In het Nieuwe Testament zijn mannen en vrouwen in principe gelijk. Toch heerst er op veel plaatsen nog steeds de opvatting dat mannen iets gelijker zouden moeten zijn dan vrouwen.

Dit wordt onder andere gerechtvaardigd door een uitspraak van Paulus aan Timoteüs, wanneer Paulus schrijft: “Een vrouw leert in stilte in alle onderdanigheid. Daarentegen sta ik niet toe dat een vrouw onderwijst”. Vanwege dergelijke teksten worden vrouwen geweerd uit het leiderschap van de kerk en mogen vrouwen al helemaal geen voorganger worden. Het idee hierachter is: God wil spirituele leiderschapstaken alleen aan mannen geven. Helaas is deze opvatting nog steeds wijdverbreid. Gezien vanuit het perspectief van vandaag is dit buitengewoon vreemd. Wat bedoelde Paulus? Wat moeten we met zo’n tekst? Het staat toch in de Bijbel?

Het gaat om een ideologie

Het idee dat vrouwen niet alles mogen doen in de gemeenschap is niet meer van deze tijd. Voor sommige gelovigen is dit echter juist het bewijs dat hun eigen interpretatie van de Bijbel juist is. Want: tijdgeest is slecht, Bijbel is goed. Natuurlijk is dit enigszins overdreven, maar dit is een punt dat nadere beschouwing verdient. De aannames van de interpretatie spelen een grote rol in de beoordeling. Laten we het in deze post dus hebben over zowel de aannames (en ideologieën erachter) als de bijbehorende bijbelteksten.

Benaderingen begrijpen

Als je wilt begrijpen waarom sommigen de rol van vrouwen in de kerk beperken, helpt het om de context te begrijpen. Dit verwijst naar de kijk op de Bijbel. Het leidt tot aannames, zoals hierboven kort uiteengezet. Sommigen accepteren dat de Bijbel dwars door het hedendaagse begrip van het leven heen gaat. Waarom is dat?

De intentie is prijzenswaardig. Laat dit eerst gezegd worden. Men wil zo dicht mogelijk bij het Woord van God blijven, bij de Bijbel. Alles wat in de Bijbel staat is “waar” en blijft – zo is het idee – “tijdloos geldig”. Men wil echt geloven. In de praktijk betekent dit dat je weet wat je wel en niet mag doen. Mijn ervaring is dat het allemaal draait om juridisch, regel- en lijnvolgend denken, zonder uitzondering. Het idee is vandaag de dag het meest waarschijnlijk te vinden waar mensen“trouw aan de Bijbel” willendenken. De eigen visie is“trouw aan de Bijbel“, terwijl elke afwijkende mening het gevaar met zich meebrengt van het geloof af te vallen. Zulk zwart-wit denken maakt het moeilijk om uit deze ideeën te komen. Dit wordt bijvoorbeeld concreet in het idee dat vrouwen geen plaats hebben in het leiderschap van de kerk. Het zijn vastgeroeste leidende principes – zoals ideologieën beschreven kunnen worden.

De verwijzing naar de Bijbel

Door te verwijzen naar de Bijbel krijgen de ideeën over de rol van de vrouw zoiets als een goddelijk zegel van waarheid. Aan de ene kant leidt deze manier van kijken naar dingen tot een vals gevoel van veiligheid (“Ik geloof precies wat ik lees en het blijkt precies te zijn wat God wil”). Aan de andere kant wordt dit vaak niet weerspiegeld, noch in de context van de Bijbel, noch in de context van de vraag of het onderwerp. Keer op keer ben ik de mening tegengekomen dat de inzichten van vandaag per definitie beïnvloed zijn door de “boze” tijdgeest en daarom “dwars” staan tegenover de Bijbelse waarheid. Als gevolg daarvan komen mensen in het reine met de kerk, waar alles “bijbels” is, terwijl de boze wereld zich daarbuiten bevindt. Dit zijn duidelijke tekenen van sektarische inprenting.

