Is het mogelijk om geloof “vast te pinnen”? Kan het bindend worden gekoppeld aan bepaalde kenmerken? Ik denk van wel. Ik denk echter niet dat het een kwestie is van bepaalde dogma’s of overtuigingen, alsof je onderscheid kunt maken tussen zwart en wit, tussen goed en fout.

Geloof is vertrouwen

Ik kan me niet voorstellen dat iemand geloof kan hebben zonder te twijfelen. Sommige dingen zijn zeker. Anderen zijn echter volledig onbekend of onopgelost – soms zelfs onverlost. Sommige dingen leerde ik al vroeg, andere leerde ik later opnieuw. Onze ervaring in deze wereld staat niet vast. Geloof is dat ook niet. In plaats van “vast” is het altijd “verplaatsbaar”. Geloof markeert de confrontatie met jezelf, met deze wereld en met God. Hierin is de Bijbel als een vuurtoren, een “licht op mijn pad en een lamp voor mijn voet” (Ps 119:105). Geloof is het vertrouwen waarmee we verder gaan in het leven. Het is de uitdrukking van een begrip en een levenshouding.

Sommige dingen bepalen de basis van het christelijk geloof (zoals Paulus bijvoorbeeld schrijft in 1Cor 15:1-4). Andere dingen zijn echter veel minder belangrijk. Er is geen reden om alleen zwart-wit te denken, maar sommige dingen zijn belangrijker dan andere. Het fundament van het geloof gaat over belangrijke dingen.

Hoewel geloof een basis van geloof vereist, moet het niet verward worden met bepaalde aannames over “goed” of “fout”. Geloof is in de eerste plaats neutraal. Geloof is hetzelfde als vertrouwen. In het Hebreeuws en in het Grieks (d.w.z. in het Oude en in het Nieuwe Testament) worden “geloven” en “vertrouwen” met hetzelfde woord uitgedrukt. Geloof in de Bijbel is niet “geloven dat het waar is”, maar “vertrouwen”. Het gaat over God vertrouwen.

Hij die gelooft, vertrouwt. Opgemerkt moet worden dat het over werkwoorden gaat, dus over activiteiten. Geloof is niet iets dat je “hebt”, het is iets dat je “doet”. Eén vertrouwt. Het is een actieve afstemming van het hart.

Geloof en kennis

Laatst zei een vriend tegen me “Gods Geest verenigt ons in geloof, niet in kennis”. Een treffende zin, de moeite waard om over na te denken. Cognitie definieert zwart en wit, goed en slecht. Gods Geest echter, die in elke gelovige werkt, verenigt ons niet in kennis maar in geloof. We delen “de roeping van Christus”, niet noodzakelijkerwijs dezelfde kennis. Daarom is het mogelijk dat mensen met zeer verschillende inzichten elkaar toch accepteren in Christus en zelfs gemeenschap hebben.

In de loop der eeuwen zijn er veel “knowledges” gedefinieerd, door doctrines, door concilies of anderszins. Op basis van deze bevindingen werden mensen uitgesloten van of opgenomen in de gemeenschap. Er werd ketterij uitgevonden, waarmee men zich onderscheidt. Zij die “geloven zoals wij” horen erbij en “zij die andere dingen in gedachten hebben” moeten een deur verder gaan. Vanuit menselijk oogpunt is dit begrijpelijk, omdat men graag ideeën uitwisselt met gelijken. Als je dat doet, lijkt alles goed met de wereld. Als je daarentegen geconfronteerd wordt met totaal verschillende ideeën, kan dat een uitdaging zijn. Het probleem ontstaat wanneer men bepaalde overtuigingen verwart met de basis van het geloof.

Geloof, zoals gedefinieerd in de Bijbel, is niet gebaseerd op “kennis” maar op “vertrouwen” en “ontmoeting”. Het gaat om vertrouwen op God, zoals Paulus het uitdrukt:

“Ik geloof God dat het zal gebeuren op de manier die mij is beloofd.”
Handelingen 27:25 KNT

Geloof is geen checklist van dogma’s, maar het aangaan van een vertrouwensrelatie met God en van daaruit ook met anderen. Het gaat niet om “geloven dat iets waar is”, maar om “iemand vertrouwen”. Trust ontvangt Kracht en vertrouwen door kennis. Kennis is de drijfveer voor ons vertrouwen, maar moet er niet mee verward worden.

