We kunnen het niet alleen. De mens is ontworpen voor ontmoeting. Misschien is de behoefte bij de ene persoon meer uitgesproken dan bij de andere. Maar niemand kan alleen door het leven gaan. We hebben elkaar nodig.

Sommige dingen leren we alleen samen. Paulus schrijft het volgende gebed in zijn circulaire, die later bekend werd als de Brief aan de Efeziërs:

“Daarom buig ik mijn knieën […] opdat Christus ten volle in uw harten moge wonen door het geloof, en opdat gij, geworteld en gegrond in de liefde, gesterkt moogt worden tot om met alle heiligen te bevatten wat de breedte en de lengte en de diepte en de hoogte is (om ook de liefde van Christus te kennen, die alle kennis te boven gaat), opdat gij volmaakt moogt worden tot de volkomenheid Gods.”
Ef 3:14-19

Paulus schrijft hier een belofte dat we alleen “met alle heiligen” sommige dingen kunnen begrijpen. Het is alleen in de gemeenschap, in de congregaties, in de kerken, in de geloofsgemeenschappen, in de ontmoetingen met andere mensen dat we leren. We kunnen het niet alleen. Samen begrijpen we meer.

De apostel spreekt over Christus, dat Hij ruimte in ons krijgt, ons handelen vormt en wij daardoor vertrouwen krijgen. Dit is wat hij zegt over de gemeenschap. In de gemeenschappelijke oriëntatie hebben we zoiets als een voedingsbodem voor vertrouwen. Paulus heeft het over ons vermogen om de breedte en lengte en diepte en hoogte van de liefde van Christus te kennen, wat veel belangrijker is dan alleen maar kennis. Samen kunnen we het geloof beter vormgeven, ontwikkelen en koesteren.

Er zit een doel achter:“opdat je voltooid wordt tot de volle volmaaktheid van God”. Wat moet je je bij zulke woorden voorstellen? Dat je mag worden voltooid is wat er gebeurt. Paulus is bezorgd dat de mensen in de kerk groeien, dat ze worden aangevuld. Het woord “compleet” geeft aan dat het laatste deel van een set is toegevoegd. Daarna is het “vol” of “compleet”.

Paulus legt uit dat het doel niet zomaar iets is, geen religieuze riten, geen vermeende speciale kennis, maar het doel betreft de impact van de liefde van Christus, tot voltooiing van de gelovigen. Waardoor wordt dit gekenmerkt? Welnu, we zouden voltooid moeten zijn “tot de volkomen voltooiing van God”. De apostel voegt de dimensie van God toe. Het gaat er niet alleen om dat we beter worden, het gaat erom dat we worden aangevuld in de volheid van God zelf. Dit beantwoordt de laatste vragen, de “waarheen” en “waarvoor” van ons leven.

Het zijn de gemeenschappen die dit als belofte gemeen hebben. Zulke verstrekkende dingen kunnen niet in je eentje worden begrepen. We zijn te beperkt om alles te kunnen begrijpen. In de gemeenschap ontbreekt echter nog het een en ander. Dat is waar groei plaatsvindt. Daar kan liefde worden beoefend (vgl. Gal 5:6). In dezelfde brief spreekt de apostel over de opbouw van de kerk:

“Tot opbouw van het lichaam van Christus, totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot de gerijpte mens, tot de maat van de volheid van de voltooiing van de Christus …”
Ef 4:12-13

Een gemeenschap die dit voor ogen heeft wordt stabiel, houdt samen, groeit samen. Paulus schrijft nu als een suggestie:

“Maar als we waarachtig zijn, moeten we alles laten groeien in liefde, naar Hem die het hoofd is, Christus …”
Ef 4:15

Nadat Paulus deze basishouding heeft uitgelegd, is het een kwestie van praktische instructies. Hoewel Paulus theologische taal gebruikt, is zijn zorg altijd praktisch. Alleen in het dagelijks leven kan het evangelie van Gods genade zichzelf bewijzen.