Stephen Hawking, de beroemde natuurkundige, vertelt in een van zijn boeken (“A Brief History of Time”) hoe hij werd uitgenodigd bij het Vaticaan om verslag uit te brengen over het ontstaan van de wereld. Hij gaf zijn lezing en toen hij de zaal verliet, ontmoette hij de paus. Deze verklaarde nu dat hij het prima vond om lezingen te geven over de oerknal. Maar hij zou niet moeten praten over dingen die vóór de oerknal gebeurden. Stephen Hawking beschrijft deze aflevering en voegt eraan toe dat hij het uur daarvoor nog had gesproken over de tijd voor de oerknal.

Zegt de Bijbel iets over de oerknal?

Nee, de Bijbel zegt niets over de oerknal. Sommige mensen zijn geneigd om de Bijbel om de haverklap in overeenstemming te brengen met de natuurwetenschap. Dan draait het allemaal om juxtaposities van schepping en evolutie en dergelijke. Ik heb in een andere post al uitgelegd dat de Bijbel niet op een wetenschappelijke manier spreekt over de oorsprong van de wereld, maar eerder over de relatie tussen de wereld en God “vanaf het begin”. Het was nooit de taak van de Bijbel om deze wereld in wetenschappelijke termen te verklaren. We vinden daar geen oerknal, maar dat betekent niet dat die er niet was. De zorg van de Bijbel is gewoon anders.

Schepping uit het niets

Een populaire gedachte is dat God de wereld “uit het niets” schiep. Ik heb dit keer op keer gehoord. Als je echter in de Bijbel kijkt, zul je een dergelijke uitspraak niet vinden. Er staat echter een vers in Hebreeën dat dit suggereert:

“Door geloof begrijpen we dat de eonen werden voorbereid door een uitspraak van God, zodat wat wordt aanschouwd niet voortkwam uit iets dat manifest was.”
Heb 11:3

Als je dit vers zorgvuldig leest, staat er iets anders. Wat je ziet is niet ontstaan uit iets dat al eerder bestond. Met andere woorden, deze wereld bestond niet eerder in een andere vorm. Het is niet zo dat deze wereld al eens iets anders heeft bestaan en gewoon een beetje is verbouwd. De wereld is uniek. Wat het echter uniek maakt, is de manier waarop het is gemaakt. Het was “voorbereid door een uitspraak van God”.

Waar de wereld van gemaakt was, wordt hier echter niet gezegd. De enige referentie is hoe het tot stand is gekomen. Je kunt uit dit vers niet afleiden dat de wereld “uit het niets” werd geschapen, want daar wordt niets over gezegd.

Alles is van God

De Bijbel beschrijft relatie boven alles. Deze wereld, waar we op staan, staat in een directe relatie met God. Daarom is het logisch dat de wereld “uit Hem” is ontstaan.

“Maar voor ons is er maar Eén God, de Vader, van wie het universum is.”
1Cor 8,6

“Want uit Hem en door Hem en tot Hem is het universum!”
Rom 11:36

De wereld is dus niet “uit het niets” ontstaan, maar is “uit Hem” ontstaan. Dat is een groot verschil. Het is geen wetenschappelijke verklaring, maar dat hoeft ook niet. De kwestie is anders. Want het universum is niet alleen van Hem, maar ook door Hem en tot Hem. De oorsprong, koers en bestemming zijn direct met Hem verbonden. Uitgebreider dan dat kan niet. Het gaat over veel meer dan het begin dan de oerknal. Waar we vandaan komen, wat ons in leven houdt en waar we naartoe gaan, wordt zo beknopt beschreven.

Wij die in deze wereld wandelen staan in relatie met een God die alles in Zijn handen houdt. Dit is niet alleen heel geruststellend, maar het geeft ook een geweldig vooruitzicht voor ons leven en daarna.

Zichtbaar en onzichtbaar

Terwijl een oerknal zich bezighoudt met de fysieke, zichtbare wereld, beschrijft de Bijbel een begrip van de wereld waarin ruimte is voor het zichtbare en het onzichtbare.

“Want in Hem (de “Zoon van Zijn liefde”, Kol 1:13) is het heelal geschapen: dat in de hemelen en dat op aarde, het zichtbare en het onzichtbare, hetzij tronen of heerschappijen, hetzij overheden of overheden. Het Al is door Hem en tot Hem geschapen, en Hij is vóór alles, en het Al bestaat samen in Hem.”
Kol 1:16-17

De context laat zien dat Paulus uitgaat van een alomvattend wereldbeeld. Hij beschrijft dat deze wereld is geschapen in de liefde van de Zoon van God. Evenzo, dat de wereld werd geschapen door deze Zoon van Zijn liefde en ook naar deze Zoon van Zijn liefde toe. Ten slotte, dat alles bestaat in deze Zoon van Zijn liefde. Behoorlijk uitgebreid, nietwaar?

Een uitdrukking als “het zichtbare en het onzichtbare” is bedoeld om alles wat bestaat samen te vatten. Paulus houdt zich niet alleen bezig met de fysieke wereld, maar ook met “tronen of heerschappijen, overheden of autoriteiten”. Dit verwijst naar bevelen en hiërarchieën. Paulus spreekt hier op verschillende plaatsen over (bijv. Ef 1:21-23). Het lijkt erop dat Pauls begrip van de wereld niet alleen over moleculen en fysieke gebeurtenissen gaat, niet alleen over de Big Bang, maar dat deze wereld een veel hogere context kent. De figuurlijke taal in de Bijbel weerspiegelt dit uitgebreide begrip.

De tijd is inbegrepen

Laten we nog eens teruggaan naar het eerder genoemde vers in de Brief aan de Hebreeën, dan lezen we:

“Door geloof begrijpen we dat de eonen werden voorbereid door een uitspraak van God, zodat wat wordt aanschouwd niet voortkwam uit iets dat manifest was.”
Heb 11:3

Wat werd er precies voorbereid door een uitspraak van God? Zij zijn de eonen. Aeonen zijn tijdperken en elk uiterlijk van deze wereld komt overeen met een tijdperk met een bepaalde afdruk (Ef 2:2 “de aeon van deze wereld”). De schrijver van Hebreeën hoeft zich hier niet te beperken tot de definitie van “tijd” met het woord eon. Woorden hebben vaak een symbolische betekenis die veel meer omvat. Hij verwijst hier zeker naar “aeonen”, namelijk tijdperken, maar blijkbaar ook op zo’n manier dat het zichtbare eronder valt.

Hier is de belofte: De God van deze wereld is niet alleen de oorsprong en het doel van deze wereld, maar draagt de wereld ook door de tijd heen. We zijn daar inbegrepen. We kunnen dit begrijpen door geloof.