Alle verzoening is geen wishful thinking, maar is gebaseerd op concrete bijbelse verklaringen. Laten we nu eens naar zo’n passage kijken en verschillende interpretaties vergelijken. Hoe gaan de verschillende leringen hiermee om?
Paulus schrijft aan zijn medewerker Timoteüs:
“Geloofwaardig is het woord, en ieder welkom waardig (want hiertoe arbeiden wij en worden wij verweten), dat wij vertrouwen op de levende God, die de Redder is van alle mensen, in het bijzonder van gelovigen. Dit onderricht en leert.”
1Tim 4,9-11 (KNT)
Deze wijze op en leer!
Centraal staat hier de uitspraak “dat wij vertrouwen op de levende God, die de Redder is van alle mensen, in het bijzonder van gelovigen”. Dit besef is de reden dat de apostel worstelt en ook dat hij wordt beschimpt. Het belang van de uitspraak blijkt uit het feit dat hij aan het begin de geloofwaardigheid benadrukt en aan het eind opmerkt: “Dit instrueert en onderwijst! Laten we nu verschillende interpretaties vergelijken:
Deze passage spreekt een dualistische uitkomst van de heilsgeschiedenis met hemel en hel tegen. Hier wordt gezegd dat God een redder is van alle mensen, en vooral van gelovigen. De passage is niet alleen interessant omdat de “redding van alle mensen” hier direct wordt genoemd, maar ook omdat “alle mensen” in direct contrast staat met “gelovigen”. De passage wordt gezien als een belangrijke verklaring in de rechtvaardiging van de allesverlossing. Het is nu interessant om te horen hoe tegenstanders van een volledige verzoening hiermee omgaan.
De centrale verklaring bestaat uit twee delen:
- God is Redder van alle mensen
- Vooral van de gelovigen.
A. God is Redder van alle mensen
God is een redder van alle mensen. Dit gaat niet over een deel van de mensen, maar onmiskenbaar over alle mensen. Voor een volgeling van de doctrine van hemel en hel is dit niet mogelijk. De passage moet daarom opnieuw geïnterpreteerd worden. Dit gebeurt als volgt:
- Herinterpretatie: Paulus bedoelt te zeggen dat God een “Redder voor alle mensen” is. Maar hij is niet “van alle mensen”. Dus God is Redder “in principe”, maar niet echt. Het wordt pas echt als mensen erop reageren.
Voorstanders van een volledige verzoening reageren hierop, bijv.
- Dit is in tegenspraak met de Griekse grondtekst, waarin duidelijk “Redder van alle mensen” staat. Er wordt in de context geen melding gemaakt van eisen waaraan moet worden voldaan. We moeten ze er ook niet in lezen. Alles aan deze verklaring is duidelijk en Paul heeft benadrukt dat de verklaring geloofwaardig is en moet worden verwelkomd.
Aanhangers van een hemel-en-hel-doctrine rechtvaardigen de beperking vaak met een verwijzing naar 1 Timoteüs 2:4, dat zegt: “God, onze Redder, die wil dat alle mensen behouden worden en tot kennis van de waarheid komen”. Dit wordt als volgt geïnterpreteerd en gekoppeld aan hoofdstuk 4:
- Herinterpretatie: Uit 1Tim 2,4 leren we dat God weliswaar alle mensen wil redden, maar dat helaas niet altijd kan. Dit is ook hoe de verlossing van alle mensen in 1Tim 4,10 moet worden begrepen.
Voorstanders van een volledige verzoening reageren hierop, bijv.
- Gods wil is geen wishful thinking. Hij is geen would-be god. Als Hij iets wil, gebeurt het. Hij is God. Hij werkt “alle dingen naar de raad van zijn wil” (Ef 1:11). Zij die Gods “wil” herinterpreteren als een “machteloos verlangen” hebben niet langer een God die die naam waardig is. In het licht van de Schrift lijkt de uitspraak “God wil dat alle mensen gered worden” een effectieve resolutie om dit zo te maken. God wil dat alle mensen gered worden.
Aanhangers van een hemel-en-hel-leer hebben ook herhaaldelijk geprobeerd om de term “Redder” in deze passage te herdefiniëren:
- Herinterpretatie: God is geen redder van alle mensen, maar een onderhouder van alle mensen. Dit gaat niet over verlossing van zonde en dood, maar over het feit dat Hij ons leven, adem en alle dingen geeft (vgl. Handelingen 17:25).
Voorstanders van een volledige verzoening reageren hierop, bijv.
- Het Griekse woord dat hier wordt gebruikt is soter, overal elders vertaald als “redder”. Waarom ook niet hier?
- Dat God een onderhouder van alle mensen is, is nauwelijks een reden voor Paulus om er moeite mee te hebben of zelfs om erdoor beschimpt te worden, want hij vermeldt expliciet dat
- Dat God een onderhouder is van alle mensen, “vooral gelovigen”, is in tegenspraak met de werkelijkheid en heeft helemaal niets te maken met het Evangelie.
B. Boven alle gelovigen
Veelzeggend is het tweede deel van de zin waarin Paulus de groep “alle mensen” in directe relatie plaatst tot de “gelovigen”. God is “de Redder van alle mensen, vooral van gelovigen”. Er is een relatie tussen de twee groepen. Laten we er goed voor zorgen:
Volgelingen van een hemel-en-hel-leer lezen:
- Herinterpretatie: God is een redder voor alle mensen, maar alleen voor gelovigen. De gelovigen zijn dus geen speciale subset van alle mensen, maar Paulus sluit bewust alle mensen uit en uiteindelijk worden alleen de gelovigen bedoeld.
Voorstanders van een volledige verzoening reageren hierop, bijv.
- Dit staat niet in de basistekst. Het Griekse malista betekent “boven alles” of “vooral”, “voornamelijk”, “meest”. De betekenis kan goed worden afgeleid uit andere plaatsen waar deze term wordt gebruikt. In dezelfde brief gebruikt hij het woord ook in 1 Timoteüs 5:8 (“Maar als iemand geen voorzieningen treft voor zijn eigen familieleden, en in het bijzonder voor de leden van zijn gezin”) en 1 Timoteüs 5:17 (“Laten de oudsten die goed gedaan hebben, dubbel geëerd worden, in het bijzonder zij die werken in het woord en in het onderwijs”). Een praktisch voorbeeld is ook te vinden in 2Tim 4:13 (“De reismantel die ik te Troas bij Carpus heb achtergelaten, neem je mee als je komt, ook de boekrollen, vooral de perkamenten”). Het Griekse malista sluit niets uit, maar benadrukt een deelverzameling met speciale betekenis van de genoemde verzameling. God is dus ook een redder van alle mensen, vooral van gelovigen. Het is een krachtig argument dat allen inderdaad gered zullen worden, omdat het onlosmakelijk verbonden is met de redding van gelovigen.
Dit woord is geloofwaardig en elk welkom waard.