Direct na het briljante vooruitzicht dat Paulus geeft in 1Cor 15,20-28 volgt een nogal vreemde zin:

“Wat zullen anders zij doen die voor de doden gedoopt zijn?”
1Cor 15,29 Rev. Elbf.

Als je deze zin zelf leest, zou je de indruk kunnen krijgen dat er een gewoonte bestond waarbij mensen “voor de doden” gedoopt werden. Tenminste, zo wordt het geïnterpreteerd en soms vertaald, zoals hier in de “Hoop voor allen” vertaling:

“Sommigen van jullie zijn gedoopt voor mensen die al gestorven zijn. Wat heeft dat voor zin als de doden helemaal niet opstaan?”
1Cor 15,29 Hoop voor iedereen

Maar het feit dat sommigen worden gedoopt “namens mensen die al zijn overleden” is waarschijnlijk meer een mythe en legende die in de loop der tijd in stand is gehouden. 2. en Dit is een praktijk die in sommige kringen in de 3e eeuw werd ingevoerd en die vandaag de dag nog steeds wordt toegepast door verschillende groepen (Nieuw-Apostolische Kerk, Mormonen). Deze praktijk is nergens in de Bijbel te vinden en wordt in dit vers geïnterpreteerd. Dit vers ziet er heel anders uit als we het lezen in een vertaling die dicht bij de grondtekst staat, bijvoorbeeld in de concordante weergave:

“Wat doen anders zij die gedoopt zijn? Het zou voor de doden zijn als de doden niet in het algemeen werden opgewekt! Wat moeten we anders voor hen dopen? Waarom brengen we onszelf elk uur in gevaar? Dag na dag sterf ik – door alle roem die ik in u heb in Christus Jezus, onze Heer! Wat voor nut zou ik hebben als ik alleen maar met wilde beesten vocht zoals de mensen in Efeze? Indien de doden niet opgewekt worden, laat ons dan eten en drinken, want morgen sterven wij. Laat je niet misleiden: Kwade praat corrumpeert vriendelijke karakters. Wees rechtvaardig, wees nuchter en zondig niet! Want sommigen hebben geen juiste kennis van God; tot uw schande moet ik aldus tot u spreken!”
1Cor 15,29-34

De sleutel tot begrip ligt in de context. Alleen als we dit vers in de context lezen, kunnen we de verbanden begrijpen. Twee dingen zijn hier belangrijk:

  1. Wat is de context van dit vers?
  2. Wat is de formulering in de context? Waar wordt naar verwezen?

De tekst in zijn context begrijpen

Het vers volgt op de invoeging 1Cor 15,20-28. Of met andere woorden: Als we Paulus’ theologische excursie even terzijde schuiven, sluit vers 29 direct aan op vers 19.

In de passage 1Cor 15:12-19 beschreef Paulus dat er in Korinthe mensen waren die de opstanding ontkenden (1Cor 15:12). Dus er zou geen opstanding in het algemeen zijn, volgens sommigen. Als dit waar zou zijn, dan zou Christus logischerwijs ook niet zijn opgestaan en zou er geen rechtvaardiging van zonden hebben plaatsgevonden. Ja, we zouden de zieligste van alle mensen zijn als we dat geloofden (1Cor 15,19). Paulus vervolgt deze uitspraak nu in vers 29:

“Wat doen anders zij die gedoopt zijn? Het zou immers voor de doden zijn, als de doden niet in het algemeen werden opgewekt!”

In de kerk van Korinthe werd gedoopt. Paulus volgt nu met de praktijk van de doop. Maar: de doop was niet zo belangrijk voor Paulus omdat Christus hem niet opdroeg om te dopen (1Cor 1,17). In Korinthe was er echter de doop, en dit ritueel zou zinloos zijn als de doden niet waren opgestaan en Jezus dus niet was opgestaan. Al deze rituelen zouden zinloos zijn zonder een redelijk vooruitzicht op opstanding en zonder een levende Christus! Doop – het zou voor de doden zijn (logisch gevolg!), als doden in het algemeen niet werden opgewekt (1Cor 15,29). Dan zou er geen hoop meer zijn.

De nutteloze doop

Dus een doop voor de doden wordt hier niet bedoeld, maar in de context wordt de doop “nutteloos” genoemd als er geen opstanding zou zijn. “Wat is er anders om voor gedoopt te worden?” laat de overbodigheid van het ritueel zien als er geen vooruitzicht was na de dood. Paulus is dus geen ritualist, maar hij trekt het ritueel in twijfel op basis van de vreemde opvattingen onder sommigen in Korinthe.

Paulus legt vervolgens uit wat de verdere gevolgen zijn voor zijn eigen werk: hoe nutteloos zou het ook voor hem zijn om zichzelf voortdurend in gevaar te brengen! Want als de doden in het algemeen niet worden opgewekt, laten we dan eten en drinken, want morgen sterven we! (1Cor 15,32 Is 22,13).

