Wat bedoel ik met “betrouwbaar”?

Is de Bijbel betrouwbaar of niet? Zwart of wit? Er kan geen direct antwoord worden gegeven op zo’n vraag als we niet eerst hebben opgehelderd wat “betrouwbaar” voor ons betekent.

Hier is een vergelijking: een kaasschaaf is betrouwbaar als hij correct en in combinatie met kaas wordt gebruikt. Het is eerder ongeschikt voor andere taken. “Betrouwbaarheid” wordt daarom gedefinieerd door de interactie van “gereedschap” en “taak”, evenals “correcte hantering”. Dit is ook het geval met de Bijbel.

Als ik zeg dat de Bijbel “betrouwbaar” is, dan bedoel ik betrouwbaar gebruik voor het beoogde doel. De Bijbel spreekt over God en de wereld en over ons mensen. Het gaat over omstandigheden, relaties, ervaringen, oorsprong en doelen. Dat is de kaas. Daar is de kaasschaaf voor.

Een kaasschaaf is daarentegen minder geschikt voor het hakken van hout (zelfs als het handvat mogelijk van hout is), voor het aan het licht brengen van ijzererts (zelfs als de kaasschaaf ongetwijfeld van metaal was). Inauthentiek gebruik zou niet erg efficiënt zijn. Verwachtingen die niet overeenkomen, kunnen ook niet worden waargemaakt. Een kaasschaaf is hier het alledaagse voorbeeld. Maar als we de Bijbel voor ons hebben, moeten we ook onthouden dat we geen universeel instrument voor ons hebben, maar een boek met een specifiek doel. We moeten de Bijbel “Schriftuurlijk” gebruiken, volgens ons eigen doel. Anders verkrachten we ze.

Verbale inspiratie

Het woord “verbale inspiratie” verwijst naar een begrip van de Bijbel dat elk woord ziet als “geïnspireerd door God”. Volgens dit begrip is elke letter door God “gegeven”. Mondelinge inspiratie zegt: het is Gods woord, woord voor woord en letter voor letter – alsof het gedicteerd is. Voor sommigen geldt deze verklaring voor de basistekst. Anderen willen deze visie zelfs toepassen op bepaalde vertalingen (King James, oude Luthervertaling). Men verdedigt dit woord alsof het God zelf is.

Niet iedereen ziet de Bijbel als een dictaat. Dit kan zelfs vanuit de Bijbel worden gerechtvaardigd. Sommige schrijvers van de Bijbel maken duidelijk dat zij zelf – als mensen – reageren, spreken, schrijven (bijvoorbeeld Jesaja 6:5 of 1Cor 7:12). Daarom is het geen mechanische reproductie, zoals een dicteermachine, “maar mensen die van God spreken, gedreven door de HeiligeGeest” (2Pet 1,21 Elbf.). De woorden van mensen worden beschouwd als in overeenstemming met Gods bedoeling. De woorden zijn nog steeds Gods woorden, maar God heeft de mens erbij betrokken.

Degenen die zichzelf definiëren als “Bijbelgelovigen” (en dat zijn er nogal wat) worden geconfronteerd met de vraag of ze nu in de Bijbel geloven? En hoe zit het met God? Zijn God en de Bijbel identiek? Of is God groter dan de Bijbel? Het woord “Bijbelgetrouw” is echt een vreemde constructie tegen de achtergrond van de Bijbel zelf. De Bijbel moedigt aan om “God te geloven”. Het ging nooit over “geloven in de Bijbel”. Zelf heb ik het al lang niet meer over “geloven in de Bijbel”, maar over “vertrouwen” in de Bijbel en zijn uitspraken. Hoe ik vertrouw is nog steeds niet duidelijk. Het heeft reflectie en een context nodig zodat ik dit “vertrouwen” een kleur en identiteit kan geven.

