Iedereen die de Bijbel leest, zou moeten begrijpen waar hij of zij mee te maken heeft. De verschillen tussen het origineel, de basistekst en de vertalingen zijn aanzienlijk. Dit artikel is bedoeld als leidraad.

De Bijbel is beschikbaar in vele talen. Dit zijn voornamelijk vertalingen. Een Duitse, Engelse of Franse Bijbel is daarom nooit “de” Bijbel, maar een vertaling. Dit is veelzeggend, vooral als je dingen hoort als “de Bijbel zegt”, wat bedoelen we dan? Daarom is het nuttig om te begrijpen wat de Bijbel is die we lezen.

Oorspronkelijke tekst van de Bijbel

De “oorspronkelijke tekst” van de Bijbel bestaat niet meer. Dit waren de eerste exemplaren van een Bijbelboek. We moeten niet denken aan de Bijbel zoals die vandaag de dag bestaat. Het idee van een “origineel” gaat over de oorspronkelijke en eerste tekst van delen van de Bijbel. Er staan 66 boeken in de Bijbel van vandaag. We hebben het hier dus over 66 originele documenten, de eerste die geschreven zijn. Zulke “originelen” bestaan niet meer. De Bijbel werd geschreven over een periode van ongeveer 1500 jaar en niet in één weekend. Vele schriftgeleerden waren betrokken bij de creatie totdat deze boeken uiteindelijk werden samengevoegd tot de Bijbel (“bibliotheek”). Tegen die tijd waren veel onderdelen al vele malen gekopieerd, zodat ze op grotere schaal konden worden verspreid.

De originele tekst van de Bijbel is het eerste exemplaar van een boek. Het gaat om het origineel, de eerste kopie. Hier is een voorbeeld: Lucas, de arts, schrijft twee verschillende boeken namens een “Theophilus”, namelijk het Evangelie volgens Lucas (Lucas 1:3) en de Handelingen van de Apostelen (Handelingen 1:1). Lucas schreef deze teksten op. Wat hij zelf schreef was het origineel, bij wijze van spreken. Deze originele eerste teksten zijn niet meer verkrijgbaar.

Basistekst van de Bijbel

Hoewel de originele tekst van de Bijbel niet bekend is, bestaan er wel kopieën van. Er zijn oude manuscripten die ooit gekopieerd zijn van de originele tekst. Deze teksten worden de basistekst genoemd.

De basistekst van de Bijbel verschijnt in verschillende talen. In het Oude Testament (de Joodse Tenach) is de basistaal Hebreeuws, hoewel er ook delen in het Aramees zijn. Het Nieuwe Testament is daarentegen geschreven in het Grieks, de universele taal van die tijd. De termen Oude Testament en Nieuwe Testament zijn theologische termen die weinig te maken hebben met de inhoud. Je zou het Oude Testament ook “de Hebreeuwse Geschriften” kunnen noemen en het Nieuwe Testament “de Griekse Geschriften”.

De basistekst van de Bijbel is beschikbaar in verschillende versies. Er zijn minimale verschillen tussen de varianten. In moderne Hebreeuwse en Griekse edities van de Bijbel staat een “tekstkritisch apparaat” waarin andere lezingen en tekstvarianten worden vermeld. Dit maakt het mogelijk om de verschillen tussen verschillende manuscripten in één editie te controleren.

Vertalingen van de Bijbel

Weinig mensen kunnen oud Hebreeuws en Grieks lezen. Vertalingen van de basistekst in andere talen zijn daarom bijzonder belangrijk. Zonder vertalingen zouden we nauwelijks toegang hebben gehad tot de Schrift.

Een vertaling maken is geen gemakkelijke taak. Daar zijn veel redenen voor. Een vertaler moet eerst begrijpen voordat hij kan vertalen. Dan zijn er nog verschillen tussen de talen waarmee rekening moet worden gehouden. Bovendien verschilt de zinsbouw in verschillende talen. Een vertaling is daarom altijd slechts een benadering.

