Geloof wordt soms voorgesteld als een inspanning. Alsof je iets moet “geloven”, namelijk “doen”. Op sommige plaatsen resulteert dit in fronsen en soms zweetdruppels op het voorhoofd van pure inspanning. Het is namelijk helemaal niet duidelijk wat je moet “doen” om “het” te laten werken. In plaats van vertrouwen ontstaat er dan onzekerheid. Wat maakt geloof überhaupt mogelijk?

Het is niet uit ons

Veel mensen hebben een beeld van “geloof” dat weinig met de werkelijkheid te maken heeft. Het is de opvatting dat alles van mezelf afhangt. Geloof is iets dat iemand “doet”. Geloof is al lang verworden tot een “werk”, ook al stelt de Bijbel het tegenover werken. Verwarring van termen is alomtegenwoordig. Niet zelden leiden deze tot “geloofsstress”. Hoe bevrijdend is dan de uitspraak van Paulus in Korintiërs:

“Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons van God gemaakt is tot wijsheid, en rechtvaardigheid, en heiliging, en verlossing; opdat het zo zij, gelijk geschreven staat: Laat wie zich beroemt, zich beroemen op de Heer!”
1Cor 1,30-31

Maar van Hem ben je in Christus. Het is dus niet van mij, maar van God zelf dat we in Christus zijn. Is dat geen opmerkelijke uitspraak? Er wordt geen stress op me gelegd, maar het is al gegeven door God. En laten we lezen hoe Paulus aan de gemeenten schrijft:

“Want door genade zijt gij behouden, door het geloof; en dit is niet uit uzelf: het is een gave van God, niet uit werken, opdat niemand roeme. Want wij zijn Zijn werk, in Christus Jezus geschapen tot goede werken, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.”
Ef 2:8-10

Het is niet van ons. Wij zijn Gods “werk”. Hij heeft ons in Christus Jezus geschapen. Daar hoef ik niet aan te twijfelen, dat kan ik dankbaar accepteren. Er is geen geloofsstress of prestatiestress nodig. Hij bereidde het voor, maakte het mogelijk en gaf het aan ons. Het is het geschenk waarmee God ons nadert. Hij komt zelf naar ons toe. We kunnen het in vertrouwen (= geloof) aanvaarden, maar we hoeven er niets aan bij te dragen. Omdat het er al is. Er hoeft niet meer aan voorwaarden te worden voldaan. Hier wordt niets vermeld. Wij zijn Zijn daad.

Kunnen we dit nog duidelijker maken? Het is niet zo dat God ons maar halverwege tegemoet wil komen. Hij komt helemaal. Alles wat we nodig hebben om verzoend met Hem te leven is er. Deze verlossing is door genade, niet door werken. Het is een geschenk, geen certificaat van prestatie of betaling voor onze gerechtigheid, voor onze geloofsinspanningen.

Geloof is zo iets heel anders dan elke vorm van religiositeit. Geloof is niet religieus. Menselijke aspiratie is religieus. God is niet religieus en eist geen religieuze handelingen van ons.

Het zit niet in ons

Geloof is heel anders dan wat veel mensen denken. Geloof is niet alleen niet van ons, maar het belangrijkste is ook niet in ons. Paulus schreef

“Maar van Hem bent u in Christus Jezus.”
1Cor 1,30

“Want wij zijn Zijn werk, geschapen in Christus Jezus.”
Ef 2:10

Zelfs Gods zegen is niet in ons. Het is ook “in Christus”, dat wil zeggen buiten ons:

“Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons zegent met elke geestelijke zegen te midden van de bovenhemelsen in Christus.”
Ef 1:3

Wat we zijn en hebben is allemaal “in Christus”. Dit is ontnuchterend en bevrijdend tegelijk. Als iemand denkt dat geloof “gevoeld” moet worden, stelt hij misschien zijn gevoel en daarmee zichzelf centraal. Maar het evangelie spreekt niet over mij, maar over God en Zijn Christus. Dit maakt ons niet onbelangrijk, maar het Evangelie is een boodschap van vreugde om wat ik in mijn eigen kracht niet kan bereiken. Het evangelie formuleert geen eis, maar een antwoord.