Er zijn echter andere opvattingen die er niet minder van uitgaan dat God de auteur van de Bijbel is. Deze andere overweging gaat over waar het gezag ligt. Betrouwbaarheid is waar de autoriteit ligt en nergens anders. Het is Gods Woord, maar het is geen rechtstreeks dictaat van Hem. Mensen hebben Gods bedoeling gereproduceerd, maar met hun eigen, menselijke woorden. Daarom kan het ook spelfouten of andere fouten bevatten. God zelf wordt hierdoor niet in twijfel getrokken, net zo min als de betrouwbaarheid van mijn vertrouwen in Hem. Hier zou je ook de woorden uit het boek Spreuken kunnen overwegen: “Vertrouw op de HEER met heel je hart, en leun niet op je verstand”. (uit: Spr 3:5-8).

Laten we nog eens kijken naar de tekst uit de 2e brief van Petrus. Hij schreef dat mensen “van God spraken, gedreven door de HeiligeGeest”, maar ze deden dat in hun eigen woorden. De woorden dragen de boodschap, net zoals het papier het schrift ontvangt, maar de onfeilbaarheid ligt bij de auteur, niet bij de menselijke kopie.

Nu hebben we al twee termen:

  • “Betrouwbaarheid”, een term die we willen verduidelijken voor de Bijbel, en
  • “autoriteit”, waaruit betrouwbaarheid wil voortkomen.

Waar ligt de autoriteit van de Bijbel?

Deze vraag is geen uiting van twijfel, maar van het willen begrijpen van de Bijbel zoals het bedoeld is om begrepen te worden. Ik wil geen ideologie opleggen aan de Bijbel en ik wil er ook geen autoriteit aan toekennen, hoe goedbedoeld ook. Het is een neutrale vraag, maar ik stel hem vanuit de ervaring dat dit woord mij zeker dichter bij God heeft gebracht en ik ervaar dit woord als “betrouwbaar”. Maar wat betekent dat precies? Ben ik me bewust van mijn eigen veronderstellingen? Begrijp ik wat de Bijbel zelf zegt – of niet zegt – over dit onderwerp?

Waar ligt dan de autoriteit van de Bijbel? Mogelijke varianten:

  • Zit het in de goddelijkheid, namelijk “gaafheid” van de woorden tot de laatste letter in de basistekst?
    De aanname: het woord zou goddelijk zijn, namelijk God zelf, of aan Hem gelijk.
  • Is het in de realiteit dat God zichzelf aan ons openbaart?
    De aanname: Het Woord is op zo’n manier doortrokken van Gods Geest dat we Hem erdoor leren kennen. Het Woord is niet goddelijk, maar de geest die het Woord doordringt is van goddelijke oorsprong. Het is een doelgebonden betrouwbaarheid, maar niet toegelicht voor elke letter. Dit doet niets af aan de waarde of betekenis, want het gaat niet om letters, maar om Gods Geest.
  • Ligt de autoriteit in het getuigenis van de mensen die het Woord schreven?
    De veronderstelling: Gaat het over de menselijke verhalen van de levende God? De getuigenis is echt en in die zin zijn de verhalen echt en betrouwbaar.

In geen van deze opvattingen, die ik slechts als voorbeeld heb opgesomd, wordt het bestaan van God in twijfel getrokken, noch wordt de waarde van de Bijbel als het “Woord van God” in twijfel getrokken. Toch lopen de meningen nogal uiteen. Ik laat dit graag als een niet-oordelende suggestie achter.

Laat de tekst voor zichzelf spreken

Het idee van verbale inspiratie heeft me veel geleerd. Maar hetzelfde geldt voor de moderne bijbelwetenschap. Het is geen “of/of” vergelijking. Ik moet zelf beslissen wat ik hier en daar als waardevolle informatie meeneem. Beide standpunten leveren mij ook problemen op. Dit is niet zozeer te wijten aan de verworven inzichten als wel aan de houding waarmee ze worden gecommuniceerd. Vertegenwoordigers van beide richtingen zijn soms koppig en eenzijdig geweest. Ik merk dat waarschijnlijk omdat ik mezelf kan zijn.

Voor mij gaat het al lang niet meer om een ideologische loopgravenoorlog tussen verschillende kampen. Omdat de Bijbel eerst gewoon gelezen wil worden. Het is een boek. Wie denkt dat het boek alleen door een bepaalde lens geïnterpreteerd kan worden, mist de rijkdom van de uitwisseling, van het leren, van de grotere gemeenschap.

