De begroetingen in het laatste hoofdstuk van de brief aan de Romeinen zijn uitgebreid. Het laatste bericht ging over groeten aan de community. Paulus waarschuwt nu voor verdeeldheid in de kerk. Hoewel de apostel persoonlijk veel mensen in Rome groette, had hij duidelijk andere mensen in gedachten die het welzijn van anderen niet op hun vaandel hadden staan. Hij waarschuwt nu tegen hen.

“Maar ik dring er bij u op aan, broeders, om op uw hoede te zijn voor hen die, afgezien van de leer die u hebt geleerd, tweedracht zaaien en strikken; vermijdt hen. Want zulke mensen dienen onze Heer Christus niet, maar zijn slaven van hun eigen lichaam; en met vriendelijke woorden en zegeningen misleiden ze de harten van nietsvermoedende mensen volledig.”
Rom 16:17-18 (KNT)

Je zou kunnen denken dat gewoon hallo zeggen genoeg is. Het welzijn van mensen is echter belangrijk voor Paul. Daarom voegt hij iets anders toe waar hij het nog niet over heeft gehad. Hij richtte zich het grootste deel van de brief op de fundering en de gezonde leer. Daarna, vanaf hoofdstuk 12, sprak hij over de manier van leven in het algemeen. Hier heeft hij het echter over iets nieuws dat binnen de gemeenschap kan plaatsvinden.

Een waarschuwing tegen onenigheid

De apostel waarschuwt voor mensen die tweedracht zaaien. Hij heeft het over valkuilen omdat nietsvermoedende mensen gemakkelijk te verleiden zijn. Onschuldig (Grieks akakon of “niet kwaadaardig”) wordt slechts twee keer gebruikt in het Nieuwe Testament: Eén keer hier en één keer in de context van de hogepriester (Heb 7:26). Wie zonder bedrog is, is niet kwaadgezind of zuiver van hart. Het toont een zekere naïviteit ten opzichte van kwaadaardige tijdgenoten. Zo getuigt Paulus in het volgende vers:

“Het nieuws van jullie geloofsgehoorzaamheid heeft iedereen bereikt, dus ik verheug me over jullie. Maar ik wil dat jullie wijs zijn voor het goede, maar zonder kwaadaardige neigingen tot het kwade.”
Rom 16:19

Aan de ene kant wil Paulus dat de Romeinen “wijs zijn voor het goede” en “zonder bedrieglijke neigingen tot het kwade”. Aan de andere kant erkent hij echter ook de realiteit van de menselijke gemeenschap wanneer hij waarschuwt tegen het vermijden van bepaalde mensen die ruzie veroorzaken en een valstrik vormen voor nietsvermoedende mensen.

Het is de moeite waard om hier even over na te denken.

In een evangelische omgeving worden zulke verzen vaak misbruikt om iedereen het zwijgen op te leggen die de leer van de kerk niet volgt. Ik kan zeker begrijpen dat mensen de gemeenschap willen beschermen tegen invloeden van buitenaf. Ik denk zelfs dat dit de taak is van de kerkleiding. Maar pas op: niet iedereen die er anders over denkt, veroorzaakt ruzie of probeert mensen aan zich te binden.

Er zijn twee kenmerken waar je rekening mee moet houden. Dit zijn dingen die mensen in de gemeenschap kunnen triggeren:

  1. Veroorzaak ruzie
  2. Valkuilen veroorzaken.

Volgens Galaten 5:20 behoren ruzies tot de “werken van het vlees”. Het is verleidelijk om “gelijk te willen hebben”, om “thematische stokpaardjes” door te willen drukken of om jezelf op andere manieren in de kijker te spelen. Er zijn ook dergelijke tijdgenoten in de gemeenschap. Hoe ga je ermee om?

In gemeenschappen waar een leerstellige cultuur heerst en de waarheid van bovenaf wordt gedicteerd door de kerkleiding, valt het niet meteen op als andere mensen hiertegen in opstand komen en zichzelf in een machtspositie proberen te manoeuvreren. Het voelt vergelijkbaar. Je kunt de machtsstrijd gewoon voelen en mensen proberen snel de overhand te houden of te krijgen. Sommige mensen trappen nietsvermoedend in de machtsspelletjes en kiezen deze of gene kant van de machtsstrijd. Dat heeft weinig zin. Paulus waarschuwt hiervoor.

