God rechtvaardigt zondaars en verzoent vijanden. Dit is de God die de brieven van Paulus voor ons schetsen. Hoe kunnen we dit leren begrijpen? Het helpt als we het Nieuwe Testament begrijpen als “geschiedenis in ontwikkeling”. In de evangeliën ligt de focus anders dan na de wederopstanding. De focus van de 12 apostelen is anders dan die van Paulus. Paulus blijft niet steken in de evangeliën. Hij zegt zelfs: “Al hebben wij Christus naar het vlees gekend, nu kennen wij Hem niet meer zo!” (2Cor 5,16). Dit is de ultieme uitnodiging voor iedereen die Jezus ooit “levend” heeft ervaren om zich aan te passen aan een nieuwe realiteit. Er hebben belangrijke veranderingen plaatsgevonden. We zullen dat hier in Romeinen 5 specifiek zien.

“Want als we, toen we vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van zijn Zoon, hoeveel te meer zullen we, nu we verzoend zijn, gered worden in zijn leven!”
Rom 5:10

God verzoent vijanden

Als we de vorige verzen zorgvuldig hebben gelezen, is dit een logisch verband. Christus stierf voor de ontrouwen (Rom 5:6). God benadrukt Zijn liefde voor ons doordat Christus voor ons stierf toen wij nog zondaars waren (Rom 5:8). En als dit zo is, hoeveel te meer (!) zullen wij, nu gerechtvaardigd in Zijn bloed, gered worden van de toorn door Hem! (Rom 5:9).

Dit wordt gevolgd door de eerder geciteerde zin. Want als God ons verzoend heeft (eenzijdig, vanuit Hem. Vgl. 2 Kor. 5:18-19), dan is dat een feit. Dit is niet zomaar een aanbod, maar een feit. Dit is gedaan en volbracht (Joh 19:30). Voor de tijdgenoten van Paulus is het waar dat velen in die tijd leefden, maar waarschijnlijk geen idee hadden van Jezus. Voor ons gebeurde dit op een moment dat we niet meer leefden. Het is niet onze directe schuld dat hij stierf, noch is het onze schuld dat hij opstond uit de dood. Paulus benadrukt dat dit allemaal Gods werk is. Het is absurd om te denken dat we dit nu met enige inspanning moeten goedmaken. Het goede nieuws is dat God het deed.

En dat is nog maar het begin. Als vijanden werden we verzoend. Hoeveel te meer zullen wij, schrijft Paulus, nu gered worden in Zijn leven! Dit gaat nog een stap verder. We werden verzoend door Zijn dood, we worden gered door Zijn leven:

  • Christus’ dood leidt tot verzoening
  • Het leven van Christus leidt tot verlossing.

Paulus verwees hier al eerder op een vergelijkbare manier naar (Romeinen 4:25) en hij herhaalt het in iets andere bewoordingen in Romeinen 5:10.

Hoe woorden met elkaar verbonden zijn

Vaak worden totaal verschillende woorden door elkaar gebruikt: Vergeving, verzoening, rechtvaardiging – betekenen ze niet allemaal “ongeveer” hetzelfde? In elke taal hebben verschillende woorden verschillende betekenissen. Dit geldt ook voor de Bijbel. Belangrijker zijn echter de geheime aannames die we meenemen als we de Bijbel lezen. Als we bijvoorbeeld aannemen dat het Nieuwe Testament overal over hetzelfde spreekt, dan betekenen verschillende woorden natuurlijk al snel hetzelfde. Maar komt dit overeen met de bijbelse verslaggeving?

In de Brief aan de Romeinen beschrijft Paulus de essentie van het evangelie zoals hij het verkondigt. Niet overal gaat het echter om dezelfde dingen. In het begin verwijst hij naar het “Evangelie van God”, dat al door profeten in de heilige Schriften was beloofd (Rom 1:1-2). Aan het einde van de brief verwijst hij echter naar “mijn evangelie”, dat in eerdere tijden niet bekend was (Rom 16:25-26). De Brief aan de Romeinen verenigt dus het oude en het nieuwe. Sommige dingen waren al genoteerd in de Tenach (in het Oude Testament), terwijl andere nog verborgen waren. Daarom vermeldt Paulus regelmatig dat hij geheimen onthulde, waarover we keer op keer in hem lezen. Waar vinden we nu dingen van het evangelie van God en waar vinden we dingen van het evangelie van Paulus?

We kunnen dergelijke ontwikkelingen lezen in de woorden. Als Paulus een bepaalde context gebruikt, dan gaat het ook om de woorden die daar gebruikt worden. Dit geldt natuurlijk overal in de Bijbel, maar hier in Romeinen zijn er opvallende zinswendingen in het gebruik.