Het perfecte cirkelredenering

Het resultaat is het perfecte cirkelredenering: “Ik heb gelijk in mijn begrip, dus heb ik gelijk in mijn begrip”. Het is duidelijk dat dit een misleidende beveiliging is.

De uitweg

Ik heb zelf ooit op deze plek gestaan. Maar ik sta daar niet meer. Mijn begrip is veranderd. De reden voor deze verandering is niet “de kwade tijdgeest” of “liberaal denken”, maar – integendeel – een intensief en eerlijk, open onderzoek van de Bijbel zelf. Tijdens dit proces heb ik stap voor stap ontdekt dat mijn begrip en de bijbelse verklaringen niet met elkaar in overeenstemming zijn. Hoe beter ik werd in het achterhalen van de uitspraken van de Bijbel, hoe meer ik afscheid moest nemen van oude patronen en interpretaties. Dit is een uitdagende verandering in denken. Mijn begrip van “bijbels denken is zo en zo” moest getransformeerd worden naar “de Bijbel vertelt en ik probeer het te begrijpen”.

In plaats van doctrines, pleit ik vandaag eerder voor leerprocessen. Daarin kan men proberen te verduidelijken wat men uit de tekst kan halen, wat niet, en waar interpretaties hun eigen weg gaan.

In gemeenschappen die er zo over denken, mogen vrouwen in de gemeente niet lesgeven, preken, een openbare functie bekleden of deel uitmaken van het leiderschap van de gemeente. Vrouwen daarentegen moeten zich “onderwerpen” en rustig thuis blijven. Het begrip kan ook snel worden toegepast op het huwelijk met een verwijzing naar Efeziërs 5:22 (hoewel het vers van tevoren een beetje is vervaagd). Dit gaat over een christelijk zelfbegrip, over een bepaalde christelijke cultuur waarin dit als zodanig wordt gezien.

Deze visie is een interpretatie. De Bijbel spreekt over iets anders. Daarover dadelijk meer. Maar eerst kort iets over de impact op gemeenschappen die op deze manier denken.

Door mannen gedomineerde samenlevingen

Veel gemeenschappen worden gedomineerd door mannen. Hiermee worden niet de kerkleden bedoeld, maar de kerkleiding. De pastor wordt verondersteld een man te zijn. En dat niet alleen: in de regel wordt hij ook geacht getrouwd te zijn, kinderen te hebben en alles op orde te hebben. Dat is zijn taak en dat wordt weerspiegeld in de gemeenschap.

Er zijn maar weinig christelijke gemeenschappen waar mensen in zulke kitscherige beelden denken. Het is een bepaald begrip en een aparte subcultuur. Niet zelden wordt dit bevorderd door een dubieuze vroomheid waarin zelfs vrouwen een “onderdanigheid” voorstaan. Daar zou niets op tegen zijn, ware het niet dat mannen en vrouwen allebei zo moeten denken om subculturen als deze te laten bestaan.

In de regionale kerken zijn “vrouwen in het ambt” al lang vanzelfsprekend. Lang geleden? Nee, niet echt. Er zijn terecht nieuwe veranderingen in onze samenleving. In veel nationale kerken zijn deze vragen al enige tijd intensief behandeld. Omwentelingen gebeuren niet overal tegelijk. Hoewel dergelijke processen al enige tijd aan de gang zijn in traditionele kerken (afhankelijk van denominatie en land), vindt men vooral in vrije kerken en sommige andere groepen kerkelijk leiderschap nog steeds als een “mannelijk domein”.