Hoe zou een alternatief eruit kunnen zien? Stel je een gemeenschap voor waarin een machtsstrijd sneller wordt ontdekt en anders wordt aangepakt. Het zou een gemeenschap moeten zijn waarin weinig plaats is voor strijd. Stel je een gemeenschap voor waarin een leercultuur heerst. Het gaat nooit om een machtsstrijd, maar om de groei van de gemeenschap en het welzijn van alle deelnemers. In een lerende cultuur dragen mensen ook verschillende ideeën aan, maar verdwijnen ze daarna weer naar de achtergrond. Ze hoeven niet te “winnen” met hun gedachten, maar zien het als een bijdrage aan een gedifferentieerd begrip.

Paulus waarschuwt voor mensen die vriendelijk lachen maar alleen hun eigen doelen nastreven. Ze veroorzaken geschillen als machtsspelletjes en verleiden vaak andere gelovigen. Dit leidt tot breuken in gemeenschappen. Om te voorkomen dat we zover komen, benadrukt Paulus dat we “wijs moeten zijn voor het goede” en volledig “zonder bedrieglijke neigingen tot het kwade”. In het volgende vers zegt hij dit opnieuw in andere woorden:

“Maar de God van de vrede zal Satan snel onder je voeten verpletteren. De genade van onze Heer Jezus zij met u.”
Rom 16:20

Vrede in de gemeenschap

Paul heeft vrede in gedachten. Hij wenst de gemeenschap vrede toe. Omdat zij in geloof staan, wijst hij erop dat God een “God van vrede” is (Romeinen 15:13; Romeinen 15:33), die “Satan met gezwinde spoed onder uw voeten zal verpletteren”. Wie in Gods vrede staat, zal geen ruzie maken. Hier is geen reden voor. Hij schrijft aan de Filippenzen:

“Wat je van mij hebt geleerd en ontvangen, in mij hebt gehoord en waargenomen, breng het in praktijk; dan zal de God van de vrede met je zijn.”
Fil 4,9

Om vrede te bereiken is er het goede nieuws van Gods genade. Om in deze vrede te blijven, moeten we elke dag moedige beslissingen nemen. Daarin zegt Paulus niet dat we anderen moeten berispen, verstoten of overtuigen van onze mening, maar dat we mensen die onenigheid veroorzaken alleen maar moeten “vermijden”. Het is absoluut niet zo dat iedereen hetzelfde moet denken. Dat hoeft niet. Het gedrag in de gemeente mag echter niet gericht zijn op persoonlijk gewin, maar moet de vrede van God voor ogen hebben.

Vrede en genade

Paulus begint zijn brieven meestal met een zegen. Hij spreekt over “genade en vrede”. In deze sectie gaat het echter in omgekeerde volgorde. Hij begint met praten over vrede, wat belangrijk is. Dan komt de verwijzing naar genade:

“De genade van onze Heer Jezus zij met u.”
Rom 16:20

Deze wens behoort toe aan de eerder genoemde “God van de vrede”. Genade en vrede horen bij elkaar. Zij die genade ervaren en uit genade leven zullen in Gods vrede staan. Hij is tot rust gekomen in Hem. Paulus zegt: “De genade van onze Heer Jezus Christus”. Aan het begin van de brief aan de Romeinen sprak Paulus de zegen uit: Genade en vrede van God, onze Vader, en de Heer Jezus “. Christus”. Zowel genade als vrede zijn belangrijk. Beide komen van God en de Heer Jezus Christus. Dit is als het ware één pakket. Het gaat samen. Als hij in Romeinen 16 eerst de “God van vrede” benadrukt, wordt dit nu aangevuld met de “genade van onze Heer Jezus Christus”. Het punt van deze paragraaf is niet om te benadrukken dat iets anders is. Dezelfde dingen worden altijd samen genoemd.

De “genade van onze Heer Jezus Christus” is zoiets als de samenvatting van het evangelie van genade. Paulus gebruikt deze formule vaak. Je kunt bijvoorbeeld aan dit vers denken:

“Want u kent de genade van onze Heer Jezus Christus, dat Hij, toen Hij rijk was, om uwentwil arm is geworden, opdat u door zijn armoede rijk zou worden.”
2Cor 8,9

Genade maakt een verschil. Genade is altijd actief. Daarom past de zegen van Paulus in een passage waarin hij dringend aanraadt om bepaalde mensen actief te vermijden. We hebben Zijn genade nodig om duidelijk te zien wat er op het spel staat, wat belangrijk is. Genade ervaren en actief uit genade leven is de sleutel tot vrede in de gemeenschap. Wees genadig met jezelf en met anderen omdat je genade hebt ervaren. Wees moedig in je beslissingen en breng duidelijkheid aan de gemeenschap, ook vanuit de ervaring van genade.