Alverzoening wordt vaak afgewezen met argumenten die niet passen bij de doctrine. Zulke argumenten zijn geen theologische rechtvaardigingen, maar eerder gevolgtrekkingen. Het gaat om de feitelijke definitie van de term, maar ook om overhaaste misinterpretaties en zeer persoonlijke uitwijkmanoeuvres.

1. verduidelijking van verschillende definities van termen

Alverzoening moet worden onderscheiden van

  • Universalisme: een filosofische of religieuze benadering dat de wereld in harmonie eindigt – maar zonder verlossing, het kruis en Jezus Christus.
  • Heilsuniversalisme: de algemene beschikbaarheid van Heil, voor iedereen. De Bijbel zegt: Voor Joden en voor de volken (= de hele wereld).
  • Heilssautomatisme: volgens dit principe wordt iedereen en de hele wereld “zomaar” gered, namelijk “automatisch”.
  • Apokatastasis: in engere zin, die volgens Handelingen 3:21 alleen betrekking heeft op de tijden van herstel voor de vervulling van profetische beloften aan Israël.

2. Verkeerde interpretaties

Op sommige plaatsen is er een algemene afwijzing en ongedifferentieerde afwijzing van alle verzoening. Vaak gebeurt dit uit onwetendheid. Dit gebeurt ook regelmatig uit angst voor vermeende “ketterij”, wat leidt tot uitsluiting en veroordeling (van zichzelf). Met andere woorden: Wie geen gezond beeld heeft van de bijbelse uitspraken zal tot een afwijzing komen die gebaseerd is op verkeerde aannames.

Een algehele afwijzing van alverzoening wordt vaak gemaakt met een van de volgende argumenten:

  • “Als iedereen toch gered wordt, dan hoef ik niet meer te geloven.”
    Antwoord: Het doel is dat iedereen gelooft. En je kunt er vandaag al in staan. De Bijbel zegt dat God een “Redder van alle mensen is, in het bijzonder van gelovigen” (1Tim 4:10). Dat is je voorrecht vandaag. Verheug je dus en leef in dankbaarheid. Beschouw de genade van God niet als minderwaardig.
  • “Als iedereen toch gered wordt, wat heeft het dan voor zin dat ik geloof?”
    Antwoord: Voor jou lijkt geloof een werk te zijn, een persoonlijke prestatie. Je lijkt je verlossing zelf verdiend te hebben en bent niet afhankelijk van Gods genade. Dit wordt eigengerechtigheid genoemd. Met je vraag ontken je de relatie die Hij met jou zoekt. Maar God heeft allang voor jou beslist in Christus. Hij wil dat je Zijn genade in waarheid leert kennen (Kol 1:6).
  • “Als iedereen toch gered wordt, wat heeft het dan voor zin om op missie te gaan?”
    Antwoord: Ga je alleen de wereld in om mensen te redden van de hel? Waar is dit verband in de Bijbel? Paulus geeft een heel andere reden om een blijde boodschap te vertellen: “De liefde van Christus spoort ons aan …”. (2Cor 5,14-21). De Bijbel kan ons denken bijstellen en afstemmen op Zijn genade. Dan stroomt het hart over. Dat wens ik je toe.
  • “Als iedereen toch gered wordt, wat maakt het dan uit wat ik doe?”
    Antwoord: Dat is echt een verdraaid begrip van de werkelijkheid. Maar het is niet nieuw, want Paulus had er ook mee te maken. Hij plaatst deze verkeerde interpretatie direct onder het oordeel van God (Rom 3:8). Wat we doen is belangrijk. Het is eerder zo dat de genade van God ons opvoedt (Titus 2:11-12), anders ontkennen we het.
  • “Als iedereen toch al gered is, dan is Jezus Christus niet nodig!”
    Antwoord: Hier wordt universalisme verward met universele verzoening. Paulus schrijft dat God, vrede stichtend door het bloed van het kruis, het universum met zichzelf verzoent (Kol 1:20). Ik ken geen doctrine die Christus zo centraal stelt als de Alverzoening.

Motieven, argumenten en algemene overtuigingen worden hier zichtbaar.

