Paulus schrijft de gemeente in Rome over zijn plannen:

“Daarom kon ik vaak niet naar je toe komen. Maar omdat ik nu geen plaats meer heb in deze landschappen, maar er al vele jaren naar verlang om naar jullie toe te komen zodra ik naar Spanje ga, verwacht ik jullie te zien als ik op doorreis ben en door jullie te worden uitgerust en naar jullie doorgestuurd als ik eerst wat verfrissing van jullie heb gehad.

Ten eerste ga ik nu naar Jeruzalem om de heiligen te dienen. Want Macedonië en Achaia keurden het goed om een bijdrage te geven voor de armen onder de heiligen in Jeruzalem. Zij keuren dit goed omdat zij hun schuldenaren zijn; want als de volken deel hebben aan hun geestelijke goederen, zijn zij ook verplicht om bij te dragen aan de vleselijke.

Daarom zal ik (zodra ik deze dienst heb volbracht en deze vrucht voor hen heb verzegeld) door jou reizen en dan naar Spanje gaan. Maar ik weet dat ik zal komen (als ik naar jullie toe kom) in de volheid van de zegen van Christus.

Maar ik beloof u, mijn broeders, door onze Heer Jezus Christus en door de liefde van de Geest, dat u met mij zult worstelen in gebeden tot God namens mij, opdat ik beschermd zal worden tegen de opstandigen in Judea en dat mijn dienst aan Jeruzalem aanvaardbaar zal zijn voor de heiligen daar, zodat ik door Gods wil met vreugde naar u toe zal komen en rust bij u zal vinden. Maar de God van vrede zij met u allen! Amen!”
Romeinen 15:22-33

Reisplannen

Deze passage vertelt over Paulus’ reisplannen. Wat zijn de gebieden en plaatsen waar Paul hierna naartoe hoopt te gaan? In volgorde van vermelding:

  • Rome, Italië (Rom 15:22, vgl. Rom 1:7-9)
  • Spanje (Rom 15:23, als hoop)
  • Jeruzalem (Rom 15:25)
  • Judea (Rom 15:31)

Paulus schrijft vanuit Korinthe

Toen Paulus zijn brief aan de Romeinen schreef, verbleef hij een paar maanden in Korinthe. Het feit dat hij in Korinthe is, kan worden afgeleid uit verschillende aanwijzingen.

  • De vermelding van Phoebe uit Kenchraea in Rom 16:1 is zo’n verwijzing. Kenchraea is de haven van Korinthe.
  • De vermelding van Prisca en Aquilla is ook een aanwijzing. Deze waren onlangs vanuit Rome naar Korinthe gekomen (Rom 16:3, vgl. Hand 18:1-2). Ze waren tentenmakers van beroep, net als Paulus (Handelingen 18:3), en beiden vergezelden Paulus later op zijn reizen (Handelingen 18:18).
  • De reis naar Jeruzalem die in Handelingen 19,21 wordt genoemd, wordt als doel genomen, zodat de brief van tevoren is geschreven. In de Handelingen van de Apostelen schrijft Lucas over dit besluit:“Toen dit volledig tot hem doordrong, besloot Paulus in de Geest om door Macedonië en Achaïë te trekken en naar Jeruzalem te gaan.Hij zei: “Nadat ik daar ben geweest, moet ik ook Rome zien.”
    Handelingen 19:21

Een keerpunt in Paulus’ bediening

Dit vers is een keerpunt in Paulus’ bediening. Tot nu toe heeft hij rechtvaardiging door geloof gebracht aan de naties, in lijn met de messiaanse verwachting. De volken waren “schuldenaren” van Israël (Rom 15:25-27). Deze uitspraak is opmerkelijk omdat Paulus later nooit meer over deze afhankelijkheid spreekt, maar aan het eind van zijn leven tot de conclusie komt dat de volken nu volwaardige leden van de geloofsfamilie zijn, en geen gasten van de verbondsbelofte (aan Israël). Zie Efeziërs 2:13-18.

Het Nieuwe Testament is geen pasklare oplossing. Er vindt een ontwikkeling plaats. We moeten deze ontwikkeling leren begrijpen en waarderen, omdat wij als kerk van alle naties ergens in deze ontwikkeling staan. Waar?

De Handelingen van de Apostelen beschrijven deze ontwikkeling. Aan het begin gaat het over het koninkrijk voor Israël (Handelingen 1:6-8), terwijl aan het einde de verlossing naar de volken moet worden gebracht omdat Israël opnieuw de verlossing afwijst (Handelingen 28:28). Petrus staat in het begin centraal, terwijl Paulus vanaf hoofdstuk 13 centraal staat. Deze en andere elementen zijn te vinden in de Handelingen van de Apostelen.