In hoofdstuk 3 zijn we op een vroege plaats in de brief. Paulus legt de eerste verbanden met de wet uit. Gods gerechtigheid, zegt hij, is nu geopenbaard los van de wet (Rom 3:21). Onmiddellijk daarna beschrijft hij de betekenis van Christus in een vergelijking. Hij gebruikt hiervoor een beeld uit de Mozaïsche Wet:

“Christus Jezus … die God voor Zich stelt als verzoening, door geloof in Zijn bloed . ..”
Rom 3:25

Het is een visuele taal. Het verwijst naar het Oude Testament. Verzoening in de zin van het Oude Testament was door bloed. Er werd een offer gebracht en het bloed van het offer beloofde bescherming tegen het hof. Het “boet” voor de daden van de mensen. Meer over de term “verzoeningsdeksel” in deze passage in het artikel “Christus Jezus als verzoeningsdeksel”.

Hier in Romeinen 3 is het verband tussen verzoening en bloed. In hoofdstuk 5 gebruikt Paulus een andere term dan “verzoening” (gr. hilasterion) en spreekt hij van “verzoening” (gr. katalasso). Deze verzoening was niet door bloed (!) maar door de dood.

“Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van zijn Zoon …”
Rom 5:10

Een andere woordkeuze wordt gebruikt om andere contexten uit te leggen. We doen er goed aan om hier goed op te letten, anders blijven delen van het argument van de apostel voor ons verborgen. Als Paulus het in Romeinen 5 over verzoening heeft, is dat niet hetzelfde als in Romeinen 3. In het vijfde hoofdstuk verwijst hij niet naar de offerdienst van het Oude Testament. Hier beschrijft hij iets nieuws. Het is de eerste keer in de Bijbel dat dit gebeurt.

De offerdienst was elk jaar nodig. Het was geen echte oplossing. Paulus heeft dit al uitgelegd in Romeinen 3. De beeldspraak daar verwees echter naar de situatie in het Oude Testament. Hier spreekt hij nu over het feit dat wij – gerechtvaardigd door God uit geloof – nu vrede hebben met God door onze Heer Jezus Christus. De verzoening uit het Oude Testament was slechts een bescherming tegen een altijd aanwezige dreiging van oordeel (vgl. ook Ex 12:13).

In Christus is dit echter fundamenteel veranderd. Dit wordt uitgedrukt door het nieuwe woord voor “verzoenen” (Gr. katalasso). Kata-lasso betekent etymologisch net zoveel als down-change. Het is een treffende beschrijving van God die aan het werk is en fundamentele dingen tot stand brengt door de offerdood van Zijn Zoon. Hij heeft Zijn eigen gerechtigheid tot stand gebracht en daarom kan Hij ons op een andere manier tegemoet treden. God is naar beneden veranderd. Hij heeft de wereld met Zichzelf verzoend (2Cor 5,19). Hij is verzoend met jou en mij. Dit is niet afhankelijk van jouw instemming, maar werd verzegeld aan het kruis en bevestigd door de wederopstanding. Daarom nu Paulus’ oproep: “Laat je met God verzoenen!” (2Cor 5,20-21). Dat werkt omdat de hindernissen weg zijn.

Dit is de basis voor de vrede die we met God mogen hebben. Samengevat kunnen we dit begrijpen in de Brief aan de Romeinen:

  • Romeinen 3: “verzoenen” door bloed
  • Romeinen 5: “verzoenen” door de dood.

Nu kun je je afvragen wat Paulus deed met het woord “bloed”? Het is niet verdwenen. Hij gebruikt het alleen anders:

“Hoeveel te meer zullen wij dan gerechtvaardigd worden in Zijn bloed . ..”
Rom 5:9

Paulus koppelt bloed nu aan rechtvaardiging. Het bloed is dus niet weg, maar heeft een andere taak gekregen binnen zijn evangelie. Dus ook hier een begrijpelijke verandering:

  • Romeinen 3: Bloed verzoent
  • Romeinen 5: Bloed rechtvaardigt.

Dit zijn belangrijke ontwikkelingen. Dus als iemand vandaag de dag spreekt over “bedekt zijn met het bloed van Jezus” zodat we “beschermd zijn tegen Gods toorn”, dan zit je doctrinair gezien vast in een ander gedeelte van de Bijbel, zelfs vóór de kruisiging. Dit is een puinhoop en komt niet overeen met de genade van vandaag.

Grace spreekt heel anders:

  • Terwijl we nog vijanden waren, werden we met God verzoend door de dood van Zijn Zoon
  • hoeveel te meer zullen wij, nu verzoend, gered worden in Zijn leven!

Voel je de veiligheid, het vertrouwen? Hier is het fundament dat God heeft gelegd. Dat is de reden waarop we staan. Hiervoor kunnen we dankbaar zijn.