Het gaat niet om “geloven dat iets waar is”, maar om “iemand vertrouwen”.

Cognitie heeft zich steeds verder uitgebreid. Wat Adam of Mozes of Jesaja, de 12 apostelen of Paulus dachten was anders. Maar ze geloofden allemaal in God en vertrouwden op Hem.

Er is een ontwikkeling in de Bijbel. Je kunt het geloof van Abraham niet ontkennen alleen omdat hij niet geloofde dat Jezus voor hem gestorven was (dat kon ook niet, want Jezus kwam pas veel later). Geloof is vertrouwen en geen zekere kennis volgens de richtlijnen van je kerk of gemeenschap. Geloof bestond ook al voor Jezus. De Tenach (het Oude Testament) staat vol met getuigenissen van geloof. Abraham is de vader van alle gelovigen en Jezus zegt over hem dat hij in het Messiaanse koninkrijk zal zijn (Mt 8:11).

Kennis is goed, maar geloof is beter. Kennis is fragmentarisch (1Cor 13,8), maar liefde is blijvend (1Cor 13,13). En geloof wordt alleen effectief door liefde – en niet door een vermeende betweterige houding (Gal 5,6).

Het “juiste” geloof

Ik ben veel mensen tegengekomen die boven alles de nadruk legden op “juist” geloven. Ik kon niet altijd duidelijk zien of ze hun eigen comfortzone bedoelden of veronderstellingen over het geloof. Maar ik begrijp het: het is een hele opluchting om gewoon een paar regels te hebben om je aan te houden, een eenvoudige bekentenis om te doen. Dit vereenvoudigt “geloof” enorm omdat je er niet goed mee om hoeft te gaan.

Er lijkt ook een duidelijke intentie te zijn om het geloof te “definiëren”, namelijk om het “af te bakenen”. Natuurlijk heeft zo’n “juist geloof” niets te maken met relatie. Men lijkt ver verwijderd van een relatie als men (in vergelijking) alleen beschrijvend over de andere persoon zou zeggen: “Ik moet zien hoe hij/zij gekleed is!”. Het zou meer om de verpakking gaan dan om de inhoud.

Encounter ziet er anders uit. Het heeft evenveel met mij te maken als met de andere persoon. Het gaat om wederkerigheid. Vertrouwen is niet blind, maar gebaseerd op een ontmoeting. Alleen wie het tegenkomt, kan geloven. Zoals Martin Buber het zegt:

“Hij gelooft, zei ik, maar hierdoor wordt gezegd: Hij voldoet.”
Martin Buber, Ik en Gij

Omgaan met andersdenkenden

De kerk heeft een lange geschiedenis van macht. Er waren vaak veel meningen, maar er werd er maar één de juiste genoemd. Dogma’s werden vaak gebruikt om ketterij af te bakenen. Maar hoe zit het in het Nieuwe Testament?

Het Nieuwe Testament maakt een heel ander onderscheid. Natuurlijk zijn er basisfeiten die een christelijk geloof schetsen volgens het bijbelse model. Dit was echter zelden aan de orde in de kerkgeschiedenis. Het zijn de verdere interpretaties, die met geen woord in de Bijbel worden genoemd, die de heftigste reacties losmaakten. Inquisitie, ketterij en dergelijke waren het gevolg.

