De doctrine van de hel is een duistere erfenis van het christendom. Deze leer heeft niets met de Bijbel te maken. Deze leer heeft echter veel te maken met de manier waarop we denken te moeten handelen. Een kritisch onderzoek lijkt op zijn plaats.

Het is verbazingwekkend hoe diep de doctrine van de hel in het Christelijke denken is geworteld. Degenen die met deze visie zijn opgegroeid of er in hun eigen gemeenschap mee zijn geconfronteerd, kunnen vaak traumatische ervaringen, angsten en onzekerheden vertellen. Zelfs als de fundamenten van deze leer op basis van de Bijbel zijn ontkracht, kan de hel in het geloof zeer aanwezig blijven. Waarom is deze leer zo hardnekkig?

De doctrine van de hel staat niet in de Bijbel

Op deze website heb ik in vele berichten uitgelegd dat de Bijbel nergens over een hel spreekt, dat het concept van een hel vreemd was aan Jezus en dat de apostelen er nooit over hebben verteld. Er is geen Bijbelse basis voor de doctrine van de hel. Het is echter in de Bijbel geprojecteerd. In het menu vind je “Thema’s”. Er zijn bijdragen over alle belangrijke teksten die met een hel te maken hebben.

Het woord “hel” wordt genoemd als vertaling voor drie verschillende termen die – op zichzelf beschouwd – nergens het idee van een traditionele hel ondersteunen. Daarnaast wordt de vertaling “hel” heel verschillend genoemd en zijn er enorme verschillen tussen vertalingen over waar en wanneer de term gebruikt moet worden. Hoe dichter een vertaling bij de grondtekst staat, hoe vaker de term hel niet wordt genoemd. Het idee van een hel komt niet uit de Bijbel, maar uit de traditie. Pas daarna wordt het op de Bijbel geprojecteerd. Met andere woorden, de Bijbel wordt misbruikt om iets te zeggen wat er niet staat. Dit is een ernstige zaak.

De traditionele hel werpt een smet op de God van de Bijbel, verdraait het goede nieuws van genade met een dreigende boodschap van de hel, brengt gelovigen in verwarring en is een lachertje voor ongelovigen. Toch denken veel mensen dat ze dit moeten geloven, omdat ze anders geen “echte christenen” zijn. Dit lijkt me een beetje vreemd, want juist als christen die zijn vertrouwen en kijk op de Bijbel baseert, zou je blij moeten zijn dat zulke dingen helemaal niet in de Bijbel staan. Er is dus een discrepantie tussen wat er in de Bijbel beschreven staat en wat veel mensen geloven.

Gebrek aan vrijheid blijft

Zelfs degenen die de doctrine van de hel ontmaskeren als “onbijbels” blijven vaak gevangen in de ideeën en aannames van de doctrine. Ik praat en schrijf regelmatig met mensen die het onderwijs achter zich hebben gelaten, maar nog niet emotioneel vrij zijn. De slavernij van de leer heeft een effect dat verder gaat dan de bijbelse passages.

De slavernij van de leer heeft een effect dat verder gaat dan de bijbelse passages.

Ik veronderstel dat dit komt omdat lesgeven invloed heeft op veel andere zaken, zoals:

  • God is “zo en zo”, zoals “rechtvaardig” of “wraakzuchtig”.
  • Ik moet toch geloven om gered te worden?
  • Zonder hel is er geen rechtvaardigheid, toch?

Zulke vragen komen allemaal voort uit bepaalde denkpatronen van de doctrine van de hel. Het gaat niet alleen om individuele bijbelpassages, zelfs niet om een bepaalde doctrine, maar het gaat om een doctrinair bouwwerk dat vele kamers kent. Als je één kamer opruimt, heb je nog veel meer kamers in hetzelfde doctrinaire gebouw vol aannames en overtuigingen. Om het doctrinaire bouwwerk volledig te deconstrueren is de moed nodig om de confrontatie aan te gaan.

