De Bijbel beschrijft God als onzichtbaar. Hij is in wezen “geest”. Het artikel “De onzichtbare God” laat de verbanden zien. Dit beeld komt in de hele Bijbel terug. We zullen God zelf niet kunnen zien. In de loop van het Bijbelse verhaal wordt het echter duidelijk dat deze onzichtbare God zichzelf herkenbaar maakt. Hoe doet Hij dat?

Taal van God en Beeld van God

In het Evangelie volgens Johannes zegt Jezus:

“Noch hebt u ooit Zijn stem gehoord, noch Zijn verschijning waargenomen.”
Johannes 5:37

Dit is wat Jezus zegt over God, Zijn Vader. God is daarom niet alleen onzichtbaar (1Tim 1,17), maar ook onhoorbaar. Maar God spreekt op vele manieren.

“God, die van oudsher door de profeten tot de vaderen vele malen en op vele wijzen gesproken heeft, spreekt tot ons in het laatst van deze dagen in de Zoon, die Hij tot de losprijsdrager van alle dingen gemaakt heeft, en door wie Hij ook de eonen gemaakt heeft.”
Heb 1:1-2, vgl. 4Mo12:6, 4Mo12:8, 2Sam 23:2, Hab 2:1, Zach 1:9, Hos 1:2 en 2Pet 1:21.

God spreekt “in de Zoon”, dat wil zeggen, niet alleen “door de Zoon”, alsof alleen de woorden die Jezus spreekt van toepassing zijn, maar Gods taal is de Zoon. Dit omvat veel meer dan de woorden die Jezus spreekt. Het is ook duidelijk meer dan het idee dat Jezus slechts een voorbeeld voor ons is, dat ons in de goede richting wijst. De schrijver van Hebreeën gaat verder met de beschrijving en zegt:

“Hij is de uitstraling van Zijn glorie en de afdruk van Zijn wezen, en draagt het universum door Zijn krachtige Woord.”
Heb 1:3

We kunnen niet alleen de taal van God herkennen, maar we kunnen ook de “uitstraling van Zijn heerlijkheid en het karakter van Zijn wezen” in Jezus herkennen. Jezus is niet alleen de taal van God, maar ook het beeld van God. In de Zoon herkennen we de Vader, de onzichtbare God.

“De Zoon van Zijn liefde … Hij is het beeld van de onzichtbare God.”
Kol 1:13-15

Dus hoewel we God niet direct kunnen waarnemen, kunnen we wel veel over Hem indirect weten (Rom 1:20), het beste via de Zoon van Zijn liefde. Deze verwijzing uit Kolossenzen 1:13-15 gaat verder dan alleen het erkennen van de goddelijkheid van God. In de Zoon herkennen we Zijn liefde. Het is in de Zoon van Zijn liefde dat God werkt. Dit is te zien aan het motief erachter, de houding en ook het uitzicht. God dus, niet als een onpersoonlijke macht of kracht, niet als een ongenaakbare godheid, maar een God die zichzelf laat zien, met ons communiceert en zich in liefde tot ons wendt.

Spiegelbeeld

De Zoon is het beeld van God. Christus is het beeld van God.

“Christus, … die het beeld is van de onzichtbare God.”
2Cor 4,4

Het woord voor beeld (Gr. eikon) is nauw verwant aan het gegermaniseerde woord “Icoon”, een symbool en beeld van functie of richting. Pictogrammen zijn kleine symbolen die bijvoorbeeld op wegwijzers staan ter oriëntatie of die functies aanduiden in het ontwerp van de gebruikersinterface van softwareoplossingen. Denk aan het symbool voor e-mails, voor de printer of iets dergelijks.

