Zoals God het Woord was

De beroemde openingsverzen van het Evangelie van Johannes luiden:

“In het begin was het Woord, en het Woord was naar God gekeerd, en zoals God was het Woord. Dit was in het begin naar God gekeerd”.
Johannes 1:1-2 (KNT)

Met deze inleiding spreekt Johannes over Jezus als het Woord. Hij wil vanaf het begin duidelijk maken dat we het hier niet alleen over een mens hebben, maar dat dit woord er al was voordat er iets anders was (Joh 1:3). Hij is dus geen schepsel en geen deel van de schepping, maar alles is door Hem geschapen. Dit “woord” (Grieks: logos) wordt gebruikt als uitdrukking voor een enorm uitgebreid begrip van Jezus Christus, bijna identiek aan wat Paulus later beschrijft in zijn brief aan de Kolossenzen:

“[der Sohn Seiner Liebe]… Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene vóór elke schepping. Want in Hem is het universum geschapen: dat in de hemelen en dat op aarde … het universum is door Hem en tot Hem geschapen, en Hij is vóór alles, en het universum bestaat samen in Hem”.
Kol 1:15-17

Het Woord werd vlees

Dit Woord, zegt Johannes, werd vlees in deze wereld: “En het Woord werd vlees en woonde onder ons, en wij zagen zijn heerlijkheid, een heerlijkheid als van de eniggeboren Zoon van de Vader, vol van genade en waarheid” (Johannes 1:14). Paulus beschrijft het later als volgt:

“Christus Jezus … die, toen Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwde om als God te zijn, maar Zichzelf ledig maakte, de gestalte van een slaaf aannam, naar de gelijkenis van mensen werd gemaakt en uitgevonden; Hij vernederde Zichzelf en werd gehoorzaam tot de dood, ja, de dood van het kruis.”
Fil 2:5-8

Hij schrijft dan: “Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren God*, die nu in de schoot van de Vader is, die heeft Hem afgebeeld” (Joh 1,18). Bijna aan het einde van zijn verslag beschrijft Johannes nogmaals het doel van zijn opmerkingen: “Maar dit is geschreven opdat u gelooft dat Jezus de Messias is, de Zoon van God, en opdat u die gelooft leven hebt in zijn naam” (Joh 20:31).

Tot nu toe gaat het goed.

Dit gaat over goed nieuws. Het wordt breed gemeten door Johannes, maar is toch duidelijk gefocust. Maar laten we wat langer stilstaan bij de eerste verzen van het Evangelie. Hier hebben we het specifiek over het Woord. De passage heeft een grote betekenis voor de doctrine van de Drie-eenheid. In de Concordante weergave van het Nieuwe Testament staat hier iets anders dan in veel andere vertalingen. Daar is een goede reden voor.

In de controverse over de Drie-eenheid is het van belang om deze en soortgelijke bijbelpassages correct te begrijpen. Omdat de discussie vaak wordt gevoerd vanuit de dogma’s en minder vanuit de bijbeltekst, staat deze passage vaak niet echt ter discussie. Het is de verdienste van de concordantieweergave om naar de grondtekst te kunnen kijken, om als het ware door de vertaling heen te kunnen kijken en zo de grondtekst te kunnen achterhalen.

Van verdeeldheid naar drie-eenheid

In de leer van de Drie-eenheid wordt de nadruk gelegd op het feit dat Jezus niet alleen God is, maar goddelijk, dat wil zeggen dat hij gelijk is aan de Allerhoogste. Hij maakt deel uit van de Godheid – op een onbekende manier. Het feit dat hier een betere differentiatie nodig is, zal later als idee verder worden uitgewerkt.

De doctrine van de Drie-eenheid kwam naar voren als een theologisch en politiek standpunt in de Arische controverse. Was Jezus een mens of God zelf? Veel standpunten raken verstrikt in de problemen van deze polemische presentatie. Zijn er alleen deze twee uitersten, of beeldt de Bijbel nog iets anders uit? Deze vraag vereist een onderzoek naar de persoon van Jezus Christus zoals die in de Bijbel wordt beschreven en naar de betekenis en het gebruik van het woord “God”.

Een belangrijk punt voor het begrijpen van de doctrine van de Drie-eenheid is de historische context. Vaak wordt aangenomen dat de doctrine van de Drie-eenheid rechtstreeks in de Bijbel wordt onderwezen of daar zelfs wordt genoemd. Dit is echter niet waar. Er was eerder sprake van veelzijdigheid in het begrip tot de huidige dogmatische bepaling. De leer van de Drie-eenheid wordt niet in de Bijbel genoemd, maar alleen op deze manier geformuleerd door de latere kerken. Of met andere woorden: Er is alleen een afgeleide reden (dogmatiek) voor de doctrine van de Drie-eenheid, geen directe bijbelse verklaring.

