Ik heb net uitgebreid gezocht naar de term “eeuwige verdoemenis”. Verrassend genoeg zijn er veel teksten over dit onderwerp, maar geen Bijbelverwijzingen. De zogenaamde “eeuwige verdoemenis” staat niet in de Bijbel, maar wordt er vaak in geprojecteerd.

Is er eeuwige verdoemenis? Het korte antwoord is nee. Een langer antwoord vereist natuurlijk rechtvaardigingen. Maar de basisopmerking zou moeten zijn dat er nergens in de Bijbel een term als “eeuwige verdoemenis” voorkomt. Je hoeft dus geen bijbelpassages te “weerleggen”, want er zijn geen bijbelpassages om dat te doen.

De Bijbel spreekt nergens over “eeuwige verdoemenis”.

De Bijbel spreekt nergens over “eeuwige verdoemenis”. De uitdrukking geeft zichzelf dus bloot als een vreemde gedachte die de Bijbel is binnengesmokkeld. Natuurlijk mag iedereen geloven in eeuwige verdoemenis, maar je kunt geen steun van de Bijbel claimen voor je mening.

In de regel gaat het argument als volgt: Er is eeuwige verdoemenis omdat … Dit wordt gevolgd door verschillende bijbelpassages die niet spreken over eeuwige verdoemenis, maar die op deze manier worden geïnterpreteerd. Dus kiest men bijbelse passages die naar de eigen doctrinaire mening neigen.

Voorbeeld “Eeuwige straf

Matteüs 25:46 zegt het volgende:



En dezen zullen de eeuwige straf ondergaan, maar de rechtvaardigen het eeuwige leven.

.”

Slachter 2000

Deze passage wordt herhaaldelijk in één adem genoemd met eeuwige verdoemenis. Een vertaling die dicht bij de basistekst staat, werpt echter al veel licht op deze passage:

“Zo zullen dezen de aeonische straf ondergaan, maar de rechtvaardigen het aeonische leven.”
Concordant Nieuw Testament (KNT)

Eeuwig is niet eindeloos

Als je de twee vertalingen vergelijkt, zijn er opvallende verschillen. In plaats van “eeuwig”, namelijk “eindeloos”, gaat het hier om “aeonisch”. Jezus’ toespraak in Matteüs 24 en 25 is het antwoord op de vraag van de discipelen “Zeg ons, wanneer zal dit zijn, en wat is het teken van Uw aanwezigheid en van het einde van de eon?”. (Mt 24:3 KNT). De discipelen stonden in de verwachting dat de huidige tijd vervangen zou worden door een nieuw tijdperk, door een nieuwe eon. Jezus had hen een aeonisch leven beloofd voor deze komende aeon:

Toen begon Petrus Hem te vragen: “Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd: Wat zal ons deel zijn? Jezus antwoordde hem: Voorwaar, Ik zeg u […] en in de toekomende eon het eoniaanse leven.”
Mk 10,28-30 KNT

De discipelen ontvangen “aeonisch leven in de komende aeon”. Zij krijgen geen eindeloos leven, maar een leven voor de duur van de komende aeon. Wat daarna komt is geen onderwerp van de verklaring. Jezus heeft het niet over een fictieve eeuwigheid, maar heel concreet over de vervulling van bepaalde beloften. Het ging over het Koninkrijk der Hemelen, dat nu “nabij gekomen” was. De dageraad van dit koninkrijk markeert een overgang van deze tijd (deze eon) naar de volgende tijd (komende eon).

De komende eon is iets anders dan een fictieve eindeloze eeuwigheid die pas veel later in zulke passages werd geprojecteerd. Wat aeonisch is, betreft dit komende Messiaanse tijdperk. In de Evangeliën spreekt Jezus vaak over het komende (Messiaanse) Koninkrijk. Dit houdt een contrast in tussen deze tijd en de tijd die komen gaat, tussen deze tijd en de tijd die komen gaat, tussen deze aeon en de aeon die komen gaat (bijv. Mt 12,32; Lc 20,34-35).

