Geloof heeft veel te maken met hoe we de wereld zien. Wat zijn onze vooruitzichten? Wat doet de boodschap van de Bijbel met ons? Het is niet irrelevant hoe we de Bijbel begrijpen. Is het goed nieuws of eerder bedreigend nieuws? Is het een bevrijdende of een beperkende kijk? Paulus schrijft hierover als hij aan het eind van het 8e hoofdstuk van Rome de gemeente in Rome toespreekt. Het is een standpunt dat we mogen innemen.

“Wat zal ons scheiden van de liefde van God die in Christus Jezus is?
Verdrukking of druk en vervolging, honger of naaktheid, gevaar of zwaard?
Zoals er geschreven staat: Vanwege jou zijn we de hele dag gewend aan de dood; we worden gerekend als schapen voor de slacht.

Maar in dit alles zijn we superieure overwinnaars door Hem die van ons houdt.
Want ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven,
noch boodschappers, noch vorsten,
noch het heden, noch de toekomst, noch de krachten,
noch hoogte noch diepte,
noch enige andere schepping
zal ons kunnen scheiden van de liefde van God die is in Christus Jezus, onze Heer.”
Rom 8:35-39

Het hangt af van de kijkhoek

Niets is meer zoals het was. Dit is ongeveer hoe je het resultaat van de Brief aan de Romeinen tot dit punt zou kunnen samenvatten. Of met een ander beeld: Paul bekijkt de wereld vanuit een bepaalde hoek, creëert – net als met de camera – een gedeelte om te fotograferen. Daarmee vestigt hij de aandacht op bepaalde onderwerpen en zegt hij: Dit is de wereld zoals ik die vandaag de dag begrijp.

Hoe was het vroeger? De apostel schreef hierover in de eerste hoofdstukken van de Brief aan de Romeinen. De mens die op eigen kracht niet boven zichzelf uit kan groeien, staat tegenover een veel grotere God. We missen Zijn heerlijkheid, schrijft de apostel in Romeinen 3:23. Zij wiens ogen geopend zijn voor Gods natuur zien tegelijkertijd hun eigen beperkingen. Nuchterheid over ons begrip, onze actie en onze gerechtigheid is op zijn plaats. Paulus had het zo beschreven: “Er is niemand rechtvaardig, zelfs niet één! Er is niemand die verstand heeft! Er is niemand die God ernstig zoekt. Allen schuwen Hem en zijn tegelijkertijd nutteloos geworden” (Rom 3:10-12, vgl. Ps 14:1-3).

Dan volgt de nieuwe focus als Paulus zijn blik op God en Zijn Christus richt. Tegen de achtergrond van het menselijke probleem ontvouwt Paulus het evangelie door duidelijk te maken dat het niet om onze gerechtigheid gaat, maar om Gods gerechtigheid (Rom 3:21-23). Dit is het speciale perspectief van de apostel. Hij richt zijn camera als het ware op deze wereld, maar daarbinnen op een specifiek gedeelte. Het is het gedeelte waarin God werkt. Deze God, die we niet kunnen bereiken, maakt zichzelf herkenbaar in de wereld, vooral in Jezus, de Christus (of: Messias).

Paul stelt de camera in en laat ons door de zoeker kijken. We mogen zien wat hij ziet. We mogen Gods werk zien en horen en ons erover verbazen dat Hij geen gerechtigheid van ons eist, maar Zijn eigen gerechtigheid tot stand brengt – door het kruis en de opstanding. Deze gerechtigheid, die God zelf heeft bereikt, wordt ons gratis gegeven (Rom 3:24), d.w.z. zonder dat er iets tegenover staat (Ef 2:8-9). Daarom is het goed nieuws, een “evangelie”. Dat verandert het uitzicht.

Hoe we de wereld zien

Als we eenmaal de kijkhoek van het Evangelie hebben ingenomen, als het ware door de camera hebben gekeken die Paulus heeft opgesteld, en dan weer opstaan, dan verschijnt de wereld weer als voorheen. Het is ontnuchterend wat je ziet. Plotseling is er weer het hele spectrum van menselijke ervaring. Het gaat over leven en dood, over hoogte- en dieptepunten in ervaringen, over ontberingen en bedreigingen van de wereld waarin we leven.

Nadat hij ons in de vorige hoofdstukken als het ware door de lens van zijn camera heeft laten kijken, spreekt Paulus in deze laatste verzen van hoofdstuk acht plotseling weer over een grotere ervaring in deze wereld. Wat hebben we aan het speciale perspectief dat we eerder in de Brief aan de Romeinen konden ontdekken?

“Wat zal ons scheiden van de liefde van God die in Christus Jezus is? Verdrukking of druk en vervolging, honger of naaktheid, gevaar of zwaard?”
Rom 8:35

De apostel trekt een lijn tussen de hoofdstukken hiervoor (de liefde van God) en de realiteit in deze wereld (verdrukking, druk, vervolging, honger, naaktheid, gevaar, zwaard). Zal een overweldigende ervaring in deze wereld nu het Evangelie overstemmen? Of liever, zal de realiteit van deze wereld de liefde van God ondermijnen? Dat probeert de apostel hier duidelijk te maken. Op geen enkele manier negeert hij de ontberingen.