Er is alleen een afgeleide reden (dogmatiek) voor de doctrine van de Drie-eenheid, geen directe bijbelse verklaring.

Het is ook nuttig om de oorsprong van de doctrine van de Drie-eenheid te begrijpen, omdat sommigen beweerden dat Jezus slechts een mens was.
Hiertegen
verzette de officiële kerk zich hiertegen. De definitie van de zogenaamde Drie-eenheid werd door verschillende concilies uitgewerkt. De meningen gingen echter van het ene uiterste naar het andere toen de concilies bepaalden dat Jezus deel uitmaakte van de Godheid.

Tegen de bewering dat Jezus gewoon een mens was, kwam nu de bewering dat Hij gelijk was aan de Godheid. Dit staat echter nergens in de Bijbel. Het resultaat van deze beslissingen is – ondanks alle spijt over de innerlijke tegenstrijdigheden – een splitsing of vermenigvuldiging van de Godheid: God, de Vader, wordt twee met de Zoon en veel later zelfs drie “personen” van de Godheid met de Heilige Geest als persoon.

Het is belangrijk om te onthouden: In absolute zin (als een “godheid”, om het zo maar te zeggen) wordt alleen de Vader zelf God genoemd in de Bijbel. De tegenstrijdigheid met het bijbelse begrip van de Ene God – waarvan de Tenach en het Nieuwe Testament getuigen – is duidelijk (Deut 6:4, 1Co 8:6 etc.).

De vertaling

De dogmatische bepaling van een Drie-eenheid weerspiegelde nu op de vertaling. God en het Woord moeten één zijn. Een differentiatie van de term ontbreekt. In deze zin vertaalt Johannes 1:

“In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en God was het Woord. Dezelfde was in het begin bij God.”
(Luther 1984)

“In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in het begin bij God.”
(Ds. Elberfelder, Schlachter 2000)

De concilies hadden al aangegeven dat elke opvatting die afweek van de Drie-eenheid ketterij (heresie) genoemd moest worden. Dit maakt het zelfs vandaag de dag moeilijk om een serieus gesprek te voeren over de bijbeltekst. Zou dit misschien dogma-geloof genoemd kunnen worden, dat een kritisch onderzoek van het bijbelse getuigenis verhindert?

De concilies hadden al aangegeven dat elke opvatting die afweek van de Drie-eenheid ketterij (heresie) genoemd moest worden. Dit maakt het zelfs vandaag de dag moeilijk om een serieus gesprek te voeren over de bijbeltekst.

Hoe het ook zij, het ging niet van historische verdeeldheid naar eenheid, maar naar drie-eenheid. Als we ons ervan bewust zijn dat dit interpretaties zijn – en geen directe uitspraken van de Bijbel – dan kunnen we misschien op een nieuwe manier over de tekst nadenken.

Laten we nog eens terugkeren naar de oorspronkelijke verklaring van Johannes:

“In den beginne was het Woord, en het Woord was[gekeerd] naar God , en[zoals] God was het Woord. Dit werd in het begin naar God toegekeerd.
Johannes 1:1-2 (KNT)

Ἐν ἀρχῇ ἦν ὁ λόγος, καὶ ὁ λόγος ἦν πρὸς τὸν θεόν, καὶς ἦν ὁ λόγος. οὗτος ἦνἐν ἀρχῇπρὸς τὸν θεόν.
Joh 1,1-2 (NA28)

Twee uitdrukkingen vallen hier op en zullen hieronder nader worden onderzocht:

  • πρὸς τὸν θεόν = naar God gekeerd
  • θεὸς ἦν = [wie] God was.

Het maakt een groot verschil of de vertaling hier is “het woord was bij God” of “het woord was naar God gekeerd”.

In het eerste geval zou je kunnen begrijpen dat het Woord gewoon “naast” God stond. Dit zou geïnterpreteerd kunnen worden als een argument voor sommige aannames van de Drie-eenheid – hoewel er hier, goed begrepen, geen sprake is van drie of eenheid.

Als iets “met” God is, geeft het de indruk “op één plaats te blijven”, dat wil zeggen “bij God te zijn”. Daarentegen spreekt “naar God gekeerd” over een richting of oriëntatie van het woord. Dan is God de Ene en is het Woord naar de Ene God gekeerd. Het Woord en de Ene God zijn dus duidelijk verschillend.

