassend aantal stopt bij het kwaad. Plotseling wordt iemand anders verondersteld verantwoordelijk te zijn.

Met deze korte beschrijving kan het spanningsveld waarin dergelijke vragen aan bod komen, worden bekeken. Uiteindelijk gaat het niet om de vraag zelf, maar om de reikwijdte van de bevoegdheid, en dit verklaart het begrip van God. Het begrip van God is het echte probleem. Christenen noemen God vaak “Almachtig”, maar een verrassend groot aantal stopt bij het kwaad. Plotseling wordt iemand anders verondersteld verantwoordelijk te zijn. Dit is echter in tegenspraak met de bijbelse verklaringen volgens welke Hij de leider is in alle zaken.

Is God “uitsluitend goed”?

Het artikel “Is God uitsluitend goed?” behandelde al een verduidelijking van ons concept van God. Jezus stelde in Lucas 18 dat “alleen God” goed is (Luc 18:19). Dit is echter iets anders dan dat God “uitsluitend goed” is. Het idee dat God “uitsluitend goed” is ontneemt God Zijn almacht en alwetendheid. Zij die volhouden dat Satan de auteur van het kwaad is, kunnen er niet omheen dat Satan het begin van alle kwaad zou zijn. Het is een poging om God te bevrijden van alle jurisdictie.

Maar hoe kon het zover komen? Was Satan niet ook door God geschapen? Was niet elke mogelijkheid voor ontwikkeling of niet-ontwikkeling al bekend bij God? Laten we proberen ons de gevolgen van deze vragen voor te stellen. Er zijn nu twee mogelijkheden:

  1. God was verrast door Satans “val” in zonde en door de “boze”.
    (Sindsdien probeert hij de creatie te repareren, met mager succes).
  2. God was niet verrast, maar Hij heeft alles in Zijn handen
    (Jes 45:7 en andere teksten suggereren dat Hij betrokken is. Hij heeft dus de leiding).

Maar de verwarring rond de aanname dat God alleen verantwoordelijk is voor het goede, is begrijpelijk. Men heeft de goedheid van God leren kennen en men verafschuwt het kwaad. De implicatie is dan dat God geen kwaad doet. Maar – hier is het verschil: als God het kwaad schept (volgens Jes 45:7), betekent dit niet dat Hij ook het kwaad doet. Degenen die hierdoor in verwarring raken, leiden God misschien af uit hun eigen menselijke waarneming. God is echter heel anders. Hij is niet menselijk. Ook Job moest dit leren, die zeer slechte dingen meemaakte (Job 42:1-6).

Het lijkt menselijk dat wanneer God wordt genoemd als de schepper van “het kwaad”, we Hem onmiddellijk kwade daden toeschrijven. Daar gaat het echter niet om. Heeft God niet de macht om het ene vat tot heerlijkheid te maken en het andere tot oneer (Rom 9:21)? Je moet niet overhaast proberen om God slechts eenzijdig te zien. Deze vermenging van menselijke perceptie en het vervagen van Gods almacht leidt tot aannames over God die in tegenspraak zijn met de Bijbel. Er is geloof voor nodig om bijvoorbeeld Jesaja 45:7 serieus te nemen. Jesaja heeft hier blijkbaar geen probleem mee, want de profeet laat het getuigenis binnen het kader van Gods almacht. Het is geen tegenspraak omdat het over God gaat. God kan dat doen.

Afgezien van deze overwegingen zijn er verschillende bijbelpassages die stellen dat alles zonder uitzondering van God is:

“Want uit hem en door hem en tot hem zijn alle dingen! Hem zij de glorie tot in eeuwigheid! Amen.”
Rom 11:36

“Er is voor ons één God, de Vader, van wie alle dingen zijn.” (gr. ἐξ οὗ τὰ πάντα).
1Cor 8,6

Evenzo kunnen we lezen dat Hij alle dingen werkt naar de raad van Zijn wil:

“die alle dingen werkt naar de raad van zijn wil”.
Ef 1:11

Als we aannemen dat God exclusief verantwoordelijk is voor het goede, dan zouden we deze en soortgelijke passages moeten uitsluiten. Het bijbelse getuigenis is heel duidelijk: God is God juist omdat Hij verantwoordelijk is voor alles.

