Waarom werkt het in geloof? Gaat het om “alles goed doen” of eerder om “het juiste doen”?

Reizigers in geloof

We zijn onderweg in ons leven en ook in ons geloof. We zijn bezig met het maken van ons eigen reisverslag. Gelukkig zijn er veel medereizigers. Iedereen schrijft zijn eigen reisverslag.

Onderweg verken je het landschap, praat je met andere reizigers, sluit je je misschien aan bij een reisgroep (een gemeenschap) of laat je je door het enthousiasme van anderen aanmoedigen om nieuwe horizonten te verkennen. Als je al een tijdje onderweg bent, zul je hier en daar wat veronderstellingen hebben overgenomen. Tijdens dit proces ontstaat er zoiets als een geloofsafdruk.

Hoe een geloofsafdruk tot stand komt, hoeven we hier niet te onderzoeken. Wat hieruit naar voren komt, kan echter met enige afstand worden bekeken. Twee dingen vielen me op. Voor sommigen is de kwantificering van het geloof sterk voelbaar. Voor anderen staat de kwalificatie van geloof centraal.

Geloof kwantificeren gaat over “de dingen goed doen”, terwijl geloof kwalificeren de nadruk legt op “de juiste dingen doen”. Het is een andere manier van kijken. Discernment hielp me om de richting van mijn eigen geloof te herkennen. Dit gaf me creatieve mogelijkheden en ik kreeg veel vrijheid.

Kwantificering van geloof

Kwantificeren gaat bijvoorbeeld over getallen. Dan kun je de volgende gedachten zien:

  • Ik zal elke dag 30 minuten stilte in acht nemen
  • Ik zalde tienden van mijn inkomen aan de kerk geven
  • Eindeloze eeuwigheid is het zegel van Gods goedkeuring.

Kwantificering gaat echter ook over categorieën die voor velen van groot belang zijn. Bepaalde aannames zijn bedoeld als maatstaf voor orthodoxie. Ze worden sterk cultureel beïnvloed en kunnen sterk verschillen tussen landen en kerken:

  • Een christen heeft geen seks voor het huwelijk
  • Een christen gaat elke zondag naar de kerk
  • Een christen mag niet scheiden van een huwelijk
  • Een christen drinkt geen alcohol.

Er kunnen nog veel meer dingen worden opgesomd. Wat zou je nog toevoegen?

Al deze dingen zijn maatstaven voor christelijk gedrag – tenminste in bepaalde kringen. Ik wil weten waarom het hier gebeurt. Hier ligt de observatie: De manier om naar dingen te kijken ligt in het onderscheid maken tussen “goed” en “fout”. Daar ligt de kwantificering of het verlangen om “het goed te doen”. Het is een bepaald begrip van geloof.

Zo’n geloofsopvatting drijft al snel af naar wetticisme. Jezus bekritiseerde herhaaldelijk het legalisme van veel religieuze leiders uit zijn tijd. Het verlangen om het goed te doen is menselijk, niet goddelijk. Over welk beeld van God spreekt dit?

Deze visie heeft gevolgen. Er zijn veel afwijkingen door de kwantificering van geloof. Voor sommigen is het zeker dat men “moet geloven” (dit is een oxymoron). Hier zijn ook gewortelde ideeën over hemel en hel, over een geloofsbeslissing – die je natuurlijk moet nemen, over een vermeende absolute vrije wil (ook een kwantificering!) en andere aannames.

Deze dingen zijn zo wijdverspreid dat ze nauwelijks opvallen. Wie denkt erover na? Hier vind je religiositeit die de plaats kan innemen van een doorleefd geloof. Het verlangen om de realiteit van God ergens concreet tastbaar of zichtbaar te maken is – zo lijkt het mij – ook de aanleiding voor charismatische ervaringen, van het spreken in tongen tot genezing. Men wil voelen en zien. Hetzelfde geldt voor een welvaartsevangelie, volgens welke elke gelovige financieel geweldig zou moeten zijn. Zien, voelen, hebben – al deze dingen hebben te maken met een kwantificering van geloof.

