In deze doorlopende studie van de Brief aan de Romeinen benaderen we de kern. De apostel had eerst in detail de beperktheid van de wereld uitgelegd. Daarna sprak hij over de oneindigheid van Gods verlossing. Dit is het evangelie van genade. In hoofdstuk 6 vertelt Paulus over de impact van deze boodschap in ons leven. Hier in hoofdstuk 8 heeft hij het over onze eigen beperkingen. Ondanks alle beloften en grote verwachtingen ontbreekt het ons vandaag vaak aan kracht. Met welk vertrouwen in God kunnen we vandaag de dag in het leven staan?

Leven in verwachting is geen kleinigheid

Net daarvoor sprak Paulus over verwachting:

“Verwachting die wordt aanschouwd is geen verwachting, want wat iemand aanschouwt – verwacht hij het dan nog? Maar als we verwachten wat we niet zien, wachten we er met volharding op.
Rom 8:24-25

Dat zijn mooie woorden, zal iemand denken, maar wat schiet ik er zelf mee op? Ik voel me helemaal geen overwinnaar. Paulus reageert hierop met de volgende passage:

“Maar op dezelfde manier helpt de Geest ook onze zwakheid; want wat wij moeten bidden (in overeenstemming met wat moet zijn) weten wij niet, maar de Geest zelf gebruikt Zichzelf voor ons met onuitgesproken gekreun. Maar wie de harten doorzoekt, weet wat de gezindheid van de Geest is, omdat hij zich godvruchtig inzet voor heiligen.”
Rom 8:26-27

Leven in verwachting is geen kleinigheid, maar er is steun van God. Paulus beschrijft dit met de woorden “Maar op dezelfde manier helpt de Geest ook onze zwakheid”. Dit betekent dat Gods Geest werkt waar wij dat niet kunnen.

Deze verklaring is in twee opzichten realistisch:

  • Zwakte hoort bij het leven
  • We kunnen rekenen op de realiteit van God.

We hebben geen idee

We staan in deze wereld en hebben een verwachting, maar nog steeds geen idee. Moedig kunnen we elke dag vooruitgaan, maar niet weten wat er over een minuut zal gebeuren. Het volgende filmcitaat spreekt hier ook over.

In de film “De ontdekking van de hemel”, gebaseerd op de gelijknamige roman van Harry Mulisch, ontdekt Max de hemel en wordt hij in de volgende minuut prompt doodgeslagen door een meteoriet.

We kunnen veronderstellingen maken over de toekomst, maar we kunnen niet met zekerheid zeggen wat er gaat komen. We hebben beloften en leven in het beste geval in verwachting. De discrepantie tussen de huidige realiteit en deze verwachting is voelbaar, des te meer omdat mensen voor veel uitdagingen staan en niet altijd antwoorden hebben.

De huidige tijd contrasteert met de toekomstige tijd. Maar hier kunnen we hulp ervaren – de Geest helpt onze zwakheid. De Geest die met onze geest getuigt dat we kinderen van God zijn(Rom 8:16) is ook in ons werkzaam. Maar hoe moeten we ons dit voorstellen?

“Wat wij moeten bidden (in overeenstemming met wat moet zijn) weten wij niet, maar de Geest Zelf gebruikt Zich voor ons met onuitgesproken gekreun.”
Rom 8:26

We weten niet eens wat we moeten bidden. We kunnen veel woorden en intenties hebben en God hele romans vertellen in gebed. Misschien ontbreekt het ons ook aan woorden gezien de situatie die we net hebben meegemaakt. Dat is onze ervaring. We weten niet wat Gods plan en werk werkelijk is. Daar ligt onze zwakte. En juist daar is Gods Geest aan het werk.

Goddelijke hulp

De Geest zelf gebruikt Zichzelf voor ons – dit is de goddelijke hulp die ons in onze zwakheid wordt gegeven. Daar kunnen we op vertrouwen.

Deze Geest gebruikt Zichzelf voor ons met “onuitsprekelijk gekerm”, schrijft Paulus. Het zal dus niet hoorbaar zijn, misschien zelfs niet zichtbaar. Er is geen zekerheid van speciale effecten, van uitbundige gevoelens van veiligheid en vertrouwen van onze kant, van donder en lichtflitsen, maar de Geest spreekt met een onuitgesproken zucht.

Als je deze uitdrukking een beetje laat bezinken, dan wordt het ook duidelijk dat zelfs Gods Geest niet de juiste woorden vindt. Er klinkt alleen een zucht. En wij zijn het niet die zuchten – het is Gods Geest die zucht. Als wij stil worden, wordt God ook stil, maar niet inactief. Zijn Geest gebruikt Zichzelf “voor ons”, staat er. Het zuchten is in ons voordeel. We worden niet alleen gelaten, zelfs als wat ons overkomt onvoorstelbaar is.

De Geest van God weet precies wat er nodig is, maar er is gekerm of gezucht in ons. Het Griekse woord drukt iets beperkends uit, alsof Gods Geest door ons onbegrip en onvermogen heen breekt. Het is bijna alsof God met Zijn Geest in ons en door ons heen zucht totdat het Woord werkelijkheid wordt en de belofte wordt vervuld.

Het woord kreunen is al verschillende keren gebruikt in dit hoofdstuk. Maar niet van Gods Geest, maar van onszelf en van deze wereld (Rom 8:22-23). Hier zien we dus iets van Gods empathie die rechtstreeks in ons werkt en “Zichzelf voor ons gebruikt”. Dit is een grote troost, vooral met het oog op alle dingen die we nog niet zien (Rom 8:25).

Dit is de belofte die Paulus ons geeft: God zelf helpt ons in onze zwakheid. De gezindheid van de Geest is om godvruchtig te zijn tegenover heiligen. God is er voor jou.