Geleidelijk aan vindt er echter een verandering in het denken plaats. Dit kan tientallen jaren duren. Er zijn veranderingen in de maatschappij, in de politiek en ook in de kerk. Het duurde bijvoorbeeld erg lang voordat het vrouwenkiesrecht overal in Zwitserland werd ingevoerd. In Zwitserland gebeurde dit pas in 1989 voor het kanton Appenzell-Ausserrhoden door een Landsgemeinde resolutie, en voor Appenzell-Innerrhoden tot eind 1990 door een superfederale resolutie). Dergelijke ontwikkelingen zijn processen. Veranderingen kosten tijd. Verwezenlijkingen in onze samenleving zijn vaak niet zo oud als je zou denken. Goede prestaties worden snel geaccepteerd en al snel als “normaal” gezien. Dergelijke veranderingen zijn echter nooit vanzelfsprekend. Er werd om gevochten.

De ideeën over vrouwen in een functie zijn vandaag de dag niet overal vanzelfsprekend. Een leraar op school is prima. Een vrouwelijke leraar is daarentegen vaak niet gewenst in een vrije gemeenschap. Dat is een discrepantie. Het wordt gerechtvaardigd met “spiritualiteit”. Mannen zijn nodig voor geestelijke training, omdat “vrouwen dat volgens de Bijbel niet mogen doen”.

Maar het gaat zeker niet alleen om de positie van vrouwen. Hand in hand met deze ideeën ontstaan andere ideeën: Een voorganger mag niet gescheiden zijn, of wie gescheiden is mag geen taak meer vervullen in de gemeente. Talloze andere zaken worden “hier” getolereerd en “daar” fel afgewezen vanwege verwachtingen, druk en specificaties van de gemeenschap. Zo worden ideologieën vangrails voor de gemeenschap. Dat is niet gezond. Ik noem dit hier omdat het niet alleen gaat om de interpretatie van een paar bijbelpassages, maar om een mengelmoes van ideeën waarvoor bijbelteksten als rechtvaardiging worden gebruikt. Dit artikel gaat over vrouwen in leidinggevende posities in de christelijke gemeenschap, maar het onderwerp en de kwesties moeten veel breder worden opgevat.

Zodra je deze door mannen gedomineerde en eenzijdige visie loslaat, kan de gemeenschap genezen. Mijn ervaring is dat gemengde teams beter werken. Waarom zou je zonder willen?

Man en vrouw zijn gelijk in de gemeenschap

Ik ben keer op keer in kringen geweest waar de “ondergeschiktheid van vrouwen” werd onderwezen, hoewel Paulus duidelijk zegt: Onderwerpt u aan elkaar in de vreze van Christus” (Ef 5:21).

Voor God zijn man en vrouw absoluut gelijk. Paul schreef:

“Want u allen, die in Christus gedoopt bent, hebt Christus aangedaan. Er is geen Jood of Griek, slaaf of vrije, man of vrouw, want u bent allen één in Christus Jezus.”
Gal 3:27-28

Dit was een verbluffende boodschap in de tijd van Paulus. Want het punt was dat er gewoon hele grote verschillen waren tussen Joden en Grieken, tussen slaven en vrijen, mannen en vrouwen. Zijn boodschap was radicaal in die tijd. In de gemeenschap zouden de verschillen niet langer moeten gelden. Christus heeft dat allemaal veranderd.

Natuurlijk wordt dit ook begrepen waar mensen vandaag de dag de ondergeschiktheid van vrouwen onderwijzen en verschillen willen herinvoeren. Daarom wordt er een truc gebruikt: Paulus zou dit alleen gezegd hebben tegen degenen “in Christus”, wat gelijk zou staan aan een geestelijke positie. Dus voor God zouden we gelijk zijn (een “geestelijke werkelijkheid”), maar in de dagelijkse praktijk (“in de Heer”) zouden er grote verschillen zijn tussen mannen en vrouwen, vooral met betrekking tot de kerkorde.

Dat is natuurlijk niet waar. Als deze redenering waar zou zijn, zou men dezelfde redenering in context moeten toepassen op slaven en vrijen, en op Joden en Grieken. Plotseling moet gelijkheid weer worden ingetrokken voor deze groepen in de gemeenschap? Niet doen! Natuurlijk waren er zulke verschillen in de wereld van die tijd, maar dat is niet het dagelijks leven in de gemeenschap. Vooral in de gemeenschap zouden zulke verschillen niet langer mogen gelden.