In deze vergelijking is het duidelijk dat het beeld niet hetzelfde is als dat waarvan het getuigt. Als Christus het beeld van God is, dan wordt er ook gezegd dat Hij in absolute zin niet God kan zijn. Als men de wijdverspreide doctrine van de Drie-eenheid voorstaat, wordt dit vaak gebagatelliseerd. Maar gezien het feit dat de doctrine van de Drie-eenheid nog niet bekend was in de tijd van Jezus of de apostelen (het kwam eeuwen later), is het niet nodig om deze doctrine aan de tekst op te dringen. Als we het idee van deze doctrine van de Drie-eenheid buiten beschouwing laten, is de tekst bijzonder duidelijk. Christus, als de Zoon van God, toont ons de Vader, de onzichtbare God. Christus is zichtbaar. God is onzichtbaar. Het Oudtestamentische concept van de “Ene God” wordt niet in twijfel getrokken door Jezus of de apostelen, maar juist bevestigd.

Natuurlijk zijn er andere vergelijkingen uit de Bijbel, waaruit de betekenis van het woord “beeld” duidelijk wordt. In het boek Openbaring lezen we bijvoorbeeld over een visioen van Johannes waarin mensen zich het “wilde beest” uit de eindtijd voorstellen (Openb. 13:14-15).

De Brief aan de Hebreeën spreekt van een dubbel beeld:

“Want aangezien de wet slechts de schaduw is van het goede dat komen gaat, en niet het beeld van de feiten zelf …”
Heb 10:1

De verklaring hier heeft twee keer betrekking op de wet. Ooit wordt het “de schaduw van het goede dat komen gaat” genoemd en het is niet “het beeld van de feiten zelf”. Schaduw en beeld zijn hier beide “illustraties”. Zelfs een “afbeelding van de feiten” is niet het feit zelf. Als je de implicaties van zulke termen wilt begrijpen, moet je ze duidelijk begrijpen. Als Christus en God met elkaar worden verward, dan doet de Bijbel dat niet. Schriftelijk zijn ze anders. Dat is precies waar de kracht ligt, want we zien God niet tenzij Hij Zichzelf openbaart. Christus is nu het beeld van God die Hem laat zien.

Als je de bovenstaande uitspraken tot dit punt uitlegt, dan komen er gemakkelijk bezwaren naar voren die deze passages nu zouden moeten overtroeven. Dit is echter geen antwoord op de bijbelse passages. In de beroemde Ariaanse controverse in de 4e eeuw rechtvaardigden beide partijen hun standpunt met bijbelteksten. De ene groep stond erop dat Jezus “God zelf” was, namelijk “van dezelfde substantie”, terwijl de andere groep onder Arius erop wees dat Jezus het beeld van God was en daarom niet God zelf kon zijn, dus “niet van dezelfde substantie”.

De introductie van onbijbelse termen als “substantie” laat duidelijk zien dat je de Schrift hier niet voor zichzelf kan laten spreken. Buitenbijbelse termen zijn nodig om de gedachten over de Schrift weer te geven. Dit is geen exegese, maar eisegese.

Wat zegt de tekst?

Is alles nu duidelijk? Nee, want er zijn veel andere bijbelse passages. Na het eerste concilie was de opvatting van Arius weer overal in zwang. Alleen met meer gemeenteraden konden zijn standpunten “buitengesloten” worden. Arius heeft echter gewezen op bijbelse passages, zoals ik hier in deze post heb gedaan. De latere trinitariërs (de Heilige Geest als derde in de groep werd nog later toegevoegd) citeerden natuurlijk andere bijbelpassages. Mijn punt is niet om de bijbelse passages tegen elkaar uit te spelen, maar om te proberen te zien hoe ze in hun eigen context geïnterpreteerd kunnen worden.

Er is echter een belangrijk verschil tussen eisegese en exegese: exegese probeert te begrijpen wat er in de tekst staat. Eisegese probeert het traditionele begrip, de doctrine, op de tekst te projecteren. Exegese interesseert me. Ik wil eisegese vermijden. De vraag is natuurlijk: Wat is gezag voor mij? Is het traditie of is het de Schrift? En als ik Schrift zeg, bedoel ik dan mijn begrip of gaat het om de tekst in zijn eigen (geschreven, culturele) context?

Wat zegt de tekst? Dit is de enige vraag die we vandaag kunnen stellen. We kunnen de discussies van de laatste 2000 jaar volgen, maar deze zeggen helemaal niet wat de wijdverspreide doctrine van de Drie-eenheid benadrukt. De doctrine van de eenheid van God staat duidelijk in het “Sjema Israël” en is sindsdien een integraal onderdeel van de Bijbelse boodschap.