Een andere uitdaging is dat de bevrijding van bepaalde aannames ook een vacuüm veroorzaakt. Waarmee vervang je het onderwijs? Een gezond debat gaat dus ook over het vormen van nieuwe gedachten. Je kunt dat vanuit verschillende perspectieven doen. Dit kan worden gebruikt om het vacuüm te vullen. Deconstructie is belangrijk, maar reconstructie ook. Je moet niet blijven steken in het “nee”, maar ook het “ja” vinden. Dit gebeurt niet altijd tegelijkertijd, maar samen getuigen deze dingen van een bekering (Gr. metanoia, bekering) en heroriëntatie.

Deconstructie en reconstructie zijn veelgebruikte termen vandaag de dag. Voor mijzelf was het bestuderen van de Bijbel het gereedschap voor een deconstructie van de doctrine van de hel, en ook voor een reconstructie van mijn geloof. Ik heb bepaalde overtuigingen, bepaalde doctrines, bepaalde aannames herkend als ontoereikend of onjuist. Zo’n proces komt overeen met een deconstructie. Door me tot de Bijbel te wenden en na te gaan wat er werkelijk waar was van de leerstellingen, kon ik meer vertrouwd raken met de bijbelse uitspraken zelf. Het beeld dat naar voren kwam was anders dan wat sommige leringen suggereerden. Het stelde me in staat om te reconstrueren. Ik heb geleerd dat de doctrine van de hel onjuist is door een diepere bestudering van de Bijbel.

Ik heb geleerd dat de doctrine van de hel onjuist is door een diepere bestudering van de Bijbel.

Maar stop! Dat is nog niet alles. Zij die een “valse leer” vervangen door een “juiste leer” zitten nog steeds in het zwart-wit denken. Het is inderdaad belangrijk om een doctrine te vervangen door een betere doctrine, maar wie daarna “zijn toevlucht neemt” tot deze doctrine, alsof men erdoor “gered” wordt, is tot nu toe niet afhankelijk van Gods genade en liefde alleen. Zwart-wit denken is geen bevrijding. Zij die alleen onderscheid kunnen maken in “goed en kwaad” hebben misschien sommige dingen wel begrepen, maar blijven niet uit vertrouwen in God leven. Terzijde: God vertrouwen heeft verrassend weinig te maken met specifieke doctrines.

Bovendien wist zelfs Paulus niet alles. Degenen die “goed en fout” als “absolute waarheid” beschouwen, erkennen de beperkingen van ons eigen begrip niet. Paulus beschrijft zijn houding als volgt: “Maar ik probeer vast te houden wat mij door Christus Jezus is afgenomen. Broeders, ik beschouw mezelf nog niet als iemand die het begrepen heeft. Maar één ding doe ik wel: ik vergeet wat achter me ligt en reik uit naar wat voor me ligt”. (Fil 3:12-13). Op een andere plaats schrijft hij over Gods wegen: “Hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en hoe onnaspeurlijk Zijn wegen!”. (Rom 11:33). Paulus was niet gevangen in zwart-wit denken en onderwees dat ook niet in de kerken waar hij diende.

Het kan heel veeleisend zijn om niet slechts één doctrine achter te laten, maar een doctrinair bouwwerk. Hiervoor moeten veel problemen worden aangepakt. Het gaat niet alleen over de hel. Het gaat ook over aannames over God, over Zijn werk, over Zijn houding tegenover mensen, over wat we kunnen weten en denken te weten over God. Degenen die serieuze vragen stellen, worden vaak zelf ook serieus ondervraagd. Dit moet niet onderschat worden, maar het is een echte uitdaging.

Gebrek aan vrijheid van denken blijft bestaan omdat misschien één doctrine is opgeruimd, één enkele kamer van dit bekende doctrinaire bouwwerk, maar andere kamers zijn nog niet opgeruimd.

De doctrine van de hel achter je laten

Wat kun je doen om de doctrine van de hel achter je te laten? Het heeft een confrontatie nodig. Het ziet er echter niet voor iedereen hetzelfde uit.