Als iets “met” iets anders is, d.w.z. “naast” iets anders, wordt dit aangegeven met de Griekse para. Dit is bijvoorbeeld het geval in Johannes 1:6 “Er kwam een man, van God gezonden, zijn naam was Johannes …”. Johannes was een man van God, hij was als het ware “met/door God” gezonden. Hetzelfde kan niet gezegd worden van het woord. Het woord was pros ton theon (πρὸς τὸν θεόν) of “naar God gekeerd”. Het wordt twee keer genoemd. Het voorzetsel pros geeft een richting aan, vandaar “naar God gekeerd”. Dezelfde uitdrukking wordt een paar hoofdstukken verderop gebruikt:

“Maar Jezus wist dat de Vader alle dingen in Zijn handen had gegeven, en dat Hij van God was uitgegaan en naar God terugging .”
Johannes 13:3

Alleen al de vergelijking dat Jezus “van God was uitgegaan” en “terugging naar God” (πρὸς τὸν θεόν) verklaart de actieve richting. Dit lijkt ook de juiste verklaring te zijn voor de eerste verzen in de brief van Johannes.

Zoals God het Woord was

In de vergelijking “en [wie] God was het Woord” heeft de Concordante weergave het woordje “zoals” ingevoegd om iets uit te drukken dat voor ons anders moeilijk te begrijpen is. In het Grieks staat hier letterlijk “en God was het Woord”. Maar omdat we te maken hebben met een vergelijking, moeten we speciale aandacht besteden aan het werkwoord“zijn”. In feite, waar een onmiddellijke eenheid van essentie wordt uitgedrukt – zodat het ene met het andere kan worden verward – ontbreekt het werkwoord in het Grieks. Waar het werkwoord voorkomt, is het echter een figuurlijke vergelijking.

Bijvoorbeeld hier:

  • “God [ist] Geest” (Johannes 4:24).

God is in wezen geest. Geest is geen eigenschap, het is geest. Daarom ontbreekt het werkwoord hier. In de volgende twee gevallen is het anders:

  • “God is licht” (1Joh 1,5)
  • “God is liefde” (1Joh 4,8)

Attributen worden hier beschreven. God is geen lamp en kan ook niet gereduceerd worden tot een gevoel. In zekere zin zou je hier ook kunnen schrijven: “God is als licht”, want waar Hij aanwezig is, wordt het helder in de wereld. Of “God is als liefde”, want alle goede dingen die wij begrijpen over liefde, heeft Hij als eigenschap. Deze figuurlijke vergelijking wordt in het Grieks uitgedrukt met het werkwoord “zijn”. In het Duits kan dit niet direct worden uitgedrukt, daarom voegt de KNT het “hoe” in Johannes’ evangelie in als informatie voor de lezer: “[wie] God was het Woord”. God en het Woord zijn niet verwisselbaar, maar figuurlijk vergelijkbaar. Dit legt opnieuw een verschil vast en geen overeenkomst tussen de twee.

De differentiatie van de term “God” speelt ook een grote rol in het begrip. Niet overal waar “God” op staat, staat er ook “goddelijkheid” in. De aanduiding “God” moet worden vergeleken met een functie, een functie die anderen ook in beperkte zin kunnen aannemen (menselijke rechters worden bijvoorbeeld Elohim “God” genoemd (Ex 21:6 22:8-9). Meer hierover hieronder.

Het woord was op God gericht

Met deze korte uitleg kunnen we zien dat de openingsverzen van Johannes’ Evangelie geen pleidooi voor de Drie-eenheid kunnen zijn. Zeker, we leren hier veel over het Woord en over de Ene God, en over de relatie tussen die twee.

Het idee van een Drie-eenheid helpt hier niet; het verdoezelt meer dan het dient. Het Woord was er al voor de hele schepping. Het was naar God gekeerd. Alle dingen zijn ontstaan door het Woord, zonder uitzondering (Joh 1:3). De opvatting dat Jezus slechts een mens was, of een schepsel (sommigen zeggen dat hij een engel was) is gebaseerd op onjuiste aannames. Volgens Johannes is Hij geen schepsel, maar zijn alle schepselen door Hem geworden. Want God schiep alle dingen in zijn Zoon en schiep ze vervolgens ook door hem (Kol 1:15-16). Hij is, schrijft Johannes, “de eniggeborene van de Vader” (Johannes 1:14). Zo klinkt het bijbelse getuigenis.

De term “God” kan vele betekenissen hebben. Dit valt buiten het bestek van dit artikel. God in de absolute zin, dat is alleen de Vader:

“Want hoewel er ook zogenaamde goden zijn (in de hemel of op aarde, net zoals er vele goden en vele heren zijn), toch is er voor ons slechts één God, de Vader, van Wie het Al is (en wij zijn naar Hem toegekeerd), en slechts één Heer, Jezus Christus, door wie het universum is geworden (en wij door Hem).”
1Cor 8,5-6

Duidelijker kun je het niet zeggen. Deze God, de Vader, is ook de God en Vader van onze Heer Jezus Christus. Uit de volgende passages blijkt duidelijk dat Jezus zelf een God heeft:

  • “… opdat u met één mond de God en Vader van onze Heer Jezus Christus verheerlijkt” (Rom 15:6).
  • “Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus .. .” (2Cor 1,3)
  • De God en Vader van de Heer Jezus . ..” (2Cor 11,31)
  • en meer

Dit is ook in overeenstemming met het Evangelie van Johannes, waarin staat dat het Woord zich naar God keerde. Als we over deze ommekeer nadenken, zien we dat Christus niets van Zichzelf heeft gedaan, maar alles van de Vader heeft ontvangen, alles door Hem heeft gedaan en eens alles tot Hem zal brengen, zoals gezegd wordt:

“Want Hij maakte alles [Gott] ondergeschikt aan Hem [Christus]: Onder Zijn voeten. Wanneer Hij [Christus] vervolgens zegt: “Alle dingen zijn ondergeschikt gemaakt!” is het duidelijk dat God is uitgezonderd die het Al aan Hem ondergeschikt heeft gemaakt. Maar als het universum ondergeschikt is aan Hem [Christus], dan zal de Zoon zelf ook ondergeschikt zijn aan Hem die het universum aan Hem ondergeschikt maakte, zodat God alles in allen kan zijn.”
1Cor 15,27-28

In de ware zin is Christus de bemiddelaar tussen God en de mens.

“Want God is één, zo is er ook één middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die zichzelf geeft als plaatsvervangend losgeld voor allen, als een getuigenis van zijn eigen verlossing.”
1Tim 2:5-6

Wat we in de Schrift vinden is duidelijk. God is één. Christus is het Woord, de eniggeborene van de Vader vóór alle schepping, bemiddelaar tussen de ene God en de mens. Hij werd een bemiddelaar door de gedaante van een mens aan te nemen (Fil 2:5-11). Op deze manier ontstaat een helder begrip van God en Zijn Zoon dat goed onderbouwd kan worden vanuit de Bijbel, waardoor het vertrouwen in de uitspraken van de Bijbel verdiept en versterkt kan worden.

* De eniggeboren God: In Johannes 1:18 wordt Jezus Christus “de eniggeboren God” genoemd. Elke Bijbeltekst moet zorgvuldig gelezen worden. Het woord “God” wordt in vele gradaties gebruikt (vgl. 1Cor 8,6 e.a.). Mensen worden ook God (Elohim) genoemd, wat Jezus al aangaf toen Hem werd verweten dat de titel “Zoon van God” Hem aan God gelijkstelde (vgl. Joh 10:30-39 en Psalm 82:6). De uitdrukking “de eniggeboren God” kan per definitie niet van toepassing zijn op de absolute Godheid – want God is niet verwekt. Dat is hij ook. In deze zin is de uitdrukking geen bewijs dat Jezus nu deel uitmaakt van een Drie-eenheid.

Bijbelteksten kritisch onderzocht ten gunste van een Drie-eenheid

In het christendom wordt overwegend aangenomen dat God Eén is, maar op een onbekende manier toch Drie. Niemand weet het zeker, maar velen zijn er zeker van dat er een zogenaamde “Drie-eenheid” bestaat, zelfs als men er geen informatie over vindt in de Bijbel. Noch de profeten, noch Jezus, noch de apostelen, noch iemand anders uit bijbelse tijden spreekt erover.

Er worden verschillende bijbelpassages aangehaald om de leer te ondersteunen. Daarom kun je deze informatie controleren. Dit artikel gaat over één van deze bijbelpassages. De enige overweging hier is of deze ene bijbelse passage geïnterpreteerd kan worden ten gunste van een Drie-eenheid. Misschien wel, misschien niet. Misschien heb je aan het eind één argument meer, misschien één argument minder. Dat is alles wat hier wordt gedaan. Ik deel hier wat voor mij de beste en duidelijkste interpretatie is. Misschien heb jij een betere interpretatie?

De argumenten pro-trinitarisme vallen uiteen in twee groepen:

  1. Argumenten rond het getal “3
  2. Argumenten rond de “godheid van alle deelnemers

Wat ik over dit onderwerp heb samengesteld en gevonden, is geen preset, maar slechts het resultaat van mijn persoonlijk onderzoek. Deze bijdrage kan daarom slechts gezien worden als een klein onderdeel van een veel groter argument in de richting van een positieve discussie die afweegt hoe we God kunnen zien en kennen. Deze post, net als deze website in het algemeen, gaat over het bevorderen van een“leercultuur“. Het gaat over onderwerpen en vragen die in talloze gesprekken als zodanig zijn genoemd. Dat wil gehoord en besproken worden. Natuurlijk is dit veeleisend, vooral als het om controversiële onderwerpen gaat. Zie ook de inleidende tekst over“Wie is God?” en over verschillen in discussies de bijdrage“Leven met tegenspraak“.