In onze serie interpretaties van de brief aan de Romeinen zijn we nu aangekomen bij de laatste verzen. De brief is afgerond. Hij noemt een evangelie zowel aan het begin als aan het einde van de brief. Ze zijn allebei verschillend. Aan het begin noemt de apostel een bekend evangelie dat al beloofd was in de Tenach (het Oude Testament). In deze laatste verzen spreekt hij echter over een geheim evangelie. Dit was onbekend in de Tenach, maar werd door Paulus hier in Romeinen onthuld. Er gebeurde iets compleet nieuws.
In de allerlaatste verzen van de brief aan de Romeinen spreekt Paulus over een evangelie dat ooit verborgen was. Het is een afsluitende zin over de speciale boodschap die Paulus mocht openbaren in zijn brief aan de Romeinen:
“Maar aan hem die in staat is u te versterken volgens mijn evangelie en de heraldische boodschap van Christus Jezus,volgens de openbaring van een mysterie (Ef 6:19),die verborgen was in eonische tijden, maar nu is geopenbaard en ook bekend gemaakt aan alle volken door profetische geschriften volgens het besluit van de eonische God, om gehoorzaamheid van geloof te bewerken
– Hem, de enige wijze God, zij verheerlijking door Christus Jezus voor de eonen der eonen! Amen!”
Rom 16:25-27
Paulus noemt dit “mijn evangelie”, wat met andere woorden de “heraldische boodschap van Christus Jezus” is. Hij spreekt erover als “zijn evangelie” voor zover het betrekking heeft op zijn taak, die hem onderscheidt van anderen. Hij noemt het de “heraldische boodschap van Christus Jezus” als hij het over de inhoud heeft.
Het evangelie van God
Aan het begin van zijn brief aan de Romeinen sprak Paulus over hoe hij, als geroepen apostel, apart was gezet voor het “evangelie van God”. Dit evangelie van God was eerder beloofd in de heilige Schrift (Romeinen 1:1-4). Het is het goede nieuws van Gods gerechtigheid, die alleen door geloof komt, zonder werken. De eerste vier hoofdstukken van de brief aan de Romeinen spreken hierover. Het is gebaseerd op het verhaal van Abraham. Het is daarom al beloofd in de Schrift en wordt alleen door Paulus opnieuw benadrukt en uitgelegd in verband met Jezus Christus.
Gerechtigheid is de basis van Gods handelen. Dat is nergens veranderd. Het evangelie van God spreekt over Gods eigen gerechtigheid, zoals die al in het Oude Testament werd genoemd en nu opnieuw wordt benadrukt als goed nieuws dankzij Gods werk in Christus.
De verandering in de brief aan de Romeinen
Vanaf Romeinen 5 spreekt Paulus echter over iets dat voorheen niet bekend was. Het is een transformerende verzoening die verder gaat dan een bedekkende verzoening zoals beschreven in het Oude Testament. Paulus gebruikt hier verschillende woorden voor. Je kunt meer te weten komen in de artikelen over deze verzen. Geen van de profeten sprak over dit nieuwe soort verzoening, zoals Paulus in Romeinen 5 begint uit te leggen.
Het nieuwe dat hier wordt geopenbaard was tot dan toe een geheim en werd in de eonische tijd geheim gehouden. God heeft niet alleen Zijn gerechtigheid bereikt door Christus, maar maakt er ook goed nieuws van waarin Hij zich tot mensen wendt in verzoening. Dit is een extra dimensie die uitgaat van Gods rechtvaardigheid, maar ook leidt tot een verandering in houding. God is verzoend met jou en mij. Dit is de boodschap die Paulus opnieuw uitlegt in zijn brief aan de Romeinen en met andere woorden samenvat in 2 Korintiërs 5:14-21.
Deze verzoening geldt niet alleen voor Israël, maar omvat ook de naties. Dat was ook gloednieuw. Hoewel er in de Tenach ook naar de naties werd verwezen, naar de niet-joodse naties, kwam hun redding daar door de bemiddeling van Israël. Paul is heel anders. Hij legde net uit dat de verzoening geheel zonder tussenkomst van Israël plaatsvond en alleen gebaseerd was op Gods handelen.
Het geheime evangelie
Het evangelie, dat Paulus “mijn evangelie” noemt (zie Rom 2:16; Rom 16:25), wordt bekend gemaakt door profetische geschriften, zoals de brieven van Paulus. Paulus noemde het evangelie “verborgen”. Het was geheim. Nu hij erover praat, was het natuurlijk niet langer geheim, maar werd het openbaar gemaakt. Hij verwees naar de tijd voor zijn proclamatie. Hij maakt bekend wat tot dan toe verborgen was gebleven. De apostel onthult verschillende geheimen. Hij doet niet geheimzinnig, maar onthult iets nieuws. Dit is ook het geval met het evangelie, dat hij herhaaldelijk “mijn evangelie” noemt, waarin sommige dingen voorheen nog onbekend waren. En dat niet alleen: de andere apostelen waren ook niet helemaal bekend met de boodschap van Paulus. Hij moest naar Jeruzalem reizen en zijn evangelie aan de andere apostelen presenteren. Ze reikten elkaar de hand als broeders, maar erkenden dat aan Paulus het evangelie van de onbesnedenen was toevertrouwd, net zoals aan de 12 apostelen het evangelie van de besnijdenis was toevertrouwd (Gal 2:7-9). Dit is een belangrijk onderscheid met verstrekkende gevolgen. Het volgen van deze sporen in het Nieuwe Testament kan het begrip van de kerk en het geloof in de verte leiden.
Als we het hele Nieuwe Testament bekijken vanuit het oogpunt van “Waar Jezus staat, daar staat de kerk vandaag”, dan zijn we ten prooi gevallen aan een ideologie.
Deze uitspraken zijn vooral belangrijk omdat veel christenen er nog steeds vast van overtuigd zijn dat er maar één evangelie is en dat alles in het Nieuwe Testament daarom (per gevolgtrekking) over hetzelfde spreekt. Paulus maakt echter een duidelijk onderscheid. Dit is keer op keer benadrukt in deze serie over de brief aan de Romeinen. Er is een ontwikkeling in het Nieuwe Testament. Als we het hele Nieuwe Testament bekijken vanuit het oogpunt van “Waar Jezus staat, daar staat de kerk vandaag”, dan zijn we ten prooi gevallen aan een ideologie. Het Nieuwe Testament is veel gedifferentieerder. Een duidelijk beeld van wat er geleidelijk verandert, geeft veel inzicht in de tijd toen en nu.
Het doel van Paulus’ prediking is om geloofsgehoorzaamheid teweeg te brengen. Dit was al een thema in het eerste hoofdstuk (Rom 1:5). Dus sommige dingen blijven hetzelfde in beide evangelies (het evangelie van God en het geheime evangelie), maar de inhoud van het evangelie is uitgebreid. Dit brengt nu lof in Paulus teweeg, waarmee hij afsluit: Hem, de enige wijze God (die zijn wijsheid in het verborgene heeft gehouden en nu heeft geopenbaard), zij de heerlijkheid door Christus Jezus voor de eonen der eonen.
Paulus eindigt zijn brief aan de Romeinen. Wat opvalt is zijn vertrouwen in God, die alles in zijn handen heeft. Vertrouwen kenmerkt Paulus’ houding. Vertrouwen is wat hij de gemeente in Rome geeft in deze laatste woorden.
“Als God voor ons is, wie zal er dan tegen ons zijn?”
Rom 8:32