Hij citeert uit Psalm 44:22:

“Vanwege jou worden we de hele dag gedood, als slachtschapen worden we geteld.”
Rom 8:36

Zelfs als iemand de belofte van God heeft ontvangen en op God vertrouwt, kan de realiteit bedreigend zijn. De psalmenschrijver gaat verder en zegt: “Ontwaak! Waarom slaapt u, Heer? Word wakker! Verstoot ons niet voor altijd! Waarom verbergt u uw aangezicht en vergeet u onze ellende en onze verdrukking?” (Ps 44:23-24). Het is een heel begrijpelijke reactie als iemand in grote nood verkeert. Paulus sluit hierbij aan in zijn brief aan de Romeinen. Het gaat niet alleen over het evangelie, over de belofte van God, maar het gaat ook over deze wereld en hoe wij erin staan. Kunnen we die twee met elkaar verzoenen? Of met andere woorden, hoe leven we als gelovigen congruent met ons geloof in deze wereld? Hoe overbruggen we discrepanties tussen de vooruitzichten en de huidige realiteit?

De liefde van God

Drie keer noemt Paulus de liefde van God:

  1. Wat zal ons scheiden van de liefde van God? (Rom 8:35)
  2. Maar in dit alles zijn we superieure overwinnaars door Hem die ons liefheeft (Rom 8:37).
  3. … zal ons kunnen scheiden van de liefde van God (Rom 8:39).

Deze liefde van God is niet ongedefinieerd, zoals een vaag gevoel, maar Paulus verklaart herhaaldelijk dat deze liefde van God “in Christus Jezus” is. Dat is de definitie. Dit is het perspectief dat hij ons in het Evangelie liet zien, als het ware door de lens van zijn camera.

Hier is nu het verband: wat mensen niet konden doen, deed God zelf, namelijk Zijn gerechtigheid tot stand brengen. Hierin toonde Hij Zijn liefde. “Maar God vergroot zijn liefde jegens ons doordat Christus, toen wij nog zondaars waren, voor ons gestorven is.” (Rom 5:8). Dat is ijzersterk. Dit gebeurde ook precies vanwege de wereld waarin we ons bevinden. De ontberingen in de wereld, onze ontoereikendheid, de hele last van ons leven, worden niet recht voor onze ogen opgeheven, maar het is door deze dingen dat God werkt. De liefde van God heeft alles te maken met deze wereld waarin we ons bevinden. Maar we zijn nog niet aan het einde van de weg, we zijn er alleen maar naar op weg.

Paulus stelt Gods werk voor ons, maar nog steeds niet alsof alles al bereikt is. Maar dat maakt het niet minder echt. Het werk van God heeft verstrekkende gevolgen:

“Dienovereenkomstig, zoals er door de ene grief veroordeling kwam voor alle mensen, zo komt er ook door het ene vonnis van de wet rechtvaardiging van het leven voor alle mensen.”
Rom 5:18

Dat is slechts een voorproefje. We zijn er nog niet. Toch kunnen we er met een gerust hart naartoe reizen. We leven in deze wereld, maar kunnen al verder kijken dan de huidige situatie. Dit maakt het niet wereldvreemd, maar zowel de huidige situatie als de toekomstige situatie kunnen in aanmerking worden genomen. Geloof kan dat doen, vertrouwend op wat de Bijbel zegt. “In dit alles zijn wij echter superieure overwinnaars door hem die ons liefheeft” (Rom 5:37). Hiermee brengt Paulus ons terug naar de kern van het evangelie, dat God aan het werk is en dat we Zijn liefde daaraan herkennen. God is in wezen liefde (1Joh 4,8). Vanuit deze liefde werkt Hij. Daarom kunnen we in deze liefde rusten, wat er ook om ons heen en in ons gebeurt.

“Omdat ik overtuigd ben,
dat dood noch leven,
noch boodschappers, noch vorsten,
noch het heden, noch de toekomst,
noch bevoegdheden,
noch hoogte noch diepte,
noch enige andere schepping
ons kunnen scheiden van de liefde van God,
die in Christus Jezus, onze Heer, is.”
Rom 8:38-39

Paulus omvat alles. Het omvat ook de toekomst. Dit laat zien dat Hij Gods werk als veel groter ziet dan al het andere dat in deze wereld gebeurt. Hij heeft slechts een detail getoond door “de lens van zijn camera”, maar het is de beslissende hoek. Hoewel dit op een kleine plaats gebeurde, omvat het alles in zijn impact, zelfs het heden en de toekomst.

Paulus heeft een allesomvattend beeld van het werk van God. God zal op een dag “alles in allen” zijn (1Cor 15:28). Daarom heeft de apostel een grote God die niet stopt bij de verschrikkingen van de wereld, bij de uitdagingen van het leven, maar Zijn doel bereikt door hen heen.

Met dit doel kunnen we vandaag al afstemmen, God dankend, om nuchter en vol vertrouwen in deze wereld te staan. We doen er goed aan om steeds weer door deze camera te kijken, zodat we het zicht op Gods liefde helder voor ogen hebben.