Kunnen we het geloof los zien van zijn inhoud? Wat als geloof een functie is, iets dat wij mensen kunnen en mogen doen, als iets dat ons misschien zelfs gegeven is, dat overeenkomt met onze menselijkheid en dat ons ook in staat stelt om anderen buiten onszelf te herkennen?

Grijpen en begrijpen

Hoe werkt geloof? Laten we proberen dit stap voor stap te ontcijferen. Hier is een vergelijking: Een kind leert dingen “vastpakken” wanneer hij ze “vastgrijpt”, d.w.z. in zijn handen neemt. Zo leert het kind zich te oriënteren in de wereld. Alles is concreet en tastbaar, en tussen een abstract concept als “honger” en de vervulling van fysieke behoeften, is er het grijpen en begrijpen om die twee te overbruggen. Peuters grijpen iets en stoppen het eerst in hun mond. Dit komt het dichtst in de buurt van onmiddellijke behoeften. Logisch, nietwaar?

Interpretatie en betekenis

Met geloof zijn dingen niet direct tastbaar. Geloof en vertrouwen hebben eerder te maken met een uitgebreid begrip, namelijk interpretatie. Als we de wereld “interpreteren”, geven we “betekenis” aan ons leven. Het is niet tastbaar, want het vindt plaats in onze gedachten en harten. Het is niet direct tastbaar, maar niettemin echt. We geven richting aan ons leven. Dit heeft niets te maken met “goed” of “fout”, maar het is een manier om onze menselijkheid te vervullen.

Kernvragen van ons bestaan

Het lezen van de Bijbel geeft ons inzicht in een verzameling verhalen die gaan over de kernvragen van ons bestaan, waaronder het “waarvandaan”, “waarom” en “waarom”. Ik beschrijf dit eens niet-vroom en begin niet met Jezus. Mensen die zich nog niet hebben gevestigd, begrijpen dit nauwelijks. Het is waar dat Paulus de basis van het evangelie beschrijft met de dood en opstanding van Jezus (1Cor 15,1-8). Maar strikt genomen heeft dit niets te maken met “geloof”. Het zou alleen de inhoud van het geloof zijn, niet het geloof zelf.

Waarom werkt het dan? Laten we op zoek gaan naar aanwijzingen. Volgens de Bijbeltekst beschrijven mensen echte ervaringen. Er zijn concrete ervaringen, vragen en behoeften. De Bijbel beschrijft de uitdagingen van het menselijk bestaan, maar wijst ook op concepten die uit de vragen leiden. Dan lees je over de “oplossing” of “verlossing” of “redding”. Dit zijn dus geen ideeën van de kerk, maar woorden waarmee, volgens de tekst, echte situaties worden weergegeven. We moeten dit herkennen in de tekst en het als zodanig waarderen. Het is respect voor de tekst.

De Bijbel beschrijft dingen in deze wereld of voor deze wereld. Dit erkennen beschrijft bovendien niet de inhoud van deze verhalen, maar alleen de intentie en de taak, de functie. Het wil iets overbrengen en daarom is het opgeschreven. Er staat iets in de tekst dat de schrijvers waardevol en belangrijk vonden, en daarom vinden we het terug in de Bijbel.

Dit is een belangrijk onderscheid met veel andere religieuze werelden. Het Bijbelse verhaal speelt zich niet af in een parallel universum, maar hier op aarde. Het gaat ook niet om halfgoden en dergelijke, maar om echte en herkenbare mensen die reageren en op elkaar reageren. Dit duidt op betrouwbaarheid. Het kan ook iets met ons te maken hebben! De Bijbel is daarom meer dan ethiek, meer dan een wetboek of een vrome fantasie.

De mens staat echter niet alleen in deze wereld, maar de Bijbel spreekt over een God die alles in zijn handen heeft. De Bijbel beschrijft deze God die met mensen omgaat, hen heeft gewild en een toekomst in petto heeft. God is echter geen witte en wijze oude man met een wapperende baard in een lang gewaad, maar een God die niet beschreven kan worden en waarvan geen beeld gemaakt mag worden. Hij is anders dan wij. Zulke ideeën zijn te vinden in de Bijbel.

Het begint allemaal met het feit dat we – ondanks alle mogelijke twijfel – de tekst in ieder geval als “echt” herkennen omdat we er ook twijfelende mensen in aantreffen. Hiermee wordt niet de interpretatie bedoeld, maar de tekst zelf. Er zijn grote verschillen tussen de twee.

Bijbel als tekstgetuige en geloofsgetuigenis

Als we ons afvragen wat geloof is en hoe dit geloof gevoed wordt, komen we al snel uit bij de Bijbel. Er zijn ook godsdiensten die de Bijbel lezen maar de traditie zien als gelijkwaardig aan of zelfs een verdere ontwikkeling van de Bijbelse boodschap. Maar hier, in deze post, ga ik ervan uit dat de bijbelse tekst zijn eigen getuigenis heeft en dat is wat mij het meest interesseert. Hiermee bedoel ik geen mening over de Bijbel, noch vragen over hoe deze tot stand is gekomen, maar slechts de perceptie dat dit een tekst is (zelfs een bibliotheek) en dat je deze tekst kunt lezen.