God is licht en er is geen duisternis in Hem

Hoewel er zeer sterke argumenten zijn dat God alles in zijn handen heeft en zelfs het kwaad heeft geschapen, zal iemand met een ander begrip van God op zoek gaan naar bijbelse passages die de eerder genoemde passages zogenaamd ontkrachten. Een Bijbelpassage die ik in de loop der jaren heb gehoord is deze:

“En dit is de boodschap die wij van Hem gehoord hebben en u verkondigen: dat God licht is en dat er in Hem geen enkele duisternis is.”
1Joh 1,5

De passage wordt meestal zonder context geciteerd en is bedoeld om uit te drukken dat God niets met het kwaad te maken heeft. Het kwaad wordt helemaal niet genoemd, maar het volgende wordt afgeleid: God is alleen licht en Hij kent geen duisternis. Duisternis is zoiets als kwaad. God heeft dus niets te maken met het kwaad.

Dit is een gevolgtrekking. Het staat daar niet geschreven, noch ergens anders, maar het is afgeleid van iemands begrip van God. Het is een zeer vrije interpretatie die door geen enkele bijbelse passage kan worden ondersteund. Maar omdat deze passage steeds weer genoemd wordt, moet je hem natuurlijk wel serieus nemen in je eigen context. Maar waarom is het in de context van deze verklaring?

  • Het gaat niet over de oorsprong van het kwaad
  • Het gaat over de alledaagse manier van leven.

John schrijft:

“En dit is de boodschap die wij van Hem gehoord hebben en die wij u verkondigen: God is licht en in Hem is geen duisternis. Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en toch in de duisternis wandelen, liegen wij en spreken wij niet de waarheid. Maar als we in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben we gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus zijn Zoon reinigt ons van alle zonde.”
1Joh 1,5-7

Elk Bijbelwoord is waar, maar alleen in zijn eigen context. We kunnen zo’n woord niet willekeurig misbruiken om andere woorden uit de Bijbel ongeldig te maken. Johannes schrijft over de levensstijl van gelovigen en zegt: Jullie (mensen!) kunnen niet zeggen dat je met God leeft en tegelijkertijd een leven van duisternis leiden. Leven en geloof moeten één geheel vormen en elkaar niet tegenspreken. Of met andere woorden: Als God licht is, word jij ook licht in je leven.

God werkt

Zoals in Jesaja 45:7 staat, schept God het kwaad. Dit is een krachtige uitspraak, die natuurlijk veel vragen oproept, maar niettemin duidelijk is. De verklaring is zo duidelijk dat we er niet omheen kunnen. En het is niet de enige verklaring. Er zijn verschillende uitspraken die duidelijk aangeven dat God niet alleen “de goede Heer” is.

“Ik, ik heb ook de spoiler gemaakt om te verwoesten.”
Isa 54,16

Waarom kunnen zulke dingen in de Bijbel staan? Volgens mij zijn daar twee redenen voor. De eerste reden is natuurlijk dat het de werkelijkheid weergeeft. God doet dat. Maar de tweede reden ligt in het begrijpen van Gods wegen en werk. Dit begrip is anders in het bijbelse verslag dan in sommige theologieën. Als Hij boven alles staat, leidt Hij ook alles terug naar Zichzelf (Rom 11:36). Zij die dit niet kunnen geloven staan natuurlijk voor een dilemma: Is God liefdevol of wreed?

Als Hij God is in de ware zin van het woord, dan kan Hij doen wat Hij wil. Hij heeft mijn toestemming niet nodig. Job ervoer dit toen God hem vroeg om een antwoord te geven:

“Toen antwoordde de HEERE Job uit de storm en zei: Wie is het, die raad verduistert met woorden zonder kennis? Gord uw lendenen als een man. Dan zal Ik u vragen, en gij zult Mij onderwijzen. Waar waart gij toen ik de aarde grondvestte? Zeg het mij, als gij verstand hebt!”
Job 38:1-4

Zoals ik de Bijbel begrijp, werkt God in de tijd (Ef 3:11). We zijn nog niet aan het einde van alles, maar alles ligt in Zijn handen. Dit is wat de Bijbelschrijvers uitdragen (bijvoorbeeld Rom 11:36) en ik vertrouw erop dat Hij ook al Zijn beloften zal vervullen. Op een dag zal zelfs de laatste vijand verslagen worden. Dit is niet eens Satan, maar het is de dood (1Cor 15,26). Dan zal God alles in allen zijn (1Cor 15,28). Alles is niet alleen van Hem en door Hem, maar ook tot Hem (Rom 11:36). Als dit het geval is, krijgen alle uitspraken over het kwaad een tijdelijk karakter en geen almachtige werkzaamheid.

De oorsprong van het kwaad wordt in de Bijbel gegeven. De bestemming van Gods wegen wordt ook aangegeven. Als ik mijn vertrouwen heb in een Almachtige God die goed en kwaad in Zijn handen heeft en ook alles naar Zichzelf terugleidt, dan denk ik dat er geen reden is om in paniek te raken, maar juist om dankbaar te zijn.