Nu de eigenlijke teksten, die dus dwars op de vorige lijken te staan.

De achtergrond van Paulus’ verklaring

“Laat een vrouw in stilte leren in alle ondergeschiktheid. Aan de andere kant sta ik een vrouw niet toe om les te geven, noch om een man op een zelfingenomen manier te behandelen, maar om zich in stilte in te houden. Want Adam is eerst gevormd en Eva daarna.”
1Tim 2:11-13

Sommigen lezen hier dat (vanwege de verwijzing naar Adam en Eva) het een soort “scheppingsorde” is die geacht wordt van toepassing te zijn op mensen in het algemeen. Vervolgens gaan ze naarstig op zoek naar redenen waarom en waar dit tot uiting komt. Ik denk echter dat dit niet Paulus’ verklaring is.

Naar de brief

Dit is een persoonlijke brief aan Timoteüs. Het is geen kerkbrief met kerkelijk onderwijs, maar een brief waarin Paulus Timoteüs wil steunen in zijn situatie. Dat mogen we niet vergeten, want het is geen typische lesbrief.

Naar de ontvanger

Timoteüs stond op vriendschappelijke voet met Paulus en Paulus noemde hem “mijn echt kind in het geloof” (1Tim 1:2; 1Cor 4:17). Timoteüs was nog jong: “Laat niemand uw jeugd verachten, maar wordt een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in gedrag, in liefde, in geloof, in integriteit” (1Tim 4:12). Paulus daarentegen was veel ouder. Hij schrijft aan Timoteüs vanuit zijn ervaring en reageert op de uitdagingen waar Timoteüs voor stond. Timoteüs was een medewerker van Paulus (Rom 16:21). Hij predikte zoals Paulus (2Cor 1,19) en was ook een “slaaf van Christus Jezus” (Fil 1,1). Hij was al aangesteld voor de kerk in Thessalonica (het huidige Thessalonica) (1Thess 3,2; 1Thess 3,6). Timoteüs werd echter specifiek door Paulus gevraagd om in Efeze te blijven (1Tim 1,3). Dit is wat Paulus schrijft in de eerste verzen van de brief, waar even later staat dat vrouwen “in stilte” moeten leren. Efeze is de omgeving van Timoteüs wanneer Paulus hem schrijft. Daar moeten we aan vasthouden.

De situatie

Paulus kende Efeze. Hij was er zelf lange tijd, werkte in Efeze en stuurde er steeds weer medewerkers naartoe. De apostel kende de situatie in Efeze en kon Timoteüs daarom precies antwoorden. Wijzelf zijn niet bekend met de situatie van toen, wat niet verwonderlijk is na 2000 jaar. Maar om deze persoonlijke brief en de uitspraken erin te begrijpen, moeten we ons een beeld vormen van deze situatie. Elke brief heeft een achtergrond die niet in detail wordt beschreven in de brief, maar die bekend wordt verondersteld door de ontvanger. We moeten deze achtergrond zo goed mogelijk reconstrueren als we de betekenis en reikwijdte van de uitspraken correct willen classificeren. Anders veroorzaken we kortsluiting wanneer we vanuit onze tijd afleiden naar de situatie op dat moment.

Timoteüs werd door Paulus naar Efeze gestuurd. Volgens de overlevering werd hij daar ook bisschop en vervulde hij een belangrijke taak in de gemeenschap. Er wordt zelfs gezegd dat Timoteüs de martelaarsdood stierf in Efeze. Om deze verschillende redenen wordt hij ook wel “Timoteüs van Efeze” genoemd.

Timoteüs in Efeze

Efeze was een stad die werd gedomineerd door religie. Hier stond de tempel van de Griekse godin Artemis (Handelingen 19:24-35). Dit vormde de stad en de samenleving. In deze omgeving vervulde Timoteüs zijn taak.