Respect voor de tekst staat voorop. Alleen dan kan interpretatie plaatsvinden. Het gaat over een tekstueel getuigenis, en daarin ook steeds weer over geloofsgetuigenissen van mensen die verslag uitbrengen. Hoewel het niet mijn getuigenis is, kan ik deze dingen neutraal laten. Het kan niet genoeg benadrukt worden dat de tekst zijn eigen boodschap heeft, aangezien veel mensen niet eens stoppen of luisteren naar de tekst, maar onmiddellijk tot interpretaties en herinterpretaties komen. Helaas helpt dit niets in de zoektocht naar geloof en hoe de Bijbel daarover spreekt. Het is nuttig om de Bijbel zelf aan het woord te laten. Dat is veeleisend genoeg.

Maakt dat alles moeilijk? Kun je niet “gewoon” de Bijbel lezen? Ja, dat kan, maar zonder te beweren dat je anderen moet vertellen hoe ze hun leven moeten inrichten. Iedereen leest voor zichzelf, denkt en dankt voor zichzelf, leert voor zichzelf. En er is veel dat geleerd kan worden, veel dat erkend kan worden als rijkdom. De Bijbel is een goudmijn, maar wie wat dieper wil graven heeft gereedschap, kennis en doorzettingsvermogen nodig.

Geloof is natuurlijk

Deze “verankering in de wereld” maakt vertrouwen (lees: geloof) mogelijk. Dit is niet omdat geloof “bovennatuurlijk” is, maar juist omdat het “natuurlijk” is en thuis in deze wereld. Nogmaals, ik heb het over de tekst zelf, die het zo voorstelt. Het is eenvoudig en begrijpelijk, ook al vertoont de tijd waarin de Bijbel werd geschreven grote verschillen met nu. Overal in de Bijbel vinden we de confrontatie van mensen met andere mensen en van mensen met God. God is niet “waar” omdat alles in de Bijbel “bovennatuurlijk” is, maar juist omdat de verhalen en ervaringen “natuurlijk” en herkenbaar zijn, zelfs als er buitengewone dingen gebeuren. Uitzonderingen bevestigen de regel.

De Bijbel is nuchter en niet religieus afstandelijk, ook al beschrijft de Bijbel mensen wiens gedrag religieus koppig is. Juist de kritiek op problematisch religieus gedrag is een nuchtere en positieve uitspraak van de Bijbel en getuigt van de geloofwaardigheid van zijn uitspraken.

Nuchterheid

Het op deze manier verankeren van “natuurlijke dingen” in de tekst is belangrijk omdat het geloof niet gedefinieerd wordt op basis van “bovennatuurlijkheid” – zoals veel mensen nog steeds doen – maar als een uitdrukking van echte ervaringen en echte strijd. Maar let op, dit is geen mening, maar een directe indruk van de tekst. We hebben het nog steeds alleen over de tekst, niet over de interpretatie. Verrassend genoeg worden er heel verschillende reacties op bijbelse boodschappen beschreven. Niet alles is vanzelfsprekend. Sommigen hebben het getuigenis van het geloof toen en nu verworpen, maar juist deze verwerping (vgl. Handelingen 17:32) is echt in deze wereld. Deze soberheid is opnieuw een goed bewijs dat de tekst dicht bij het leven is geschreven.

De Bijbel verdoezelt niets, verbergt niets en beschrijft alles alsof het echt gebeurt. Zegt dat alles? Nee. Maar dit aspect van nuchterheid en verankering in deze wereld is een belangrijk kenmerk van bijbelse verhalen, zelfs als veel mensen “van wonderen houden”. Er staat meer vertrouwen in de Bijbel dan sommigen misschien denken.

Je zult veel herkennen uit je eigen ervaring, denken en voelen. De Bijbel is buitengewoon sober, ondanks de buitengewone verhalen. Het zijn juist de “normale” dingen die het vertrouwen op andere informatie ondersteunen. Wij doen trouwens hetzelfde als we een brochure openslaan van een vakantiebestemming waar we zelf nog nooit zijn geweest. We moeten erop vertrouwen dat het er later “ongeveer” zo uit zal zien als in de brochure. Natuurlijk kun je ook afglijden naar extreme standpunten, zoals de maan beloofd krijgen van een marketingbureau of kritisch zijn over alles in een houding van wantrouwen.

Bij elke gelegenheid in het leven worden we geconfronteerd met dingen die we alleen van horen zeggen kennen. Dit is niet per definitie slecht, maar simpelweg hoe een groot deel van onze ervaring plaatsvindt. Erken de menselijkheid van de Bijbel als die nog vreemd voor je is. Dat is nuchter.