We zijn niet centraal gelegen en dat is erg ontnuchterend. Wie gelooft wijst naar God, niet naar zichzelf. Het evangelie spreekt over God en Zijn Christus en wat Hij geeft. Zegening is in Christus en het is geestelijk. Ikzelf of mijn gevoel staan niet centraal. Mijn leven mag dan (nog steeds) een puinhoop zijn, maar geestelijk is er een betrouwbare zegen. Het gaat over iets anders dan mij. Dat heeft betekenis. Deze zegen is ook betrouwbaar omdat hij niet in mij zit en dus niet van mij afhankelijk is. Wie onder prestatiestress staat, kan opgelucht ademhalen.

Maar als we vertrouwen op deze zegen van God in Christus Jezus, kan het een impact hebben op ons leven. We kunnen worden waartoe we geroepen zijn. Er zijn geen voorwaarden waaraan we moeten voldoen voordat God naar ons kijkt. God kijkt naar ons in Christus. Dat is de basis. Niet ons gedrag vormt de basis, maar wat Hij heeft gedaan. Daarom is het veilig, daarom is het genoeg en daarom leidt het verder.

Juist het nuchtere besef dat alles van God en in Christus is, maakt een transformatie van het leven mogelijk. Geen religiositeit wordt aangemoedigd, geen inspanning, omdat dit alleen onze behoefte aan zelfgerechtigheid vervult. Maar als ik dat los kan laten en volledig op Hem kan vertrouwen, stap ik uit mijn afhankelijkheid van mezelf in afhankelijkheid van God. Dat verandert alles.

Waar het misgaat

Hoe eenvoudig de basis van het evangelie ook is, het kan moeilijk voor ons zijn om dit te herkennen. Het evangelie spreekt over Gods genade en wat Hij heeft gedaan en zal doen in Christus. Menselijke religie daarentegen spreekt over ons, onze fouten, onze taken, wat we weten te voelen en te melden. Het is allemaal menselijke inspanning en dus beperkt in kracht en bereik.

Dit is waar het mis kan gaan:

  • Iemand anders bepaalt of je OK bent
    • De pastor (goeroe, bijbelstudieleider, ouder, partner …)
    • de leer (doctrines van heiliging, wettisch denken …)
    • het zelfbeeld dat je hebt (ja, dat werd bepaald door anderen!)
  • Je volwassenheid wordt niet bevorderd
    • Onafhankelijk denken wordt verhinderd (alleen de gemeenschapsleiding heeft het antwoord)
    • Opgroeien in geloof wordt gezien als “kennis” (christelijke gnosis ziet er zo uit, je wordt op het verkeerde been gezet)
    • Niet genade, maar iets anders staat centraal (zoals de leer van de communie)
    • Angst en afhankelijkheid worden bevorderd (manipulatie, spiritueel of emotioneel misbruik, helleleer, …)
  • Gevoel en geest raken in de war
    • Ziel en geest raken verward (maar zie Heb 4:12).
    • Bijbel (letter, geest) en geest raken verward (vgl. Spr 3:5; 2Cor 3:6).
    • Focussen op ervaringen (muziek, gevoel, genezingen, wonderen, religieuze daden …, vgl. Kol 2)

Als je achterom kijkt, kun je het pad voor je niet zien. Zij die zich in hun onderwijs en prediking op de mens richten, kunnen God niet zien. Als alles afhankelijk zou worden gemaakt van de mens, zou het niet verder komen. Je wordt blind voor wat God al gedaan heeft. Alleen als we van onszelf wegkijken naar Gods werk en op Hem vertrouwen, kunnen we bevrijd worden. Dit gaat niet over zelfverloochening, maar over soberheid met het oog op je eigen beperkingen (Fil 3:12-16). Alleen genade leidt verder.

Wat geloof mogelijk maakt is de ontdekking van de eeuwige tegenhanger, de ontdekking van Gods handelen in deze wereld en Zijn handelen voor jou en mij. Als ik erop vertrouw, kijk ik op hetzelfde moment van mezelf weg. Als je alleen naar jezelf kijkt, kom je terecht bij je eigen ontoereikendheid, wat een verlammend effect heeft. Zij die daarentegen naar God kijken, kunnen vol vertrouwen de volgende stap in deze wereld durven zetten. Geloof wordt de basis voor een positieve levensoriëntatie, vol vertrouwen en moed. Dit maakt transformatie en ontwikkeling mogelijk.

“Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons van God gemaakt is tot wijsheid, en rechtvaardigheid, en heiliging, en verlossing; opdat het zo zij, gelijk geschreven staat: Laat wie zich beroemt, zich beroemen op de Heer!”
1Cor 1,30-31