Als ik de Bijbel lees, ga ik ervan uit dat de tekst logisch is. Wat voor zin heeft, kan ik proberen te begrijpen. De betrouwbaarheid van de Bijbel kan niet zijn dat alles “letterlijk” waar zou zijn, want dan ligt de focus op de drager van de boodschap (de letter), niet op de boodschap zelf (de geest. Vgl. 2Cor 3,6). De tekst is niet betekenisvol vanwege de letter, maar vanwege de boodschap, de geest en het leven dat erin besloten ligt (Joh 6,63).

Als ik de Schrift lees, geef ik eerst de tekst – en dus de auteur – de ruimte om het verhaal te vertellen. Als ik lees, wil ik luisteren. Natuurlijk leest geen mens onbevooroordeeld, maar ik kan er wel voor zorgen dat ik de tekst serieus neem.

Als ik “Israël” lees, neem ik aan dat Israël wordt bedoeld. Als het anders is, dan moet ik het gerechtvaardigd zien in de context. “Het voeden van de 5000? Dan luister ik eerst en raak niet verstrikt in “dit is een wonder” of “er zijn geen wonderen”. Het voeden van de 5000 is geen leer over wonderen. Het verhaal heeft een heel ander doel. Ik twijfel niet aan het verhaal als ik eerst en vooral vraag wat er precies wordt waargenomen. Het was ongetwijfeld belangrijk om mensen te verzadigen, maar dat was niet het doel. Jezus was en is niet bezig met wonderen, gastronomie of logistiek.

Soms moet je bij het lezen je eigen vastgeroeste gedachten in twijfel trekken. Niet zodat iets wordt gedefinieerd als “goed” of “fout”, maar zodat men de tekst opnieuw onbevooroordeeld kan tegenkomen, “open-ended”, als het ware. Wees nieuwsgierig. Sta open om nieuwe dingen te leren.

Als de eerste verzen van de Bijbel bijvoorbeeld zeggen: “In [einem] begin schiep God de hemel en de aarde …” (Gen 1:1), dan wordt er in de tekst een verband gelegd tussen de Ene God en de werkelijkheid om ons heen.(Gen 1:1), dan wordt er in de tekst een verband gelegd tussen de Ene God en de werkelijkheid om ons heen. Ze zijn direct aan elkaar gerelateerd. Het gaat over God en de wereld, namelijk de wereld waarin wij leven. Deze openingsverzen vertellen ons dat deze God de wereld om ons heen heeft geschapen. Het gaat over het creëren van een band tussen God en ons. Het is geen uitspraak over “schepping” versus “evolutie”, geen wetenschappelijke uitspraak over “goed” of “fout”. Noch Mozes, noch één van de profeten, noch Jezus, noch één van de apostelen vraagt ons om “in de schepping te geloven en tegen evolutie te zijn”. Als we betrokken raken bij een dergelijke loopgravenoorlog, bevinden we ons plotseling op een zijtoneel. De Bijbeltekst spreekt over iets anders.

Wat de Bijbel ook te zeggen heeft, we moeten hem eerst gewoon lezen.

Aantekeningen uit de Bijbel

De Bijbel is niet zwart-wit. Gods woord of het woord van de mens? Daar gaat het helemaal niet om. Het gaat over de manier waarop de Bijbel Gods Woord is. Er zijn genoeg verwijzingen hiernaar in de Bijbel zelf. Als we de Bijbel serieus nemen, zullen we onderscheid gaan maken. Hier zijn enkele voorbeelden:

  • Menselijke woorden in de Bijbel
    Sommige woorden staan inderdaad “in de Bijbel”, maar het zijn duidelijk “menselijke woorden”. Bijvoorbeeld Handelingen 17:23, waarin sprake is van een inscriptie op een afgodisch altaar. Ze maken deel uit van de Bijbel, maar zijn niet noodzakelijkerwijs uitspraken van God zelf.
  • Elke letter telt
    Tegelijkertijd kunnen we zien dat hier en daar Bijbelteksten “ultra-letterlijk” werden gelezen door Bijbelschrijvers. Galaten 3:16 benadrukt bijvoorbeeld het verschil tussen enkelvoud en meervoud. Het thema is hier niet “letterlijkheid”, maar het is een verhaalvorm die tot op de dag van vandaag in het Jodendom bestaat en waarvan we de tekst kunnen ondervragen met het doel om te leren. Niet starheid maar levendigheid is het doel, waarvoor een tekst als voorbeeld wordt gebruikt. Het gaat om interpretatie en interpretatie.
  • Persoonlijk perspectief
    Soms gaat het ook om een persoonlijke perceptie van een Bijbelschrijver. Het is volledig correct vanuit zijn perspectief, maar fundamenteel verkeerd vanuit wetenschappelijk perspectief. Zo rapporteert Lucas over een reis per schip “dat land hen naderde“(Handelingen 27:27). Dit is hoe de scheepsbewoners het hadden waargenomen. Het is een waarneming, maar geen fysica. Veel van de Bijbel wordt beschreven vanuit het perspectief van perceptie. In een heel andere context maakte Paulus eens duidelijk onderscheid tussen de woorden van Jezus (1Cor 7,10) en zijn eigen beoordeling (1Cor 7,12).
  • Visuele taal
    De Bijbel staat vol met figuurlijke taal. Als Paulus op zijn laatste reis de scheepslieden belooft “dat niemand van jullie een Haar van de Hoofdhet zal verloren gaan” (Handelingen 27:34), is het duidelijk dat dit geen kans op succes voor de kapper betekent, maar dat ze allemaal “volledig gered” moeten worden, zelfs als een paar haren onverwacht in de overstroming zouden verdwijnen. Want beeldtaal gaat nooit over het beeld, maar over wat ermee uitgedrukt moet worden. Er moet altijd een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen beeld en verklaring. Ultra-literal is soms ultra-inept.

Als we deze en andere punten begrijpen, leren we de tekst beter te begrijpen als we hem lezen, begrijpen we een rode draad, herkennen we dat er een verhaal wordt verteld, een zorg wordt uitgelegd. Letterlijkheid alleen is immers geen garantie voor een beter begrip – integendeel! Blinde letterlijkheid miskent taal en context. De Bijbel is geschreven in een taal, met woorden en voorbeelden uit het dagelijks leven van 2000-3500 jaar geleden. Is het Gods woord? Ja, maar het is ook het woord van de mens, namelijk Gods uitspraken in een vorm die wij kunnen begrijpen, gesproken en geschreven door mensen. We moeten dat vervagen, niet uitfaden.

In het volgende artikel over dit onderwerp zullen we een aantal bijbelpassages nader bekijken die worden aangehaald als rechtvaardiging voor mondelinge inspiratie.

Is de Bijbel betrouwbaar? 2

Verdieping

  • Was dit bericht nuttig? Waarom (niet)?
  • Leestip: Siegfried Zimmer, “Schaadt bijbelwetenschap het geloof?”. Verduidelijking van een conflict.
    ISBN 978-3-525-57306-8. Ook verkrijgbaar als e-book: ISBN 978-3-647-57306-9.
  • Moderne bijbelwetenschap is ook berucht als “bijbelkritisch”. Hoe wordt dit gezien in jouw gemeenschap? Is dit in detail gerechtvaardigd? Is er onweer tegen “de liberalen”? Of kijk je neer op de “fundies”?
  • Er zijn zeker kritische stemmen te horen over de moderne bijbelwetenschap, zoals die van de theoloog Eta Linnemann.
  • In tegenstelling tot het Bijbelse geloof kan er een geloof in de wetenschap zijn. Zijn dit de twee alternatieven die we hebben? Of spreekt de Bijbel zelf over iets anders? Wat is eigenlijk het object van ons geloof?
  • Historisch-kritische theologie is ontstaan in Duitsland. Maar ook in andere landen is er bijbelwetenschap. Differentiatie: Veel mensen hebben de Bijbel wetenschappelijk behandeld met wisselende resultaten. Ken je andere standpunten?