Veel van de Bijbelse discussies in evangelische kringen draaien om de termen “waar” of “niet waar”. Je roept een situatie op die niet bestaat in de Bijbel.

De Bijbel vertelt verhalen

Eén kenmerk van de Bijbel is dat de verhalen verankerd zijn in de geschiedenis. Als gevolg daarvan vinden ze plaats in onze wereld. Het heeft met ons te maken, of in ieder geval met de menselijke geschiedenis. Dit is waardevol en moet worden overwogen. Omdat de Bijbel verankerd is in de geschiedenis, concluderen sommigen dat “daarom” alles zoiets moet zijn als journalistieke verslaggeving. Men concludeert dat “daarom” alles “letterlijk” plaatsvond, met uitsluiting van andere mogelijke verklaringen. Dit is problematisch.

De Bijbel vertelt verhalen, niet om het verhaal, maar om een boodschap over te brengen. Deze boodschap is nooit “letterlijk”. Het gaat over iets anders. Als iets echt letterlijk waar is, ondersteunt het de boodschap, maar kan de boodschap niet vervangen. Degenen die hun begrip van de Bijbel baseren op “letterlijkheid” hebben het misschien moeilijk met deze beoordeling. Als er nu verontwaardiging is, is dat meestal omdat mensen meteen de omgekeerde conclusie trekken dat “daarom” niets meer waar is. Maar dat is niet het geval.

Als het op interpretatie aankomt, gaan velen uit van de betrouwbaarheid van de Bijbel. Deze betrouwbaarheid wordt echter vaak maar in één aspect gezien, namelijk “letterlijkheid”. Maar dat is een beperkte kijk die geen recht doet aan de tekst. Er wordt a priori aangenomen dat “goddelijkheid” voortkomt uit “letterlijkheid”. De doctrine van verbale inspiratie droeg er dan toe bij dat mensen meer naar de letter dan naar de geest luisterden. Dit was al een probleem in de dagen van Paulus (2 Korinthiërs 3:6).

De Bijbel vertelt verhalen die zich in de geschiedenis afspelen. Maar kan dit ook gebeuren om andere redenen dan “letterlijkheid”?

Alle verhalen zijn waar

Hier is het verschil: alle verhalen zijn waar, zelfs als delen van het verhaal geen “objectief geverifieerde feiten” zijn. Neem bijvoorbeeld het scheppingsverhaal in de eerste verzen van de Bijbel. Iedereen die op basis van dit verhaal zegt dat de wereld in 6 dagen is geschapen, en dit ziet als dagen van 24 uur, staat in een traditie van “letterlijkheid”. Er was echter geen mens aanwezig bij de schepping. God vroeg Job ook rechtstreeks: “Waar was jij toen ik de aarde grondvestte? Maak het bekend, als je inzicht hebt!” (Job 38:4).

Er was niemand. Niemand kan dit bewijzen. Vraag jezelf nu eens af hoe Mozes bij dit verhaal komt, dat we in het eerste hoofdstuk van de Bijbel vinden? Het is geen journalistieke verslaggeving. Het is ook geen wetenschappelijke verklaring van alle details. Ik kan daar zonder stress aan vasthouden, zelfs als ik tegelijkertijd zeg: “De Bijbel is betrouwbaar en waar”.

Het punt is dit: verhalen worden geschreven met een doel. Alle boeken van de Bijbel zijn geschreven met één doel voor ogen. Het doel wordt al beschreven in het eerste vers van de Bijbel:

“In een begin schiep God de hemelen en de aarde.”
Gen 1,1

God heeft iets te maken met deze wereld. Als we het hoofdstuk in zijn geheel lezen, wordt de schepping van deze wereld zo beschreven dat er een verband wordt gelegd tussen deze wereld, waarop wij lopen, en God, die deze wereld heeft geschapen. De wereld is ons thuis en God heeft daar iets mee te maken. Zo spreekt de geschiedenis tot ons. Het is geen journalistieke reportage en ook geen wetenschappelijke verhandeling.

Alles in dit verhaal is waar, binnen het kader van de geschiedenis en in overeenstemming met het doel waarvoor dit verhaal is geschreven. De vragen “waarom” en “waarvoor” zijn essentieel om ze te begrijpen. “Literaliteit” werpt daarentegen geen licht omdat het noch een doel noch een taak vervult.

Letterlijkheid is niet altijd zo duidelijk. De Bijbel noemt bijvoorbeeld getallen. Sommige getallen lijken nauwkeurig te zijn geteld, bijvoorbeeld in dit verslag:

“En het zilver der samengekomenen was honderd talenten en 1775 sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms.”
Ex 38,25

Andere getallen kunnen een meer symbolische betekenis hebben:

“En de Syriërs vluchtten voor Israël, en David doodde zevenhonderd wagenmenners en veertigduizend ruiters van de Syriërs.”
2Sam 10:18

Het feit dat er precies 700 wagenmenners en precies 40.000 ruiters werden gedood in de strijd lijkt ongeloofwaardig. Het kan niet worden uitgesloten, maar het is even aanvaardbaar dat deze cijfers schattingen zijn. We begrijpen dit zonder er veel over na te denken. Taal heeft deze mogelijkheid. Tot op de dag van vandaag worden de aantallen slachtoffers in gewapende conflicten in eerste instantie geschat en zelden absoluut of zelfs geverifieerd. Het zou “ongeveer” 700 en 40000 zijn. Dit is een indicatie van de geschiedenis, ook al is het geen absoluut en historisch bekrachtigd cijfer. Misschien waren er een paar minder, misschien een paar meer. Dit doet niets af aan het verhaal. Getallen worden ook in een vereenvoudigde vorm gepresenteerd met behulp van figuurlijke taal:

“Welk mens onder jullie, die 100 schapen heeft en er één verloren is, laat de 99 niet achter in de woestijn en gaat het verlorene achterna totdat hij het vindt?”
Lucas 15:4

De verwijzing naar “100 schapen” is symbolisch. De eenvoudige figuur ondersteunt de visuele taal. Natuurlijk begrijpt iedereen meteen dat dit verhaal niet afhankelijk is van een historisch bewezen en exact getal.