Er zijn andere dingen die misschien in deze categorie thuishoren. Zo is er bijvoorbeeld de uitdrukking “filosemitisme” (van het Griekse philos = vriend). Het is de antithese van “antisemitisme”. Joodse vrienden van mij klaagden ooit over de Filosemieten, die nog joodser waren dan zij. Dit betekende christenen die de sabbat hielden, de Seder vierden en Israël op een voetstuk plaatsten met de toespraak “Zo werkt God in de wereld”. Ook dit lijkt me een kwantificering van geloof en de vervulling van een religieuze ijver en behoefte.

De lijst is eindeloos. Apocalyptische ideeën en die reeks speciale leringen (de 10 verloren stammen, een platte of holle aarde, etc.) willen allemaal weten hoe ze onderscheid kunnen maken tussen “waar” en “onwaar”. Het zijn verleidingen die terug te voeren zijn op een bepaalde kennis en geloofshouding, op een “kwantificering van geloof”.

Hoe kan het er anders uitzien?

Kwalificatie van geloof

Kwalificerend geloof gaat over kwaliteit. Dit uit zich ook in een begrip van geloof en in een geloofshouding. We kunnen bijvoorbeeld denken aan het volgende verhaal, waarin zowel kwantificering als kwalificering zichtbaar worden:

“En toen Jezus vandaar verder ging, zag hij bij het tolhuis een man zitten die Mattheüs heette, en hij zei tegen hem: ‘Volg mij! En hij stond op en volgde hem. En het geschiedde, als Hij in het huis lag te eten, zie, vele tollenaars en zondaars kwamen en lagen te eten met Jezus en zijn discipelen. En toen de Farizeeën het zagen, zeiden ze tegen zijn discipelen: ‘Waarom eet jullie leraar met tollenaars en zondaars? Maar toen hij het hoorde, zei hij: “Niet de sterken hebben een arts nodig, maar de zieken. Maar ga en leer wat dit is: “Ik wil barmhartigheid en geen offers. Want Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.”
Mt 9,9-13. Vergelijk Hos 6,6 e.a.

De Farizeeën in dit verhaal wilden alles goed doen. Jezus deed het juiste. De Farizeeën kwantificeerden, Jezus kwalificeerde. Niet het voldoen aan wettelijke eisen (“opoffering”), maar barmhartigheid moet van toepassing zijn. De zorg van de Schrift is belangrijker dan de regels van de Schrift.

James schrijft:

“Barmhartigheid roemt in het aangezicht van het oordeel.”
Jk 2,13

Wie meer in termen van de wet denkt, kan al beginnen te zweten met dergelijke overwegingen. Ik schrijf dit uit eigen ervaring. Mercy lijkt “sponsachtig”. Regels daarentegen lijken eenvoudig en duidelijk.

Barmhartigheid spreekt van een houding van geloof. Het beschrijft hoe je de wereld ervaart. Barmhartigheid is de geleefde uitdrukking van een minnaar die daarmee Gods liefde en genade doorgeeft.

Een geloofskwalificatie gaat over kwaliteit. Het gaat om het resultaat van een begrip. Het wordt hier praktisch, niet door regels te volgen, maar door de essentie uit te leven.

Degenen die de voorkeur geven aan een kwantificering van geloof blijven – in vergelijking – ergens in de gebruiksaanwijzing steken, alsof ze de knoppen van een koffiezetapparaat bestuderen maar er niet aan toe komen om gasten uit te nodigen en koffie te schenken. In barmhartigheid past men wat men geleerd heeft op zo’n manier toe dat het een zegen voor anderen wordt.