Zulke dingen lees je niet in het Nieuwe Testament. Niet “wat men geloofde” maar “hoe men leefde” werd kritisch bekeken voor de gemeenschap. Degenen die “verkeerd geloven” werden daardoor niet uitgesloten van de gemeenschap, maar juist gecorrigeerd. Paul rapporteert bijvoorbeeld:

“Maar blijf uit de buurt van de onheilige, loze praatjes, want zij zullen verder gaan met onheiligheid en hun woord zal verteren als koud vuur, onder wie Hymenaeus en Filetus, die van de waarheid zijn afgedwaald en zeggen dat de opstanding al heeft plaatsgevonden, en zo het geloof van sommigen vernietigen.”
2Tim 2:16-18

Wat was het probleem? Hymenaeus en Filetus geloofden allebei in de opstanding. De opstanding was juist. De wederopstanding is een kernverklaring van het Nieuwe Testament. Maar zij zagen iets anders: de opstanding had al moeten plaatsvinden. Mensen hoopten op de opstanding en toen kwamen deze twee mensen die beweerden dat de opstanding al voorbij was. We zouden het gemist hebben! Daarmee hebben ze het geloof van velen kapotgemaakt. Dus niet alleen waren deze twee van de waarheid afgedwaald, maar ze hadden ook vele anderen in gevaar gebracht. Dit was een tastbaar probleem voor de gemeenschap.

Wat zegt Paulus nu: hen tot ketters verklaren en hen eruit gooien? Helemaal niet! De apostel zei eerder dat de gemeente zich hiervan “afzijdig moest houden”. Hymenaeus en Philetus moeten vermeden worden. Zo werden Hymenaeus en Filetus niet uit de kerk verwijderd. Het was meer dat de gemeenschap afstand van hen moest houden. Ze werden echter niet – voor zover we uit de Bijbel weten – helemaal uit de gemeenschap geweerd.

In het volgende verhaal uit Korinthe, waar Paulus aan schreef, ging het er heel anders aan toe:

“In het algemeen is er sprake van hoererij onder u, een hoererij waarvan zelfs onder de volken geen sprake is, namelijk dat iemand de vrouw van zijn vader heeft genomen. En gij zijt nog opgeblazen, en treurt niet liever dat hij om dit gedrag uit uw midden weggenomen wordt.”
1Cor 5,1-2

Hier werd de gemeenschap gevraagd om iemand uit de gemeenschap te verwijderen. De reden is geen theologisch geschil, maar het is de manier van leven. Het was een duidelijk geval van ontucht dat tot uitwijzing zou moeten leiden. Paulus is verbaasd dat de gemeente dit tot nu toe niet heeft gedaan en roept hen nu in niet mis te verstane bewoordingen op om dit wel te doen.

Lesgeven is dus geen reden voor uitsluiting, maar levensstijl wel. Er valt veel te zeggen voor het feit dat het in kerken en de gemeenschap lange tijd andersom is gedaan. Moeten we hier niet terug naar gezondere patronen?

De uitsluiting die Paulus hier in gedachten heeft is overigens niet definitief. Het is heel duidelijk geformuleerd, maar met een doel voor ogen:

“Want ik, hoewel lichamelijk afwezig, maar aanwezig in de geest, heb reeds geoordeeld over hem die deze dingen doet, alsof ik aanwezig was, opdat in de naam van onze Heer Jezus Christus (wanneer jullie bijeen zijn, en mijn geest samen met de kracht van onze Heer Jezus). zulk een aan Satan tot verderf van het vlees, opdat de geest behouden worde op de dag van de Here Jezus.”
2Cor 5,3-5

Er valt meer te zeggen over deze verzen, maar dit is het punt: Paulus had de redding van deze man in gedachten. In de tweede brief aan de Korintiërs komt hij terug op de zaak:

“Voor zo iemand is deze berisping, die de meerderheid van jullie hem gegeven heeft, genoeg, zodat jullie hem nu in tegendeel eerder barmhartigheid tonen en schenken, zodat zo iemand niet verzwolgen wordt door buitensporig verdriet. Daarom beveel ik jullie hem liefde te betonen”.
2Cor 2,5-8

Paulus heeft in gedachten wat hem door Christus is geleerd. Dit is altijd gericht op ontmoeting, verlossing en vervulling. Liefde is de uitdrukking ervan.

Geloof is een avontuur

Geloof is veelzijdig. Het is relatie. Nu kun je proberen dit geloof op precies dezelfde manier te definiëren – en dan pas meer leren.