Lost ons geloof alle problemen op? Dit klinkt verleidelijk voor sommigen en sommigen verwachten het. Degenen die denken dat “hun beslissing voor Jezus” zal resulteren in een zorgeloos leven, zullen teleurgesteld worden door de realiteit. Ons geloof is geen ticket voor een zorgeloos leven.

We zijn niet perfect

De wereld is niet perfect. Wij ook niet. Geloof verandert niet alles, maar geeft soms alleen uitzicht, zoals Paulus schrijft:

“Ook wijzelf, die de eerstelingen van de Geest hebben, zuchten in onszelf, verwachtende de aanneming tot zonen, de verlossing van ons lichaam. Want op deze verwachting zijn wij gered.”
Rom 8:22-24

Alles komt goed, maar waarschijnlijk niet vandaag. En morgen misschien ook niet. Toch vertrouw ik erop dat God op een dag “alles in allen” zal zijn (1Cor 15:28). Ja, op een dag komt alles goed. Ik haal dit vertrouwen uit de Bijbel, ook al zie ik het tot nu toe niet.

Dus de reden dat ik het zo kan zien is niet omdat ik het vandaag kan voelen. De Bijbel richt mijn blik niet op de treden vlak voor me, maar op de horizon. De bestemming doemt op aan de horizon. Zowel de voetstappen recht voor me als de horizon zijn echt, maar ze mogen niet verward worden.

De belofte in de brief aan de Romeinen

Paulus streeft er in zijn brieven voortdurend naar om een grotere context aan de gelovigen uit te leggen. Er staat veel meer op het spel dan je op het eerste gezicht zou denken. In de Brief aan de Romeinen schrijft hij:

“Maar wij weten dat God alle dingen meewerkt ten goede voor hen die God liefhebben, voor hen die naar zijn voornemen geroepen zijn. Want wie Hij voorbestemd heeft, heeft Hij ook verordineerd om gelijkvormig te worden aan het beeld van zijn Zoon, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. Maar wie Hij verordineert, die roept Hij ook; en wie Hij roept, die rechtvaardigt Hij ook; en wie Hij rechtvaardigt, die verheerlijkt Hij ook.”
Rom 8:28-30

Maar we weten het! Daar richt Paulus zich tot medegelovigen. De kerk in Rome staat daar op dezelfde plaats als hij. Ze “weten” allebei dat “God alle dingen meewerkt ten goede voor hen die God liefhebben”. Een opmerkelijke uitspraak, maar wat kan het betekenen?

Dit “weten” spreekt van vertrouwen. Hij kan dat niet zien. Waar de apostel in de vorige passage benadrukte dat Gods Geest in ons werkt, maakt hij hier duidelijk dat alles meewerkt ten goede voor hen die God liefhebben. Noch zien we Gods geest, noch hoe alles ooit tot het goede leidt. Het is onzichtbaar, maar er wordt niet aan getwijfeld. Zulke “kennis” komt voort uit ervaring.

Niet alleen werkt de Geest in ons nederige menselijke bestaan, maar God werkt ook in de wereld en de loop van de wereld als geheel: alles zal meewerken ten goede. Alles. Logischerwijs omvat dit zowel de goede als de moeilijke dingen.

Als je de verzen zonder context leest, klinken ze erg extreem. Want wie kan de ervaring van het leven als “gemakkelijk” beoordelen? En gezien het lijden in de wereld en in je eigen leven, hoe kun je daar dan iets “goeds” in zien? De apostel is erg extreem in zijn beoordeling – zou je kunnen denken.

Paulus baseert zijn begrip echter niet alleen op de huidige ervaring. Hij houdt rekening met dingen die alleen in geloof begrepen kunnen worden. Gods beloften tonen je een horizon die veel groter is dan je huidige ervaring. Dit betekent geen hocus pocus, noch een onrealistische religieuze projectie. Laten we eens kijken wat hij schrijft.

De kijk op Gods actie

Sommigen hebben deze verzen heel anders gelezen. Je leest hier voorwaarden waaraan voldaan moet worden. Dit creëert geloofsstress, geen geloofsvertrouwen. Dit klinkt dan zoiets als “alleen zij die God liefhebben” ervaren zulke dingen. En wie houdt er oprecht van? Kun je dat met een gerust hart over jezelf zeggen? Geen wonder dat deze nadruk veel mensen zorgen baart.

Paulus daarentegen drukt zich positief uit. Hij spreekt niet over voorwaarden. Hij wil inclusiviteit benadrukken, geen exclusiviteit. Deze worden vaak verwisseld. We moeten dan teruggaan naar de tekst en de context en ons afvragen wat Paulus hier schrijft. Wil hij uitsluiten of insluiten, wil hij een dreigende boodschap verkondigen of een boodschap van vreugde? De uitdrukking “zij die God liefhebben” spreekt eenvoudigweg van de gelovigen in Rome. Dat was het publiek. Geen uitsluiting, maar insluiting.