Als ik op zoek ben naar de kwaliteit van geloof, dan wil ik Gods gedachten kennen. Ik wil handelen zoals Hij handelt. Jezus was hier een voorbeeld van temidden van zijn volk. Paulus demonstreerde dit met de kerken onder de rest van de naties. Dat dit mogelijk is, is het resultaat van een lange geschiedenis die tot uitdrukking komt in het Evangelie. Ik leer erin hoe God naar mij kijkt in Christus. Als ik met elke vezel van mijn wezen op het Woord vertrouw, is het als een transformatie. Paulus beschrijft het als volgt:

“Daarom, indien iemand in Christus is, die is een nieuwe schepping: de vroegere dingen zijn voorbijgegaan, zie, zij zijn nieuw geworden.”
2Cor 5,17

Dit is niet zomaar een zin. Het is in een passage waar Paulus schrijft: “De liefde van Christus dringt ons” (2Cor 5:14). Het was zijn ervaring en realisatie die zo duidelijk voor hem werden dat het hem in staat stelde de hele wereld in dit licht te zien. Zijn begrip was zo overweldigend dat je bij Paulus nooit tot wetticisme komt. Bij hem draait alles om kwaliteit. Het begint en eindigt niet met onze inspanning, maar met Gods werk.

“Maar dit alles is uit God, die ons door Christus met Zichzelf verzoend heeft en ons de bediening der verzoening gegeven heeft. Want God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende; Hij rekent hun hun schuld niet aan, en heeft het woord der verzoening in ons gelegd. Daarom zijn wij gezanten voor Christus, alsof God door ons spreekt. Wij pleiten voor Christus: Laat u met God verzoenen! Want Hij, die de zonde niet gekend heeft, heeft Hem zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem.”
2Cor 5,18-21

Kwantiteit of kwaliteit?

Wat is belangrijker: moet je altijd “de dingen goed doen” of liever “de juiste dingen doen”? Dat is nu de vraag. Gaat het om kwantiteit of kwaliteit? Geef niet toe aan de verleiding om de twee “op de een of andere manier met elkaar te verzoenen”. Het is een kwestie van focus – waar wil je de focus leggen? Als je zoiets als een kompasnaald hebt, waar moet die dan heen wijzen?

Deze tekst wil slechts een stimulans zijn om over deze dingen na te denken. Ooit was ik er vast van overtuigd dat mijn inspanning nodig was om God te vinden. Het was het aanbevolen pad, geplaveid met goede bedoelingen en grote beloften. Pas jaren later realiseerde ik me gedesillusioneerd dat de kwantificering van geloof niet helpt. Het gaat om belangrijkere dingen, om kwaliteit. Het gaat om God, meer dan om mij. Of met andere woorden, het gaat erom dat je God leert kennen en niet alleen maar veronderstelde regels moet volgen.

Dit is overigens niet vanzelfsprekend. Al in Paulus’ tijd was dit besef slecht verankerd onder de gelovigen. Paulus bidt zelfs voor de gelovigen dat ze God op de juiste manier mogen kennen:

“Daarom is het … dat ik niet ophoud voor u te danken en in mijn gebeden te vermelden dat de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geestelijke wijsheid en geestelijke openbaring moge geven tot kennis van Zichzelf …”
Ef 1:15-17

De apostel vraagt ook om gebed, zodat hij het woord (!) in de gemeente kan gebruiken. Zelfs de Schrift kon niet herkend worden zonder gebed.

“Houdt op in gebed en waakt daarin met dankzegging, en bidt tegelijkertijd ook voor ons, opdat God voor ons een deur opent voor het woord, om te spreken over het mysterie van Christus, om wiens wil ook ik gebonden ben, opdat ik het mag openbaren zoals ik moet spreken.”
Kol 4:2-3

Al deze dingen vinden plaats binnen de gemeenschap. Er zijn niet alleen succesverhalen, maar ook echte uitdagingen, zelfs voor Paulus, zodat Christus vorm kan krijgen in de kerken en in het leven. Dit is waar de apostel voor werkte.

Kwaliteit boven kwantiteit. Kwantiteit plaatst mensen op de voorgrond, terwijl kwaliteit Gods werk centraal stelt. We bepalen zelf de focus.

Hoe wil je je geloof vormgeven? Wat heb je nodig om dit succesvoller te maken?