In deze serie over de Brief aan de Romeinen zijn we aangekomen bij het 6e hoofdstuk. Net daarvoor heeft Paulus in detail de genade van God gepresenteerd en benadrukt dat God alle mensen zal rechtvaardigen (“zo is er ook door het ene oordeel rechtvaardiging ten leven voor alle mensen”, Rom 5:18). Deze allesomvattende rechtvaardiging komt overeen met de “overvloed van genade en de gave van gerechtigheid” (Rom 5:17). Voor Paulus is er niets radicalers dan het kruis, waardoor rechtvaardiging van leven voor alle mensen tot stand komt. God handelt – in Christus – en alleen dat telt. Als je het zo duidelijk zegt, ontstaat er weerstand en verzet.

Wanneer genade onverteerbaar lijkt

Paulus begint het 6e hoofdstuk van Romeinen met de volgende woorden:

“Wat zullen we dan pleiten? Dat we moeten volharden in de zonde opdat de genade toeneemt? Moge dit niet worden afgeleid!”
Rom 6:1

Dit is niet langer een verkondiging van genade. Dit is wat Paul net eerder heeft gedaan. Hier richt hij zich tot zijn lezerspubliek en loopt hij vooruit op hun conclusies. Als we bedenken dat Paulus nog nooit in Rome is geweest (Rom 1:10) en hier een brief stuurt aan grotendeels onbekende mensen, dan kan zo’n opmerking alleen gerechtvaardigd worden door Paulus’ ervaring. Hij heeft op andere plaatsen gezien hoe mensen reageren op radicale genade.

Genade is voor veel mensen onverteerbaar. Je wilt geen geschenken “gratis” ontvangen omdat dit je blootstelt. Je geeft jezelf bloot omdat je niets bij te dragen hebt. Hier spreekt een wereldbeeld dat gekenmerkt wordt door evenwicht. Prestaties worden afgewogen.

Deze levenshouding heeft ook een andere kant. Het ziet er als volgt uit: “Alles wat niet verboden is, mag ik doen”. Dit gaat ook over prestaties en rendement, maar vanuit een ander perspectief. Het is een sterk legalistische manier van denken, waarin alles onderworpen is aan regels. De regels volgen is goed, de regels niet gehoorzamen is verkeerd. Als er geen regels zijn, zijn er geen verboden en “daarom” mag men doen wat men wil. Het is een verdraaid beeld van de bijbelse verklaringen en de genade van God.

Onder christenen bestaat soms het idee van een dreigende “gerechtigheid” van een genadeloze God die “genadeloos” optreedt tegen overtreding van de regels. Het is een regel-geloof, meer dan een vertrouwen in de levende God. Waarom blijven mensen in deze veronderstellingen? Misschien geeft dat je een beetje zekerheid? Maar: het is niet de liefde die leidt, maar regels die vangrails zijn in plaats van genade.

Dan komt Paulus met zijn evangelie van genade. De genade is verbluffend. Ze gooit de regels omver en zegt dat Gods genade groter is dan al het andere in de wereld. God zal zelfs Zijn gerechtigheid aan alle mensen geven – zonder dat daar iets tegenover staat en alleen op basis van het kruis en de opstanding en vanuit een enkel oordeel. Dit is schokkend voor mensen die volgens regels willen leven. Als men hiermee zou instemmen, zou de veronderstelde veiligheid van de regels weg zijn – men zou niets meer hebben om te laten zien. Onder bepaalde omstandigheden leidt dit tot een existentiële uitdaging, tot een identiteitscrisis.

Wie een “regelgeloof” cultiveert en dan geconfronteerd wordt met de radicale genade uit de Brief aan de Romeinen, kan zo in een identiteitscrisis terechtkomen. Ik ervaar dit keer op keer wanneer mensen zich verzetten tegen een allesomvattende genade. 100% barmhartigheid past helemaal niet in het geïnternaliseerde wereldbeeld. Als je genade verkondigt, zoals Paulus doet, dan ervaar je tegenstand, zoals Paulus heeft ervaren (1Tim 4:9-11). Vandaag zijn het de predikers van de hel die genade tegenspreken – zelfs als ze erover praten. Ze zijn voor de hel, tegen de verlossing van alle mensen door genade – en dus tegen de essentie van genade.

Wanneer genade allesomvattend is, schudt dat soms een verinnerlijkte kijk op de wereld en het geloof aan het wankelen. Maar zo’n identiteitscrisis kan leiden tot een nieuwe identiteit in Christus door een gezonde omgang met de Schrift – tot een bevrijde mensheid door Zijn genade, met gerechtvaardigde verwachting voor de hele wereld.

Waarom spreekt Paulus over deze dingen? Paulus wijdt zich aan de gevolgen van de mensen, zodat hij de kerk als geheel de vrijheid in kan leiden. Het is een vrijheid die gebonden is aan Christus en gebaseerd is op Gods gerechtigheid. Het is geen verkeerd begrepen genade, maar de radicaliteit van genade die Paulus consequent in de realiteit van het leven wil verankeren. Ook wij moeten valse conclusies herkennen en dan – net als Paulus – de gezonde alternatieven voor leven en geloof benadrukken.