Eeuwig is niet eindeloos. Het gaat niet om kwantiteit, maar om kwaliteit. Het gaat erom dat de discipelen er dan zijn in deze nieuwe tijd. Wat Jezus vertelt was logisch voor Zijn luisteraars. Het was wat ze kenden uit de Tenach, het Oude Testament, als het vooruitzicht. Het was het koninkrijk dat door de profeten was beloofd. Niemand wist nog iets over een eindeloze eeuwigheid. Meer hierover in de serie artikelen “Wat is eeuwigheid?

Een “eeuwige straf” is daarom geen “eindeloze straf”, maar een straf in verband met deze komende eon. Twee hoofdstukken lang legt Jezus uit hoe de overgang van deze eon naar de volgende eon plaatsvindt. Er zijn naties (daar gaat de context over) die een aeonische straf over zichzelf brengen.

Eeuwige straf voor sommige naties

Een volgend punt is de uitdrukking “eeuwige straf”. Op wie heeft dit invloed? Welnu, Jezus spreekt in de context van hele volken (Mt 25:32 e.v. Zie ook de bijdrage “Schapen en bokken”). Dit gaat niet over een laatste oordeel, noch over een eeuwige veroordeling van individuele mensen, noch over de vraag of iemand in Jezus gelooft. Dit alles wordt helemaal niet genoemd.

De “eeuwige straf” is een straf die een rol speelt in de komende aeon, in dit komende tijdperk (en alleen dan). Het is geen marteling, het is een straf. Het Griekse kolasis is een straf met als doel herstel en correctie. Het is onwaarschijnlijk dat dit een rozengeur en maneschijn is, maar het is zeker geen eindeloze veroordeling. Het woord anders komt alleen voor in de eerste brief van Johannes:

“Angst is niet in de liefde, maar volmaakte liefde verdrijft angst, want angst heeft te maken met straf.”
1Joh 4,18

Noch hier, noch in het Evangelie van Matteüs kan een “eeuwige verdoemenis” worden voorgelezen. Het woord komt verder niet voor in het Nieuwe Testament. Het werkwoord kolazo komt nog voor in 2Pet 2,4, waar het gaat over degenen die gestraft moeten worden, die bewaard worden tot het oordeel. Dit betekent geen finaliteit, maar een tijdelijke situatie. Het is geen rechtbank, maar voogdij tot aan de rechtbank. Evenzo kan er geen “eeuwige verdoemenis worden teruggevonden” in Handelingen 4:21. Afhankelijk van het manuscript is er een laatste vermelding in 1Pet 2:20, maar zelfs daar is er geen aanwijzing dat God mensen “eeuwig veroordeelt”.

Bijbelvertalingen en “verdoemenis

Voor een geïnteresseerde bijbellezer is het essentieel om te begrijpen dat niet alles wat men van de Bijbel vindt ook in de Bijbel getuigd wordt. Wie een gezonde basis van geloof voor ogen heeft, moet onderscheid maken tussen de twee. Sommige dingen staan echt in de Schrift, terwijl andere er alleen in geprojecteerd worden. Onder de binnengesmokkelde gedachten zijn termen als “hel”, “vrije wil”, “eeuwige verdoemenis” en dergelijke. Ze staan echt nergens. Ik verwijs echter naar de basistekst wanneer ik deze verklaring afleg. Deze dingen worden daar niet genoemd.

In vertalingen, aan de andere kant, vindt men dergelijke termen, maar ze zijn geenszins uniform vertaald. De beste manier om dit te zien is door een paar Bijbelvertalingen te vergelijken (klik op de link):

  • “Verdoemenis” in drie Duitse vertalingen
    Elberfelder: 4x
    Schlachter 2000: 2x
    Luther 2017: 16x

In deze drie vertalingen staat wel “verdoemenis”, maar in andere vertalingen nergens. Maar de samengestelde uitdrukking “eeuwige verdoemenis” bestaat nergens. Dat is een utopie.