Zonder een blik voorbij dit leven (het thema “opstanding”!) heeft niet alleen het doopsel geen betekenis, maar wordt het hele geloof nutteloos. Als Jezus alleen een prediker van goede zeden was geweest, alleen een persoon met een bijzondere ethiek, alleen een leraar van wijsheid of een hervormer van het Jodendom, alleen een vrijheidsstrijder of een stichter van religie, dan zou alles wat we hieruit afleiden geen betekenis hebben. Want morgen sterven we en is alles voorbij.

De betekenis van de opstanding is daarom het centrale punt in het evangelie. Het gaat over meer dan we hier in deze wereld en hier en nu in gedachten hebben. Als we dit niet begrijpen, missen we de kern en het perspectief van Gods handelen in Zijn Christus.

Laat u niet misleiden

Samenvattend beoordeelt Paulus nu de beweringen in de kerk dat er geen opstanding is en schrijft:

“Laat je niet misleiden: Slechte gesprekken corrumperen vriendelijke karakters. Wees nuchter en zondig niet! Want sommigen hebben geen juiste kennis van God; tot uw schande moet ik aldus tot u spreken!”
1Cor 15,33-34

Laat je niet misleiden! Dit betreft de onjuiste opvatting dat er geen wederopstanding is. Zulke slechte gesprekken verwennen mensen. De kern van het Goede Nieuws is verloren gegaan. In plaats daarvan moesten de Korinthiërs zich “rechtvaardig nuchter” gedragen en niet zondigen (niet de plank misslaan). Met andere woorden, je zou kunnen begrijpen dat Paulus tegen de Korintiërs zegt: Word wakker! Dit is een valse doctrine die nergens toe leidt. Dit leidt af van de kern van het evangelie.

Over de mensen die beweren dat er geen opstanding is, zegt hij nu: “Want sommigen hebben geen juiste kennis van God!”. Paulus neemt geen blad voor de mond. Hij zegt rechtuit wat wat is. De Korintiërs moeten leren om het juiste verschil te maken. Dit zijn echter harde woorden en eigenlijk had het niet zo moeten zijn. “Tot je schaamte moet ik je zo toespreken!”

Chaos in de gemeenschap

De kerk in Korinthe was chaotisch. Paul moest orde scheppen in de chaos. Er was strijd en sektarisme (1Cor 1), geraaskal over ontspoorde geestelijke gaven (1Cor 12) en nu dit, de ontkenning van de opstanding (1Cor 15)! Het was echt geen gemakkelijke brief en de gemeenschap moest zich schamen dat het zover was gekomen. Hij heeft al eerder uitgebreid geschreven over moeilijkheden:

“Zo kon ik, broeders, niet tot u spreken als tot geestelijk gezinden, maar alleen als tot vleselijk gezinden, als tot kinderen in Christus. Ik heb jullie melk te drinken gegeven, geen vast voedsel, want jullie waren nog niet in staat om het op te nemen. Dit is voor jullie nog steeds niet mogelijk, omdat jullie nog steeds vleselijk gezind zijn.
1Cor 3,1-2

“Deze dingen schrijf ik niet om u te beschamen, maar ik vermaan u als mijn geliefde kinderen. Want al had u tienduizend metgezellen in Christus, toch hebt u niet vele vaders; want in Christus Jezus heb ik u verwekt door het evangelie. Daarom zeg ik u: Weest navolgers van mij.”
1Cor 4,14-16

“Want wat heb ik te oordelen over hen die buiten de kerk zijn? Jullie oordelen niet eens over hen die binnen zijn! Maar over hen die buiten zijn, zal God oordelen! Verwijder de goddelozen uit jullie midden!”
1Cor 5,12-13

“Maar als de volwassenheid komt, zal dit uit de fractie verdwijnen. Toen ik minderjarig was, sprak ik als een minderjarige; ik was gezind als een minderjarige en ik waardeerde alles als een minderjarige. Maar toen ik een man werd, heb ik de dingen van onrijpheid verworpen.”
1Cor 13,10-11

“Broeders, wordt in uw denken en denken niet als kleine kinderen. Jullie moeten onvolwassen zijn in het kwaad, maar volwassen in denken en denken!
1Cor 14,20

De juiste kennis van God

Deze en andere passages laten zien dat Paulus in deze brief vecht voor spirituele groei in de gemeente. Hij corrigeert, doet moeite, bekritiseert en verduidelijkt. Hij wil de gemeenschap opbouwen. De apostel wil dat ze groeien naar volwassenheid in denken en voelen. De tweede brief aan de Korintiërs toont dan de eerste vruchten van deze correctie.

Hier gaat de opstanding over niets minder dan de juiste kennis van God. Het loslaten van het fundament van het evangelie (de opstanding) resulteert in het verlies van het evangelie. Paulus is niet vaag in zijn uitspraken, noch zegt hij simpelweg “bygones be bygones” in het geval van misstappen, maar hij verduidelijkt en corrigeert zodat de Korintiërs een gezonde basis in geloof en leven hebben. Want daar draait het allemaal om: het leven in deze wereld. Paulus corrigeert hen niet om “orthodox” te worden, laat staan om “zelfingenomen meningen” te hebben. Het gaat om de impact van het onderwijs in het hier en nu.