Het goede nieuws en de problematische reactie

We hebben het hier over ons begrip van God en van deze wereld, en niet in de laatste plaats van onszelf. Zij die niets kunnen doen met de verkondiging van genade veranderen genade soms in het tegenovergestelde. Het kan er als volgt uitzien:

Hier is het goede nieuws:

  • God geeft Zijn gerechtigheid aan iedereen. Dit is vanwege het kruis en de opstanding en het is het vooruitzicht voor de hele mensheid. Zoals in Adam alle mensen zijn opgenomen, zo zullen ook in Christus alle mensen worden opgenomen. Wat er door Adam gebeurde, had invloed op de hele mensheid (en we kunnen er niets aan doen!) en wat er door Christus zal gebeuren, heeft ook invloed op de hele mensheid (er zijn geen uitzonderingen). Dit is vandaag de dag nog geen realiteit, maar het is het vertrouwen en de zekerheid die uit de Bijbel spreekt. Het is goed nieuws, maar alleen voor hen die zich kunnen onthouden van zelfingenomenheid.

Dit is het probleem:

  • Zij die deze radicaliteit van genade niet kunnen of willen accepteren zullen de boodschap verwerpen of met onduidelijke conclusies komen, zoals die waar Paulus het hier over heeft. Al in hoofdstuk 3 sprak Paulus over soortgelijke reacties:

“Maar als onze onrechtvaardigheid Gods rechtvaardigheid aan het licht brengt, wat zullen we dan zeggen? Is God onrechtvaardig als Hij Zijn toornig oordeel naar voren brengt? (Volgens de mens heb ik dit gezegd.) Moge dit niet worden afgeleid! Hoe zal God anders de wereld oordelen? Maar als de waarheid van God door mijn leugens heen stroomt voor Zijn verheerlijking, waar zal ik anders om geoordeeld worden als zondaar? En waarom zeggen we dan niet (zoals ons wordt verweten en zoals sommigen beweren dat we zeggen): Mogen wij kwaad doen opdat er goeds uit voortkomt? Het oordeel over hen is gerechtvaardigd.”
Rom 3:5-8

Hier in Romeinen 6 komt het thema weer naar voren:

“Wat zullen we dan pleiten? Dat we moeten volharden in de zonde opdat de genade toeneemt? Moge dit niet worden afgeleid!”
Rom 6:1

Paulus spreekt tot degenen in de kerk die genade in het tegenovergestelde veranderen. Ze concluderen dat – als Gods genade inderdaad alles omvat – je daarom elk gedrag kunt vertonen. Je kunt “volharden in zonde, zodat de genade toeneemt”. Dat is wat Paulus hier aan de schandpaal nagelt. Dit is een verkeerde conclusie.

Wie zo denkt, ziet de wereld alleen maar als twee kanten op een schaal. Als één kant (genade) zo zwaar weegt dat het al het andere in de schaduw stelt, dan zou je alle andere dingen aan de andere kant van de weegschaal kunnen stapelen. Deze notie van compensatie mist de essentie van genade.

Barmhartigheid gaat niet over compensatie. De gelijkschakeling heeft al plaatsgevonden. Pas door de gelijkschakeling werd de gratie enorm. We staan niet op een weegschaal en leven niet op de rand van een regel-geloof. God bracht Zijn gerechtigheid tot stand aan het kruis. Christus werd uit de dood opgewekt. Dit heeft nu gevolgen. Het resulteert in een gerechtvaardigde genade, maar niet zo dat we deze genade opnieuw in een spanningsveld plaatsen of zo dat het tot losbandigheid leidt. Het spanningsveld is net opgeheven. Laat het doorgaan. Genade rust in Gods werk en in Zijn belofte, maar kijkt vooruit naar wat iemand kan doen vanuit deze realiteit van geloof.

Zonde is echter “het doel missen”. Zonde leidt nergens toe, maar blijft in een ongezonde situatie. Het erkennen van genade kan er nooit toe leiden dat de zonde weer op de eerste plaats komt.

Genade kenmerkt de huidige tijd. Het betekent niet dat iedereen automatisch genade begrijpt. Sommigen wijzen ze af. Sommigen concluderen het tegenovergestelde. Dat is waar de apostel hier over schrijft, want hij is op zoek naar het welzijn van de kerk. Genade betekent niet dat alles “er niet toe doet”. Genade scherpt eerder het zicht op de aard van God, op Zijn werk en Zijn doelen. Paulus schrijft zodat de kerk ongezonde conclusies zal verlaten en zich in plaats daarvan zal bezighouden met een levensstijl die God welgevallig is.

Genade brengt transformatie teweeg

Wie genade aanvaardt, kan iets ervaren! Genade zet in beweging. Genade verandert, genade doet iets met ons. Het is de onvoorwaardelijke belofte van God, niet op basis van mijn prestaties, maar op basis van Zijn prestaties, die Hij in Christus heeft gedaan. Gewikkeld in genade komt Zijn gerechtigheid tot ons als een geschenk.

Genade maakt je vrij. Het maakt je vrij om bewust te leven, niet vrij om je doel nog verder voorbij te schieten. Elders schrijft Paulus dat genade opvoedt:

“Want de genade van God is verschenen, aan alle mensen tot redding, ons opvoedende …”
Titus 2:11-12

Genade transformeert ons denken en dus ons leven. Uit de volgende verzen in Romeinen 6 leren we dat het gaat over wandelen in nieuwheid van leven. Een verkeerd begrepen genade concludeert het tegenovergestelde en leidt tot losbandigheid en tot nog meer gemiste doelen. Maar genade op de juiste manier begrepen leidt naar vrijheid. Het laat ons vol vertrouwen, dankbaar en vreugde leven vanuit Gods liefde en vertrouwen.

Hoe leer je over genade? Lees de Brief aan de Romeinen. Vertrouw op het woord, wees er dankbaar voor. Geloof is niet statisch en vindt niet plaats in de geest. Ons denken is vernieuwd, maar het wordt pas tastbaar als we de genade en belofte van God zelf beginnen uit te leven. Ervaar genade, toon genade. Dan gaat het verder.