Wat gebeurt er nu? De apostel spreekt nu over Gods actie. De ene na de andere Paulus gebruikt verschillende werkwoorden: Hij erkent mensen, Hij roept mensen, Hij verordineert mensen, Hij roept en rechtvaardigt en verheerlijkt. Dit is geen proces van uitsluiting, maar goed nieuws voor de hele kerk in Rome. Iedereen mag vol vertrouwen erkennen dat Hij voor ons is, niet tegen ons. Dit is wat Paulus schrijft in de volgende verzen waar we straks naar zullen kijken.

Wat we kunnen worden

De voorbestemming moet tot uitdrukking komen in ons “gelijkvormig worden aan het beeld van Zijn Zoon”. Dit is onze “doelstaat”, het “doel”, zogezegd. Dit komt overeen met Gods bedoeling dat Christus de eerstgeborene onder vele broers zou zijn. We zijn betrokken bij Gods reddende actie, niet alleen door onze roeping, maar ook in de uitwerking. Wat moet er van ons worden? Nou, we moeten meer op Christus gaan lijken.

Paulus schrijft aan de Korintiërs:

“Waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid. Maar wij allen, met een ongesluierd gelaat de heerlijkheid van de Heer weerspiegelend, worden veranderd in hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, als van de Geest van de Heer die leven geeft.”
2Cor 3,17-18

Christus is het “beeld van de onzichtbare God” (2Cor 4,4, Kol 1,15). Maar we zullen worden omgevormd naar het beeld van Zijn Zoon. Christus als “beeld van de onzichtbare God” is daarmee niet God zelf. En wij die getransformeerd worden, worden Christus zelf niet. Maar we gaan steeds meer op Hem lijken. Transformatie is het doel.

De apostel schrijft aan de Kolossenzen:

“Maar nu legt u ook al deze dingen af: boosheid, toorn, boze natuur, godslastering, godslastering uit uw mond. Lieg niet tegen elkaar, want u hebt de oude mens met al zijn daden afgelegd en de jonge mens aangedaan, die vernieuwd wordt tot kennis naar het beeld van Hem die hem geschapen heeft, waar geen Griek of Jood is, besnijdenis of onbesnedenheid, barbaar of Scythiër, slaaf of vrije, maar allen en in allen Christus.”
Kol 3,10

Terwijl Paulus aan de Kolossenzen beschrijft welk effect onze roeping heeft in het dagelijks leven, houdt hij zich in de Brief aan de Romeinen bezig met een ander aspect. Hij wil laten doorschemeren hoe we de toekomstige glorie zeker zullen bereiken. We zullen zeker het doel bereiken dat God voor ons in petto heeft – niet omdat we zo onberispelijk zijn, maar omdat God er zelf voor zorgt. In alles is God de doener:

“Want wie Hij heeft voorbestemd om gelijkvormig te worden aan het beeld van zijn Zoon, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. Maar wie Hij verordineert, die roept Hij ook; en wie Hij roept, die rechtvaardigt Hij ook; en wie Hij rechtvaardigt, die verheerlijkt Hij ook.”
Rom 8:29-30

Gods actie komt hier op de eerste plaats. Dit maakt duidelijk waarom alles samenwerkt ten goede. Hij heeft het in Zijn handen en Hij doet het. Daar ligt het beslissende effect. Het is geen automatisme en we zijn ook niet besluitvaardig. Het is God die handelt. Alleen in Hem vinden we vertrouwen.

Alles komt goed

Vol vertrouwen kan ik nu met Paul zeggen dat alles goed komt. Maar ik doe het ook zoals Paulus. Ik verwijs naar Gods handelen in de tijd. Niet alles is vandaag, niet alles is morgen. Maar alles – vandaag en morgen – blijft in Gods handen. Daarom lukt het me altijd om de last in vertrouwen los te laten en deze dag simpelweg in dankbaarheid te leven. Alles zal goed komen, want Hij zal het goed doen.

“Geloof gewoon en alles komt goed” blijkt bedrog te zijn. We doen er goed aan ons vertrouwen niet op zulke gemeenplaatsen te bouwen, maar ons geloof in God te verankeren. Geloof is geen goedkope troost, maar hulp en vertrouwen, zelfs in de moeilijkste situaties. Het zal goed zijn. Dit bewijst zichzelf waar het op dit moment niet perfect is.

Verdieping

Deze studies in de Brief aan de Romeinen willen ons uitnodigen om ons meer met de Bijbel bezig te houden. Het gaat niet alleen over theologische vragen, maar ook over hoe we bestaan in het dagelijks leven.

  • Zal alles goed komen? Waarom?
  • Hoe bepaalt deze kijk je dagelijks leven?