Als je ooit alleen maar met een bepaald standpunt geconfronteerd bent geweest, kun je er niet omheen om nieuwe gedachten te bedenken. Dat moet je natuurlijk wel willen. Als je geen zin hebt om vanaf het begin kritisch naar je eigen denken te kijken, zul je het niet doen. Je kunt ook geen antwoorden geven als er geen vragen zijn. Maar als je je erin wilt verdiepen, dan is het zoiets als een ontdekkingsreis.

Als je de basisprincipes van de doctrine van de hel behandelt en de bijbelse passages erbij pakt, dan kun je er opnieuw over leren denken. Het gaat altijd om de basistekst en de tekst in context. Het gaat erom uit te vinden wat Jezus werkelijk heeft gezegd. Je kunt bijvoorbeeld ontdekken dat er in het Oude Testament geen hel bestond. In het Nieuwe Testament moet je goed leren kijken.

In de Evangeliën, waar het woord “hel” in sommige vertalingen voorkomt, spreekt Jezus over iets anders. Dit alles erkennen is een begin.

Andere mensen hebben echter een andere aanpak. Zij erkennen de liefde van God, ervaren Zijn genade en concluderen dat dit onverenigbaar is met een doctrine van de hel. Je kunt misschien niet elke tekst in zijn context uitleggen, maar je begrijpt ten diepste dat de doctrine van de hel onverenigbaar is met de God van liefde. Dit is geen menselijke projectie, maar je neemt de uitspraken over Gods liefde en almacht serieus en vertrouwt Hem met alles. Zij die zo denken, wentelen zich niet in zelfingenomenheid over een “juiste” leer, maar vertrouwen op God in het besef van hun eigen ontoereikendheid.

Als je eenmaal hebt erkend dat de doctrine van de hel “onbijbels” is, dan kun je deze doctrine achter je laten. Dit is het begin. Je kunt nu geïnspireerd worden door het goede nieuws. Paulus maakt echter duidelijk dat begrijpen alleen niet genoeg is. Begrip wil geleefd worden, maar dat vereist verdere ontwikkeling. Paulus beschrijft dit als een transformatie door de vernieuwing van ons denken:

“Ik roep u nu op, broeders (met het oog op Gods ontferming), om uw lichamen te stellen tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer (als uw consequente aanbidding), en u niet aan te passen aan deze eon, maar aan veranderd te worden door de vernieuwing van uw denken, zodat u kunt onderscheiden wat de wil van God is, die goed, welgevallig en volmaakt is”.
Rom 12:1-2

Waarom herschikking tijd kost

Getransformeerd worden door Gods genade kost tijd. In het dagelijks leven worden we geconfronteerd met steeds nieuwe vragen, met “vanzelfsprekende” antwoorden die plotseling niet meer vanzelfsprekend zijn. Degenen die gevoeliger reageren op een nieuwe manier van denken, voelen hoe oude gedachten en nieuwe inzichten tegen elkaar schuren. In een bijbelse vergelijking: nieuwe wijn past niet in oude wijnvaten (vgl. Mc 2:22).

Daarom is het belangrijk om er steeds opnieuw mee om te gaan. Een geloofsgemeenschap kan deze regelmatige betrokkenheid bieden. Dit geldt positief, maar ook negatief. Ik heb herhaaldelijk mensen met grote angsten en onzekerheden meegemaakt die al tientallen jaren thuis zijn in kerken of vrije gemeenten. In decennia vol preken en bijbelles werden deze angsten niet genezen, maar eerder aangewakkerd. Wat zou men hier echter bereiken als men genade begon te prediken, de hel ontmaskerde als een onbijbelse dreigende boodschap, zodat mensen eindelijk vrij zouden worden? Waar zou je zijn na 5 of 10 jaar?

Gemeenschappen hebben niet alleen behoefte aan “juist onderwijs”, maar ook aan een visie en een begrip van waartoe het onderwijs zou moeten dienen. Als Paulus schrijft “In vrijheid heeft Christus ons vrijgemaakt” (Gal 5:1), dan moet dit zichtbaar worden. Waar gaat het over? Dit zijn cruciale vragen voor het voeden van een gezonde gemeenschap. Het gaat niet om goed of fout, maar om wat het onderwijs doet, waarvoor het gegeven is.