De tempel in Efeze was gewijd aan een godin en de vrouwen in Efeze hadden een speciale status. Terwijl religie bijna overal een zaak van mannen was, was dat in Efeze anders. In Efeze zetten vrouwen de toon. Er was een religieus matriarchaat, geen patriarchaat. Dat was een buitengewone situatie. Natuurlijk had dit een effect op de houding van de mensen in Efeze en dus ook op de reacties binnen de kerk daar.

Dit zou de achtergrond kunnen zijn van Paulus’ instructies. De zorg van de apostel in alle gemeenten is dat allen gelijk zijn in Christus. Mannen en vrouwen zijn gelijk en ieder vervult een unieke eigen rol in de gemeente zoals Gods Geest die toebedeelt. Zulke geestelijke gaven worden niet alleen aan mannen toegekend, maar aan kerkleden in het algemeen. Dit is te lezen in 1 Korintiërs (1 Kor 12 en 1 Kor 14). Er is geen reden waarom vrouwen geen les zouden mogen geven in de kerk of geen leiderschapsrollen zouden mogen vervullen.

Efeze was echter een speciaal geval. Efeze had een heel specifieke en buitengewone afdruk. Dit was te danken aan de plaatselijke sekte. Vrouwen in Efeze konden zich dingen veroorloven die elders ondenkbaar zouden zijn. Blijkbaar waren er vrouwen die onaangenaam opvielen en zich niet fatsoenlijk gedroegen in de gemeenschap. Dit is de grief die Paulus aankaart. Als deze achtergrond juist is, dan ontstaat er een heel andere context dan voorstanders van de “ondergeschiktheid van vrouwen” aangeven. Paulus corrigeert de ongelijkheid zodat iedereen weer gelijk is. Hiervoor zouden de vrouwen van Efeze op de achtergrond moeten blijven, zoals menig man vandaag de dag zou doen. Paulus is niet bezig met het invoeren van ongelijkheid, maar met het herstellen van gelijkheid. De situatie in Efeze is bekend en er staan veel teksten over op internet.

Voor mij lijkt de opvatting voor deze achtergrond plausibel, omdat het aan de ene kant kan worden ingedeeld bij de carrière van Timoteüs, en aan de andere kant de verwijzingen in de brief van Paulus zinvol zijn in zo’n context. Als je bijvoorbeeld denkt aan de brieven aan de Korintiërs of de Galaten, dan vind je daar zulke verwijzingen niet – omdat de situatie daar anders was dan in Efeze. Er zijn veel aanwijzingen dat Paulus sommige dingen specifiek voor de kerk in Efeze benadrukte. Het is echter onlogisch dat vrouwen – in tegenstelling tot de gelijkheid van mannen en vrouwen – niet gelijk zouden zijn. Kijk nog eens naar de geestelijke gaven in 1 Korintiërs 12 en 14 en ontdek dat alle taken worden genoemd zonder geslachtsspecifieke toewijzing.

Dus als men een vrouw wil degraderen, zoals in sommige groepen nog steeds gebeurt, moet men dat rechtvaardigen met een tekst als deze uit de Eerste Brief aan Timoteüs. Anders werkt het niet. Maar juist hier kan worden aangetoond dat het Paulus niet ging om een ongelijkheid, maar juist om een gelijkschakeling van man en vrouw, om een praktisch doorleefde gelijkheid in de gemeente – in duidelijk contrast met de tijdgeest. We kunnen dus alleen maar met verbazing vaststellen dat de tijdgeest (van gelijkheid) vandaag de dag plaats maakt voor ongelijkheid (door een gebrekkige interpretatie van de Bijbel). De bijbelse getuigenissen lijken mij moderner dan menig interpretatie. Dit geldt vooral voor de positie van vrouwen in de gemeenschap.