De Bijbel

De eerste bron van geloof voor christenen vandaag de dag is de Bijbel, deze verzameling boeken die geen van de Bijbelschrijvers ooit in deze vorm had. Abraham had helemaal geen Bijbel en was niet eens Joods of Christelijk. Jezus had maar één taak voor de Joden (Mt 15:24 en Rom 15:8). Pas bij Paulus komen de heidenen echt in beeld. We vinden al deze dingen beschreven in de Bijbel en nog veel meer.

Maar als we erkennen dat geloof een functie is die niet-christenen als mens ook hebben, dan is de Bijbel niet noodzakelijkerwijs een bron van geloof voor andere mensen. “Geloof” is in de eerste plaats een werkwoord, iets wat we doen. Dit is neutraal. Als alles wat mensen kunnen “geloven”, dan gaat het om de functie van dit geloof. Het gaat ook over de reden waarom we deze of gene bron gebruiken om ons hart ermee af te stemmen. Ik kies voor de Bijbel en daar heb ik goede redenen voor. Daar hebben we de betekenis van het woord evangelie, “goed nieuws” of “blijde boodschap”, dat mij heeft bereikt en veranderd.

Dit baart mij zorgen, misschien niet jou. Nu kan ik iets met de Bijbel doen. Hoe moet ik deze bibliotheek van 66 boeken bekijken? Welke functie kan dit boek voor mij vervullen? Meer dan dat, hoe werkt het? Kunnen we deze overwegingen ook met een beetje afstand bekijken om sommige dingen beter te begrijpen? Het is te gemakkelijk om te verdwalen in zwart-wit denken, waarbij het allemaal draait om goed of fout.

Als we kijken naar hoe en waarom mensen hun teksten schreven, komen er veel vragen naar boven. Net als elk ander verhaal is elke tekst een selectie van woorden en gedachten. Dit zegt niets over de oorsprong van de tekst, noch over de betekenis ervan. Zelfs als Gods Geest erbij betrokken was, zoals Petrus het beschrijft (2Pet 1,20-21), ging het om een selectie van gedachten. Niet alles was belangrijk voor het verhaal dat verteld wilde worden. De woordkeus, de namen van de mensen – alles heeft een betekenis. Wat er geschreven is, daar gaat het om. Dit brengt de boodschap over. We moeten goed luisteren, want deze verhalen willen verteld en gehoord worden. Wat is het? Waarom voelde de schrijver zich zo? Wat moet het publiek begrijpen? Daarom is de intentie achter elke tekst belangrijk, naast de directe bewoording. Johannes noemt dit bijvoorbeeld opzettelijk (zie Johannes 20:30-31).

Dit verklaart ook dat we iets het beste leren als het ons wordt verteld in de vorm van verhalen. Hierin wordt de aandacht gevestigd op wat belangrijk is en worden de uitspraken in hun context geplaatst. Hoe dit belangrijk wordt verteld en of we het herkennen hangt af van onze lezing en ons begrip. Dit is een waarheid als een koe, want hetzelfde geldt voor het lezen van elke tekst. Dit was al belangrijk voor de oorspronkelijke luisteraars en het is nog belangrijker voor ons, die in een andere cultuur en tijd leven. Begrijpen we nog steeds de bedoeling van de Bijbelschrijvers? Durven we eerst te luisteren voordat we er met onze eigen meningen en standpunten vandoor gaan? Begrijpen we dat het niet alleen om de letters gaat, maar ook om de geest?

Als we de tekst met deze overwegingen benaderen, verliezen we het geloof niet, maar demystificeren we de meningen over de tekst. Dit brengt ons dichter bij de tekst, maar zonder de last van ideologische ballast. Dit lukt alleen perfect onvolmaakt, maar het is het proberen waard.

Vertrouwen en geloof

Vertrouwen en geloof zijn essentiële onderdelen van het mens-zijn. Ze gebruiken is natuurlijk, niet wereldvreemd. Hiermee wordt niet elke mening en afwijking bedoeld, maar de manier waarop het werkt. Het is aan ons om ons geloof op een nuchtere en beredeneerde manier op te bouwen, om positief te erkennen dat geloof een functie heeft in ons leven. Daarom is er voor iedereen zoiets als een “geloofsreis”. Daarom kunnen we ook moedig op weg gaan om meer te weten te komen over dit boek, over zijn uitspraken, om het voor onszelf te interpreteren (alleen achteraf). Dit zal ons vertrouwen en onze vooruitzichten vormen.

Geloof is niet blind. Geloof is vertrouwen. Vertrouwen gaat niet over “dingen” en nog minder over “regels”, “dogma’s” of “opvattingen”. Het is geen vraag van“wat,maar eerder van opwie vertrouw ik?”. (vgl. Handelingen 27:25). Daarom gaat het over het vertrouwen op God.

Is dit een spannend startpunt voor verdere discussie?