“Wat zullen we hierop zeggen? Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn? Hij, die Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar Hem voor ons allen overgegeven heeft, hoe zal Hij ook met Hem ons niet al deze dingen in genade schenken?”
Rom 8:31-32

Dit is de samenvatting, de kern van de Brief aan de Romeinen. Als God voor ons is, wie kan er dan tegen ons zijn? Want: God is de grootste. Wat Hij doet blijft. Het beeld dat Paulus hier schetst is dat van een Almachtige God die ons in Zijn Zoon in liefde tegemoet treedt.

De kern van de brief aan de Romeinen

Deze uitspraak vat alles samen wat Paulus tot nu toe over God en Zijn Christus heeft gezegd in de Brief aan de Romeinen. Het is het hoogtepunt van zijn evangelie (Paulus noemt het “mijn evangelie” in Rom 2:16 en Rom 16:25).

De Brief aan de Romeinen heeft een innerlijke samenhang en structuur. Dit is al een keer benadrukt. In het midden staat deze sectie.

Het artikel over de structuur van de Brief aan de Romeinen, inclusief een PDF-download, vind je hier:

• Structuur van de Brief aan de Romeinen

De belangrijkste last van de Brief aan de Romeinen betreft twee thema’s: Rechtvaardiging en Verzoening. Beide onderwerpen worden in geen enkele andere Bijbelschrijver op deze manier genoemd. Paulus legt in het bijzonder uit wat er veranderd is door het kruis en de opstanding. Veel dingen zijn nieuw geworden. Hij legt deze nieuwe realiteit uit op individueel niveau (hij richt zich tot gelovigen in Rome), maar ook op nationaal niveau (Israël en de volken in vergelijking).

Centraal in deze uitspraken staat dat God er voor ons is. Dit geldt zowel individueel als nationaal. Hier, in Romeinen 8, zijn we in het individuele deel. Paulus verklaart aan ons, dat wil zeggen aan ieder van ons, dat God er voor ons is. Dit is goed nieuws, een “evangelie” in de beste zin van het woord.

Hoe zal ik in het kort het evangelie van genade beschrijven? “God is voor ons!

Hoe zal ik in het kort het evangelie van genade beschrijven? “God is voor ons! Het is eenvoudig, gedenkwaardig en samenhangend. Het is de samenvatting van alles wat Paulus tot nu toe heeft gezegd over rechtvaardiging en verzoening. Alles leidde tot deze korte verklaring.

Met Zijn Zoon

“Hij, Die Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar Hem voor ons allen overgegeven heeft, hoe zou Hij [Gott] niet ook met Hem [Zijn Zoon, Jezus de Christus] ons al deze dingen in genade schenken?”
Rom 8:32

Paulus heeft ons in de Brief aan de Romeinen telkens weer laten zien dat God aan het werk is. Zijn vertrouwen is niet gebaseerd op onze geloofshouding, niet op wat we wel of niet doen, maar alleen op Gods werk. En God werkt in Zijn Zoon. Daarom geloven we in de,

“Die Jezus, onze Heer, uit de doden heeft opgewekt, Die voor onze zonden is overgegeven en voor onze rechtvaardiging is opgewekt.”
Rom 4:25

Daarom ervaren en ontvangen we dit “met Hem”, dat wil zeggen “met zijn Zoon”, namelijk met Jezus Christus, onze Heer. Het is de uitdrukking van Zijn genade.

Deze uitdrukking laat ook zien waar we dit kunnen verwachten: In Christus. Het zit niet in ons, maar wat God in Jezus heeft gedaan en volbracht, is nu voor ons. Ik kan me hierin verheugen en er dankbaar voor zijn, ook al lijken sommige dingen in mijn persoonlijke ervaring nog steeds onverlost. Want nog steeds niet gered zijn is ook een deel van onze ervaring, zoals Paulus een paar verzen eerder opmerkte (Rom 8:23-24). Vertrouwen kan echter groeien uit Gods handelen, uit dankbaarheid voor wat Hij heeft gedaan in Zijn Zoon en ons nu geeft met Zijn Zoon.

We kunnen alles van Hem verwachten, want God is er voor ons.