Waar of niet waar?

Deze paar voorbeelden illustreren dat de Bijbel waar blijft als hij wordt begrepen als een verhaal dat op een levendige manier wordt verteld en dat in zijn boodschap een doel nastreeft. Maar juist het doel van bijbelse verhalen wordt vaak buiten beschouwing gelaten.

Hier ligt nu de uitdaging: Als we voorlopig aannemen dat “letterlijkheid” het enige criterium is, dan blijft het zicht op het doel van de Bijbel grotendeels voor ons verborgen. Het is net als wanneer je een auto voor je ziet maar even wilt controleren of het spatbord op het voorwiel wel echt van plaatwerk is. Dit gaat voorbij aan het feit dat de auto groter is dan het spatbord en dat het materiaal van het voorspatbord niet echt belangrijk is voor de functie van het voertuig.

Ik hoor al weer een kreet dat ik zogenaamd denk dat de waarheid irrelevant is. Dat overkwam me vaak tijdens een gesprek. Een differentiatie is op zijn plaats. Als ik de Bijbel lees en wil weten “waarom en met welk doel” de Bijbel is geschreven, kom ik niet uit bij een letterlijke interpretatie. Ik eindig met de vraag waarom en met welk doel deze verhalen werden verteld. Ik kan begrijpen dat mensen willen uitsluiten dat de Bijbel slechts “een sprookje” is, maar letterlijkheid alleen is niet genoeg. Ik begrijp nog steeds niet waarom het in de Bijbel staat.

Als je echter je eigen perspectief aanpast zodat je de tekst eerst met nieuwsgierigheid ondervraagt, kan de tekst voor zichzelf gaan spreken. Deze tekst werd voor het eerst geschreven in zijn eigen context. Deze context is niet ons huidige begrip. De context van de tekst moet worden gezocht in de tijd en situatie waarin de tekst is geschreven. Deze context staat, als we goed leren lezen, in de bijbeltekst. We realiseren ons dit niet altijd meteen. We kunnen ons hier op zijn minst bewust van worden.

Andere dingen zijn echter historisch bewezen. Bijvoorbeeld de wederopstanding. Natuurlijk zijn hier veel verschillende meningen over. Niet iedereen gelooft in een wederopstanding. In het verhaal van het Nieuwe Testament wordt de wederopstanding echter de kern van de boodschap. Wat ik ook van de Bijbel vind, ik kan accepteren dat woorden en gebeurtenissen in het Bijbelse verhaal een betekenis hebben. Vóór de opstanding was de opstanding geen onderwerp. Maar daarna wel. Dit kan worden onderzocht. Men ging er vast van uit dat de opstanding van Jezus had plaatsgevonden, en Paulus grijpt de twijfels van sommigen aan als een gelegenheid om juist vast te houden aan de opstanding en het levend maken van Jezus als de basis van het evangelie en als de eerste steen voor het werk van God (1 Korintiërs 15). Als dit niet overeenkomt met mijn eigen begrip, kan het nog steeds op zichzelf staan als een getuigenis. Daar kan ik dan mee omgaan.

Interpretatie en betekenis

We vinden betekenis in ons leven en in deze wereld door interpretatie. Mensen in de Bijbel hebben geïnterpreteerd en daardoor een betekenis gevonden. Ook wij worden opgeroepen om ons leven te interpreteren, vaak uit innerlijke noodzaak. De Bijbel kan ons helpen betekenis te vinden. Het werkt niet zonder interpretatie. We kunnen echter proberen de tekst voor zichzelf te laten spreken zonder te proberen onze eigen gedachten op de voorgrond te plaatsen.

Als letterlijkheid geen zorg was van de bijbelse verhalen (controleer de context), dan is het verhaal nog steeds waar. Ze wil ons helpen iets te herkennen. Als dit lukt, wordt de waarheid erkend. Dit is geen taak van letterlijkheid of waarheid, maar van het herkennen van de taak van de tekst.

Daarom kun je de tekst altijd serieus nemen als je vraagt wat het doel van deze uitspraken is. Net als de Beroeërs kan men ook dagelijks de Schrift onderzoeken “om te zien of deze dingen zo zijn” (Handelingen 17:10-11). Degenen die dit doen, analyseren of de verhalen op zichzelf coherent zijn. Dit vormt je eigen begrip, kijk en vertrouwen. Je bent op een plek waar de Bijbel serieus wordt genomen. Je gaat na of het zich bewijst in de context van de Schrift (of de verkondiging juist is) en kunt er dan waardevolle inzichten uit putten voor je eigen leven en dat van de gemeenschap. Het wordt gelezen, geïnterpreteerd en dan betekenis gegeven.

Alle verhalen zijn waar, zelfs als ze niet gebeurd zijn. Dit is het geval wanneer het doel van het verhaal niet “letterlijkheid” is, maar een doel vervult. De boodschap is waar en blijft waar, zelfs als deze beeldspraak, oosterse vertellingen of tijdgebonden aspecten bevat. Iedereen die dit alles van tafel veegt met de bewering dat “de Bijbel eeuwige waarheid is omdat alles letterlijk is” wordt van harte uitgenodigd om de Bijbel in zijn eigen licht te leren lezen.