In de eerste brief aan de kerk in Korinthe schrijft Paulus:

“God is getrouw, door wie u ook geroepen bent tot gemeenschap met zijn Zoon Jezus Christus, onze Heer.”
1Cor 1,9

Dat is opmerkelijk. De kerk in Korinthe was chaotisch. Je zou ook kunnen zeggen: de situatie was gespannen. Er waren tastbare problemen. De hele inleiding van deze brief leest echter als een enkele aanmoediging (1Cor 1,3-9). Paulus begint met dankzegging en herinnert ons aan de genade van God die ons in Christus Jezus gegeven is, omdat we in Hem in alles toereikend zijn – in elk woord en in elke kennis. Geestelijk, zegt Paulus, ontbrak het de Korinthiërs aan niets. Hij schrijft dit meteen aan het begin, omdat hij vanuit dit oogpunt met de gemeenschap wil communiceren.

Meteen daarna heeft hij het over de verwachting die in het verschiet ligt. Hij schrijft dat we wachten op de openbaring van onze Heer Jezus Christus. Hiermee drukt hij de verwachting uit dat Hijzelf standvastigheid zal schenken. Dat is een rotsvast vertrouwen. Het is voor ons. God zal ons standvastigheid geven tot aan de volmaaktheid, zodat we dan onberispelijk zullen zijn. De verklaring is: Hij zal het waarschijnlijk doen. Dit was Paulus’ vertrouwen voor de chaotische kerk in Korinthe.

Dan volgen de woorden die aan het begin zijn geciteerd, als een samenvatting, om het zo maar te zeggen: “God is getrouw, door wie ook u geroepen bent tot gemeenschap met zijn Zoon Jezus Christus, onze Heer”. Paulus schetst een heel positief en zelfverzekerd beeld in slechts een paar verzen. De samenvatting vat het samen: “God is trouw”. Daar begint het allemaal mee. Daar zit het vertrouwen. Het hangt niet van mij af, van mijn gevoel of mijn geloof. Het hangt van God af. Hij is trouw. Dat is boven alles.

De roeping wordt dan verder beschreven: We zijn geroepen “tot gemeenschap met zijn Zoon Jezus Christus, onze Heer”. De roeping is tot gemeenschap. Het is niet om dogma’s te bevestigen. Het moet niet verward worden met de bevestiging van een bepaalde kerk. We zijn geroepen tot gemeenschap. Persoonlijke ontmoeting is het doel. Ontmoeting met de Opgestane.

We zijn geroepen tot gemeenschap met Zijn Zoon. Want dat is waar het zal doorgaan. Het Hebreeuwse woord voor zoon komt van dezelfde stam als het werkwoord “bouwen”. De Zoon is degene door wie de Vader Zijn werk opbouwt. We zijn geroepen om gemeenschap te hebben met Zijn Zoon Jezus Christus en daarom zijn we betrokken bij het werk van de Vader. Door Hem bouwt God aan Zijn verlossing voor deze wereld. En we noemen Hem Heer omdat we hierop vertrouwen, omdat we Hem vertrouwen.

We kunnen nu dus ook naar onze eigen situatie kijken, volgens hetzelfde patroon als Paulus hier beschrijft. Met dankbaarheid voor de juiste dingen. Met hetzelfde vertrouwen en dezelfde vooruitzichten. God is trouw. Elders en aan een andere kerk schrijft Paulus bijna hetzelfde:

“En ik heb ditzelfde vertrouwen, dat Hij die het goede werk onder u begonnen is, het ook voleindigen zal tot op de dag van Jezus Christus.”
Fil 1,6