Bij het vertalen moeten we er ook rekening mee houden dat de boeken in een andere tijd en cultuur zijn geschreven. Er zijn grote verschillen tussen de cultuur van toen en onze cultuur van nu, waarvoor bruggen moeten worden gezocht in de vertaling. We hoeven hiervoor niet eens terug te gaan naar bijbelse tijden. Luther bijvoorbeeld (eerste helft 16e eeuw) gebruikte de taal van zijn tijd. Vandaag de dag klinken dezelfde woorden soms anders, negatiever of ontbreken ze helemaal in de taal van vandaag. De taal en de betekenis zijn veranderd. Daarom zijn er altijd nieuwe edities van bekende vertalingen, zodat de edities kunnen worden aangepast aan de huidige taal. Dit is bedoeld voor een beter begrip.

Alle vertalingen worden gemaakt met één doel voor ogen. Dit kenmerkt de vertalingen. De meeste vertalingen vallen ergens tussen de uitersten van “letterlijkheid” en “begrijpelijkheid in de wereld van vandaag”. Door de vele verschillen tussen talen en culturen is een “letterlijke” vertaling niet altijd even begrijpelijk voor moderne mensen. Maar als iemand een Bijbeluitgave heeft in de taal van vandaag, dan lijdt de betrouwbaarheid van de originele uitdrukkingen daaronder. Er moet veel opnieuw geformuleerd worden om het aan te passen aan de moderne tijd. Dit kan alleen worden bereikt door uitgebreide interpretatie. De verwijzing naar de basistekst verdwijnt naar de achtergrond.

Om deze redenen moet je je bewust zijn van wat je het beste dient: begrijpelijkheid vandaag of liever een beter zicht op de originele ideeën en gedachten? Nogal wat mensen stappen over op het gebruik van meerdere vertalingen. Je hebt bijvoorbeeld een “leesbijbel” voor dagelijks gebruik en een “studiebijbel” voor meer diepgaande studie.

Wat zegt de Bijbel?

Iedereen die met argumenten komt als “Maar, de Bijbel zegt …” moet zich bewust zijn waarop hij deze bewering baseert. Zelden is zo’n uitspraak nuttig, omdat elke bijbeluitgave, elke vertaling en zelfs de basistekst geïnterpreteerd moet worden. Een interpretatie is niet slecht, maar gewoon wat er gedaan moet worden. Als ik wil weten wat de Bijbel zegt, kan ik de volgende dingen onderscheiden:

  1. Wat zegt de tekst (en de basistekst)?
  2. Wat staat er in de context en wat zouden de oorspronkelijke luisteraars destijds hebben begrepen? Wat was er bekend? Wat waren hun onderwerpen?

Ik heb vaak de uitdrukking “het staat in de Bijbel” gehoord. Het ging hierbij echter zelden om effectieve verwijzingen naar de basistekst en de oorspronkelijke context, maar bijna altijd om de interpretatie van een bepaalde religieuze gemeenschap. Ze zeiden “de Bijbel zegt”, maar bedoelden “ik zeg je hoe het is”. De zekerheid waarmee sommigen naar de Bijbel verwijzen, komt niet altijd overeen met de informatie in de tekst, maar eerder met de gedachten die op de tekst geprojecteerd worden. Dit is eerder een obstakel voor een nuchtere beschouwing van de Bijbel.

Welke vertaling kies ik?

Iedereen kan de Bijbel met winst lezen. Bijna niemand zal alles begrijpen, maar sommige vertalingen helpen beter bij het beantwoorden van bepaalde vragen dan andere vertalingen. De vraag naar een Bijbelvertaling zoekt daarom naar het beste hulpmiddel voor het beoogde doel. Als je gewoon een paar goede gedachten wilt lezen om te ontspannen, kies dan een Bijbel in de taal van vandaag, of zelfs een parafrase. Maar wie op zoek is naar concrete antwoorden op theologische vragen, kan niet om een studiebijbel heen met een vertaling die dicht bij de grondtekst ligt. In het laatste geval kan het ook de moeite waard zijn om hulpmiddelen bij de basistekst te gebruiken. De “Concordant Nieuw Testament” is hiervoor erg nuttig. Het probeert een vertaling zo transparant mogelijk te maken met behulp van enkele hulpmiddelen, zodat je een beeld krijgt van de basistekst door de vertaling heen(Duits | Engels | Nederlands).