  • “Hoor, Yisrael! De Eeuwige is onze God; de Eeuwige is Eén!”
    Deut 6:4, Nafthali Hart Tur-Sinai
  • “Hoor Jisraël: HIJ onze God, HIJ Eén”.
    Deut 6:4, Martin Buber en Franz Rosenzweig
  • “Hoor Israël: Jahweh, onze God, is één Jahweh!”
    Deut 6:4, Elberfelder

Pas na het afsluiten van het Nieuwe Testament, in een eeuwenlange ontwikkeling, ging het van eenheid naar verdeeldheid en vervolgens naar twee-eenheid en nog later naar drie-eenheid. In deze context is het concept van de Drie-eenheid ook dubbelzinnig. Vandaag de dag zijn er nog steeds verschillen in interpretatie. Wie de Drie-eenheid als “door God gegeven” beschouwt, kan een blik werpen op de ontwikkeling van de gedachten (Wikipedia), waaruit blijkt dat er in de loop van de tijd veel andere gedachten aan zijn toegevoegd of tot verschillende interpretaties hebben geleid. Maar iedereen die de Drie-eenheid als “bijbels” wil voorstellen, mist de essentie van dergelijke leringen.

Wat naar mijn mening interessanter blijft, is de bevinding van de Schrift zelf, in combinatie met de vermaning van Paulus:

“Oordeel daarom over niets voordat de tijd er rijp voor is, totdat de Heer komt, die zelfs de verborgen dingen van de duisternis aan het licht zal brengen en de overleggingen van de harten zal openbaren. Dan zal iedereen lof van God ontvangen.
Maar dit, broeders, heb ik toegepast op mijzelf en Apollos als een stijlfiguur voor uw bestwil, opdat u in ons leert niet te denken over dingen die verder gaan dan wat geschreven staat, opdat u niet opgeblazen wordt, dat wil zeggen, geen voorstander bent van de ene leraar tegen de andere leraar. Wie heeft jou dan toestemming gegeven om anders te oordelen?”
1Cor 4,5-7

Bijbelteksten kritisch onderzocht ten gunste van een Drie-eenheid

In het christendom wordt overwegend aangenomen dat God Eén is, maar op een onbekende manier toch Drie. Niemand weet het zeker, maar velen zijn er zeker van dat er een zogenaamde “Drie-eenheid” bestaat, zelfs als men er geen informatie over vindt in de Bijbel. Noch de profeten, noch Jezus, noch de apostelen, noch iemand anders uit bijbelse tijden spreekt erover.

Er worden verschillende bijbelpassages aangehaald om de leer te ondersteunen. Daarom kun je deze informatie controleren. Dit artikel gaat over één van deze bijbelpassages. De enige overweging hier is of deze ene bijbelse passage geïnterpreteerd kan worden ten gunste van een Drie-eenheid. Misschien wel, misschien niet. Misschien heb je aan het eind één argument meer, misschien één argument minder. Dat is alles wat hier wordt gedaan. Ik deel hier wat voor mij de beste en duidelijkste interpretatie is. Misschien heb jij een betere interpretatie?

De argumenten pro-trinitarisme vallen uiteen in twee groepen:

  1. Argumenten rond het getal “3
  2. Argumenten rond de “godheid van alle deelnemers

Wat ik over dit onderwerp heb samengesteld en gevonden, is geen preset, maar slechts het resultaat van mijn persoonlijk onderzoek. Deze bijdrage kan daarom slechts gezien worden als een klein onderdeel van een veel groter argument in de richting van een positieve discussie die afweegt hoe we God kunnen zien en kennen. Deze post, net als deze website in het algemeen, gaat over het bevorderen van een“leercultuur“. Het gaat over onderwerpen en vragen die in talloze gesprekken als zodanig zijn genoemd. Dat wil gehoord en besproken worden. Natuurlijk is dit veeleisend, vooral als het om controversiële onderwerpen gaat. Zie ook de inleidende tekst over“Wie is God?” en over verschillen in discussies de bijdrage“Leven met tegenspraak“.