Psalm 139

In de Psalmen lezen we vaak over zeer persoonlijke ervaringen. De psalmdichters vertellen over hun nood en hun vreugde. Ze vertellen over overwinning en nederlaag. Het hele scala aan menselijke emoties wordt genoemd. Het is alsof een bovengemiddeld aantal diep menselijke ervaringen elkaar ontmoeten in dit boek. Het zijn ook ervaringen van mensen met hun God.

“HEER, U hebt mij doorzocht en gekend.
Je kent mijn zitten en opstaan,
je begrijpt mijn aspiraties van een afstand.
Mijn lopen en liegen – je test het.
Jij kent al mijn wegen.”
Psalm 139:1-3

Ik ben erkend

Het bijbelse verhaal laat zien dat de onzichtbare God die hemel en aarde heeft gemaakt zichzelf openbaart in de wereld en in de geschiedenis. Met betrekking tot Israël konden de mensen gemakkelijk de sporen volgen van Gods handelen met het volk. Tot op de dag van vandaag verwijzen Joodse feesten terug naar concrete ervaringen in hun geschiedenis en naar concrete beelden van Gods handelen.

In deze Psalm wordt echter een ander niveau zichtbaar. De psalmdichter schrijft “U hebt mij doorzocht en gekend”. Dat is persoonlijke ervaring. Hier schittert niet alleen het hele volk, maar ook een persoonlijk levend geloof. Het is de mens in relatie met God. “U hebt mij opgezocht en gekend.” De psalmdichter ziet zichzelf in deze relatie. Of zoals Martin Buber het beschrijft, dat de relatie noch in mij noch in de ander is, maar zich tussen beide afspeelt. Het is het begrip van een God die zich tot de individuele mens wendt en van de mens die zich hiervan bewust is. De relatie is wederzijds.

De “ik” is hier de persoonlijke uitgangspositie van de schrijver.

Je hebt me opgezocht en herkend

Als we als mensen mogen erkennen dat de Almachtige God ons kent zoals we zijn, dan is dat een oneindige troost. Het beantwoordt aan het menselijke verlangen naar een levende en diepe relatie. Het beantwoordt aan het verlangen om contact te maken met de kern van ons leven. De relatie met God is altijd een geschenk. Het vindt plaats. Het kan herkend worden als een verlangen en getraceerd worden als een concrete ervaring, zoals hier in deze psalm. De relatie met God is altijd gebaseerd op het feit dat Hij zich tot ons wendt, waarop wij reageren.

Wanneer we door God“doorzocht en gekend” zijn, staan we zonder mysterie. Dan is Hij aanwezig in ons leven. Zelfs wat we niet durven te zeggen, ziet Hij. “Je kent mijn zitten en mijn opstaan” spreekt over al mijn activiteiten. Mijn leven ligt open voor Hem. Mijn pijn, mijn hoop, mijn pijn en waar ik anderen pijn heb gedaan, staat daarin. Mijn doen en zijn is niet verborgen, maar bekend. Daar ben ik veilig in. Onvermijdelijk moet ik denken aan de woorden van Paulus: “Verblijdt u altijd in de Heer… De Heer is nabij!” (Ph 4:4-7). De psalmdichter en ook Paulus – en met hen vele andere bijbelse schrijvers – getuigen van de intimiteit van een verlevendigende ware relatie. Door God gekend te worden is een grote rijkdom.

Je begrijpt mijn aspiraties van ver

Dit deel van de zin hoort bij de vorige. Het zijn twee manieren om hetzelfde te zeggen. Als God mijn activiteiten kent, dan ziet en begrijpt Hij mijn aspiraties van veraf. Het is ook zo dat Hij dichtbij is. Mijn hele mens-zijn is bekend, net zoals mijn levenswegen open liggen. De psalmschrijver dicht dezelfde waarheid vanuit verschillende perspectieven. “Mijn lopen en mijn liggen – je test het.” Dit geeft de uitspraak meer kleur, meer inhoud. De persoonlijke band wordt sterker. God is geen God die wegblijft, maar die test – in de zin van “meten”. Hij begrijpt de echte waarde van wat ik doe en herkent de juiste problemen ongetwijfeld beter dan ik.

Jij kent al mijn wegen

God kent mijn wegen. Dat is een geruststellende opmerking. De concordante weergave vertaalt “En voor al mijn wegen hebt U voorzieningen getroffen (Heb. ס ָכַן, sacan. Engels: “And for all my ways You have made provision”). Deze vertaling laat zien dat Hij niet op een afstand blijft, maar actief aanwezig is. God is er niet alleen mee bekend (alsof Hij er op afstand kennis van heeft), maar voor al mijn wegen heeft Hij voorzieningen getroffen. Ik kan herkennen dat Hij zorgt voor mijn levensreis.

Het Hebreeuwse sakan kan “zorg voor” uitdrukken, en het stamwoord komt ook voor in het woord voor “opzichter” (Koehler/Baumgartner, Wörterbuch zum hebräischen Alten Testament, p. 658), die zorgvuldig omgaat met wat hem is toevertrouwd.

Psalm 139 gebruikt een actieve vorm, die in sommige vertalingen gekoppeld is aan intimiteit (NIV: “je bent vertrouwd met al mijn wegen”), wat ook de bedoeling is van het woord “vertrouwen”. De actieve vorm zorgt er echter voor dat dit vertrouwen niet op zichzelf rust, maar zich actief richt op de mens. Daarom: “En voor al mijn wegen hebt U voorzieningen getroffen” (COT).

Het is de zorg van God, de zeer positieve aandacht, die de psalmist waarneemt en in deze woorden vastlegt. Zo schrijft hij een paar verzen verder: “Wonderbaar zijn uw werken, en mijn ziel weet het zeer goed” (Ps 139:14). Hieruit wordt zijn vertrouwen gevoed, zijn vertrouwen.

Hieruit vloeit dankbaarheid en lof voort voor de God die zich heel dicht bij hem heeft getoond.