Paulus in de Handelingen der Apostelen en in zijn brieven

Wat zich ontwikkelt in de Handelingen van de Apostelen wordt ook weerspiegeld in de brieven. In Romeinen noemt Paulus bijvoorbeeld twee complementaire realiteiten die alleen als een ontwikkeling kunnen worden geïnterpreteerd:

  • Rom 1:1-2: Het evangelie van God
    Het Evangelie van God werd eerder beloofd door Zijn profeten in de heilige Schriften. Het onderwerp was rechtvaardiging door geloof.
  • Rom 16:25-26: Mijn evangelie
    Het evangelie, dat Paulus “mijn evangelie” noemt, is gebaseerd op de openbaring van een mysterie (d.w.z. het was nog niet eerder bekend). Het werd voor het eerst bekend gemaakt door profetische geschriften zoals de Brief aan de Romeinen.

De reis naar Jeruzalem

Opnieuw gaat de reis naar Jeruzalem, waar Paulus later wordt gearresteerd. Onderweg wordt hij verschillende keren door de broers gewaarschuwd om niet naar Jeruzalem te gaan.

In Tyrus:
“Ze vertelden Paulus in de geest om niet naar Jeruzalem te gaan”.
Handelingen 21:4

In Caesarea:
“Een profeet met de naam Agabus kwam uit Judea. Hij kwam naar ons toe, nam de gordel van Paulus, bond zijn voeten en handen ermee vast en zei: ‘Zo zegt de Heilige Geest: ‘De man aan wie deze gordel toebehoort, zal door de Joden in Jeruzalem zo worden vastgebonden en aan de volken worden overgeleverd. Toen we dit hoorden, drongen wij en de mensen in de stad er bij hem op aan om niet naar Jeruzalem te gaan. Toen nam Paulus het woord en zei: “Waarom maken jullie mijn hart zo zwaar met jullie geklaag? Want ik ben niet alleen bereid om in Jeruzalem gebonden te worden, maar ook om te sterven voor de naam van de Heer Jezus”. Omdat hij niet overgehaald kon worden, zwegen we erover en zeiden: “De wil van de Heer geschiede.”
Handelingen 21:10-14

De reis waar Paulus het in Romeinen 15 over heeft, zal anders verlopen dan hij dacht. Hij komt inderdaad aan in Rome, maar veel later en als gevangene. Zijn wens om naar Spanje te gaan is waarschijnlijk nooit vervuld.

De kerk in Jeruzalem

De kerk in Jeruzalem is de kerk die wacht op de Messias en de vestiging van het Messiaanse koninkrijk als vooruitzicht heeft. Er waren in Jeruzalem

“Tienduizenden onder de Joden die gelovig zijn geworden, en ze behoren allemaal tot de ijveraars voor de wet”.
Handelingen 21:20

Voor Paul betekent dit een conflict. Niet met de Twaalf Apostelen (Gal 2:7-9), maar met sommigen die niets van de naties wilden weten. Hij vraagt de Romeinen om gebed:

“Om met mij te worstelen in gebeden tot God namens mij, opdat ik beschermd mag worden tegen de opstandigen in Judea en opdat mijn dienst aan Jeruzalem aanvaardbaar zal zijn voor de heiligen daar.”
Rom 15:31

De apostel wil een bediening uitvoeren voor de heiligen in Jeruzalem, maar voelt tegelijkertijd weerstand van sommigen. Deze weerstand is gericht tegen het evangelie van genade zoals dat door Paulus onder de volken wordt verkondigd. Maar het kunnen ook Joden zijn die niet bij de kerk horen en ook niets te maken hebben met het goede nieuws voor andere volken.

Vanaf deze reis zal er veel veranderen en ontwikkelen in de brieven van de apostel Paulus. Het is een belangrijke periode van zijn reizen. In “deze landschappen” (tegenwoordig Turkije, Griekenland), zei hij, heeft hij “geen plaats meer” (Rom 15:23). Vandaar de reisplannen en de intentie om via Rome naar Spanje te reizen. Sommige dingen zullen zich echter op een meer gedifferentieerde manier ontwikkelen. Het is nog niet bekend waar we nu staan. Gelovigen uit de naties zijn nog steeds “gehecht” aan Israël. Maar dat staat op het punt te veranderen. Vandaag hebben we vrije toegang tot de Vader (Ef 2:18), maar Paulus schrijft hier alleen over in zijn laatste brieven.

Brug over de Tiber in Rome.
Gelicentieerd via Envato