3. uitwijkmanoeuvres

Er is een derde manier om de Alverzoening verkeerd te begrijpen. Het is de aanname dat erover praten verkeerd is. Dit heeft niets te maken met doctrine, maar eerder met het onderdrukken van doctrine uit persoonlijke overwegingen.

  • “Natuurlijk hoop ik dat God op een dag iedereen zal redden, maar je kunt het niet echt weten.”
    Antwoord: Ik zou mijn intellect en integriteit verliezen als ik niet naar antwoorden zocht. Anders zeg ik dat ik of nooit de Bijbel heb gelezen of dat ik niets geef om de vraag over Gods aard en daden. Dit gaat niet over wat je niet kunt weten, maar over wat je vol vertrouwen kunt weten omdat het in de Bijbel staat. Luiheid is een slecht excuus als het gaat om de vraag of het grootste deel van de mensheid al dan niet in eeuwige verdoemenis zal eindigen.
  • “Natuurlijk hoop ik dat God op een dag iedereen zal redden, maar ik doe alsof Hij dat niet doet.”
    Antwoord: Dat klinkt vroom, maar je leeft met een innerlijke tegenstrijdigheid. Je hoopt dat God genadig is, maar je weet het niet zeker. Waarom is dat? Zijn er bijbelse passages die dit tegenspreken? Moeten we ze niet beter bekijken? En ken je de Bijbelpassages waarin God iedereen meeneemt in verlossing, rechtvaardiging, levend maken en verzoening?
  • “Ik geloof dat God alle mensen redt, maar ik praat er niet over omdat het mensen shockeert.”
    Antwoord: Genade schokt altijd. Dat is geen reden om er niet over te praten. De alverzoening is geen geheime leer, maar een door de Bijbel betuigde doctrine (Paulus aan de gemeente in Colosse: Kol 1:20). Luister naar wat Paulus aan zijn medewerker Timoteüs schrijft: “Betrouwbaar is het woord, en elk welkom waardig (want daarvoor zwoegen we en worden we beschimpt), dat we vertrouwen op de levende God, die de Redder is van alle mensen, vooral van hen die geloven. Dit onderricht en onderwijst” (1Tim 4:9-11).
  • “Ik geloof dat God alle mensen redt, maar erover praten riskeert mijn baan.”
    Antwoord: Predikanten die erkennen dat God een redder van alle mensen is, riskeren hun baan als hun opvatting in strijd is met de leer van hun eigen kerkgenootschap. Ik ben dit in de loop der jaren verschillende keren tegengekomen. Er is moed voor nodig om jezelf op een open en gedifferentieerde manier te uiten, en tegelijkertijd laat het ook zien hoeveel van deze openheid en differentiatie nog ontbreekt in de gemeenschappen. Het lijkt me des te belangrijker om deze kwestie aan te pakken.
  • “Ik geloof dat God alle mensen redt, maar je moet er niet over praten omwille van de vrede.”
    Antwoord: Niet iedereen neemt graag een standpunt in. Dat moet natuurlijk worden gerespecteerd. Niet iedereen werkt op dezelfde manier. De man van God twist niet (2Tim 2,14). Het gaat er niet om dat je dit of dat standpunt inneemt – misschien heb je voor geen enkel standpunt gefundeerde argumenten. Misschien moet je eerst informatie verzamelen. Het gaat zeker niet om leer of onderricht, maar uiteindelijk alleen om het groeien naar Hem die het hoofd is, Christus (Ef 4:15-16). Dat is één kant. De keerzijde van deze houding is echter dat we niemand een dienst bewijzen door niet over zulke belangrijke kwesties te praten. Angst voor de mens geeft geen vrijheid, maar angst voor God wel. Misschien schrijft Paulus daarom aan zijn medewerker Timoteüs: “Heraut het woord, blijf erbij, of het nu uitkomt of niet, overtuig, waarschuw, spreek, in alle geduld en onderricht. Want er komt een tijd dat de mensen de gezonde leer niet zullen verdragen, maar voor zichzelf leraars zullen verzamelen naar hun eigen begeerten, omdat hun gehoor geprikkeld wordt; dat wil zeggen, dat zij hun gehoor van de waarheid zullen afkeren en zich tot de fabelen zullen wenden”. (2Tim 4:2-4).

Dit artikel verscheen voor het eerst op 3 februari 2016 en is hier licht bewerkt en opnieuw gepubliceerd.