Pauls bezorgdheid

Alle brieven zijn verklaringen en antwoorden in een specifieke context. Het reconstrueren van de beginsituatie is altijd cruciaal voor een goed begrip van de tekst. Een dergelijke reconstructie is hierboven geprobeerd. De bezorgdheid van de apostel in zijn brief krijgt dan een andere kleur, een andere oriëntatie. Waar wilde Paulus naartoe?

Paulus zag Timoteüs geconfronteerd met een bepaalde vorm van matriarchaat en corrigeerde dit in zijn brief zodat binnen de kerk man en vrouw gelijkwaardig zijn. Degenen die zich uit vroegere gewoonten (uit de sekte) tegen mannen hebben laten gelden, zouden eens wat rustiger aan moeten doen. Ongelijkheid moet weer leiden tot gelijkheid en zo moet er vrede komen in de gemeenschap. Paulus had dit al benadrukt in zijn brief (1Tim 2,2).

Christenen hebben deze passage over vrouwen vaak gedefinieerd als een algemene les voor alle vrouwen van alle tijden, zodat gelijkheid weer ongelijkheid wordt. Dit versterkt het patriarchaat en doet vrouwen onrecht aan. Er is een heroverweging nodig. Maakt dit automatisch alle vrouwen geschikt voor alle taken? Natuurlijk niet, net zoals niet alle mannen geschikt zijn voor alle taken. Niet het geslacht, maar geschiktheid moet worden overwogen en bevorderd – ongeacht het geslacht.

Ter vergelijking kun je ook denken aan de realiteit van slavernij. In Christus zijn slaaf en vrije gelijk. Hier is al op gewezen. De realiteit in de samenleving was echter dat slaven deel uitmaakten van de sociale orde. Maar Paulus liet het niet bij deze realiteit. Niet alleen waren slaven en vrijen gelijk “in Christus”, d.w.z. in de kerk en in elkaar, maar hij moedigde slaven ook aan om vrij te worden als de gelegenheid zich voordeed (1Cor 7,21). In zijn brief aan Philemon doet Paulus voorbede voor de weggelopen slaaf Onesimus, zodat Philemon Onesimus weer zou accepteren, maar anders, beter: “niet langer als slaaf, maar meer dan een slaaf, als een geliefde broer” (Philemon 1:16). Als deze vergelijking klopt, dan zou dit een goede benadering zijn van hoe de man de ongelijke behandeling van vrouwen zou kunnen tegengaan.

Verdieping

  • In dit artikel zijn niet alle bijbelpassages genoemd die over dit onderwerp geciteerd zouden kunnen worden. Er zijn talloze studies die beginnen bij Adam en Eva en die rechtvaardigen waarom man en vrouw gelijk zijn en toch niet hetzelfde. Dit is natuurlijk een waarheid als een koe, maar vooral met het oog op de gemeentelijke code zou dit geen probleem moeten zijn. Paulus had een gedetailleerd en goed onderbouwd pleidooi gehouden voor het feit dat iedereen gelijk en gelijkwaardig was in de kerk. We doen er goed aan zijn woorden serieus te nemen.
  • Een probleem met deze kwesties is natuurlijk dat ongelijkheid voor sommige vrouwen een vroom religieus gedrag is. Men streeft naar ondergeschiktheid in plaats van verantwoordelijke gelijkheid. Er zijn dus ook psychologische factoren waarom sommigen ongelijkheid willen. Naar mijn mening sprak Paulus zich echter nooit uit voor ongelijkheid, maar altijd voor gelijkheid.
  • Controleer de termen “vrouwenhaat” en “mannelijk chauvinisme”. Bespreek.
  • Voor Paulus is noch patriarchaat noch matriarchaat van toepassing. Wat staat er voor zijn ogen?
  • Wat bedoelt de apostel als hij schrijft dat de vrouwen (in Efeze) “mannen niet zelfingenomen moeten behandelen”(1Tim 2:11-13)? Is dit wat bedoeld wordt met “onderdanigheid”? Waar wilde Paulus naartoe?