De verschillen tussen de vertalingen zijn aanzienlijk. Hieruit blijkt meteen dat vertalers het absoluut niet met elkaar eens zijn over waar en wanneer een dergelijke vertaling op zijn plaats is. Verdoemenis wordt er soms hier en soms daar in gelezen. Verder laat het gebrek aan overeenstemming zien dat er herhaaldelijk verschillende woorden worden gebruikt om dezelfde termen uit de grondtekst te vertalen, of dat er verschillende Griekse woorden worden vertaald als verdoemenis. Daarom horen we vandaag iets heel anders dan de eerste luisteraars van Jezus of de apostelen. Hier moet je je consequent afvragen waarom op elk punt “verdoemenis” wordt gebruikt en niet een ander woord?

Luther 2017 vertaalt meestal met verdoemenis:

  • Mt 7,13 gr. apoleia (te gronde gaan, verloren gaan. Zie ook hier)
  • Mt 23,33 gr. geenna (Gehenna. Zie ook hier)
  • Lk 23,40 gr. krima (oordeel, vonnis, het resultaat van oordelen).
  • Rom 3:8 gr. krima (oordeel, vonnis, het resultaat van oordelen).
  • Rom 5:16 gr. krima (oordeel, vonnis, het resultaat van oordelen).
  • Rom 5:18 gr. krima (oordeel, vonnis, het resultaat van oordelen).
  • Rom 8:1 gr. katakrima (veroordeling, als vonnis, het resultaat van oordelen).
  • 2Cor 3,9 gr. katakrisis (veroordeling. Stijlfiguur “bediening van veroordeling”)
  • Fil 1,28 gr. apoleia (vergaan, ondergang, afval. Zie ook hier).
  • Fil 3,19 gr. apoleia (vergaan, ruïne, afval. Zie ook hier).
  • 1Tim 6,9 gr. apoleia (vergaan, ondergang, afval. Zie ook hier).
  • 2Pet 3,7 gr. apoleia (vergaan, ondergang, afval. Zie ook hier).
  • 2Pet 3,16 gr. apoleia (vergaan, ondergang, afval. Zie ook hier).
  • Openb. 17,8 gr. apoleia (vergaan, ruïne, afval. Zie ook hier).
  • Openb. 17,11 gr. apoleia (vergaan, ruïne, afval. Zie ook hier).
  • (Sir 41:10 Apocrief, niet beschouwd)

Twee dingen vallen op: Ten eerste zie je hier heel duidelijk de willekeur van de vertaling. Ten tweede wordt het woord apoleia het vaakst gebruikt, in de helft van de verwijzingen.

apoleia

Het stamwoord is verwant aan het woord voor “verliezen, vergaan” (vaak vertaald als “verloren gaan”) en bestaat uit de twee woorddelen apo en olumi, die etymologisch kunnen worden opgevat als “volledig oplossen”. Wanneer dit woord voorkomt, wordt een ondergang beschreven hier op aarde, die dan mogelijk eindigt in de dood. De term beschrijft echter niets na de dood. Wie een Concordant Nieuw Testament heeft, kan al deze informatie gemakkelijk opzoeken in de trefwoordenconcordantie aan het einde van de bijbeleditie. Daar vind je alle termen, gerangschikt op de Griekse woorden.

De verwarring ontwarren

Eeuwige verdoemenis wordt nergens in de Bijbel genoemd. Het woord verdoemenis werd ontmaskerd als een willekeurige vertaling. Als zo’n term in het niets verdwijnt, doen we er goed aan hem niet meer te gebruiken. In plaats daarvan gaat het om de termen die daadwerkelijk worden genoemd. Er wordt immers niets weggenomen, alleen een conceptualisering wordt als fout erkend. Dit is als het ware de voorwaarde voor ons om dichter bij de Bijbel te komen. We kunnen de verwarring ontwarren en tot een beter begrip komen.