“Daarom is het uit geloof, dat het naar genade is.”
Rom 4:16

Bijna niets is zo verwarrend als de term “geloof”. Dit is niet omdat het inconsequent beschreven is in de Bijbel. Integendeel. Het is eerder zo dat de term “geloof” door sommige christelijke stromingen is gekaapt en in iets heel anders is veranderd. Daarover gaat dit artikel in de serie over de Brief aan de Romeinen.

Geloof stress

Geloof was ooit de eenvoudigste zaak van de wereld. Geloof is niets anders dan vertrouwen. In zowel de taal van het Oude Testament (Hebreeuws) als die van het Nieuwe Testament (Grieks) is het werkwoord “geloven” identiek aan het werkwoord “vertrouwen”. Hij die gelooft, vertrouwt. Vandaar de uitdrukking “vertrouw op God”.

Nu is deze uitdrukking van vertrouwen gekaapt en geherformuleerd in een “voorwaarde voor verlossing”. De uitnodiging is: “Geloof in Jezus of je bent voor altijd verloren”. Geloof werd opeens een werk, een voorwaarde. Geloof werd iets dat je moest “doen”. Tegen de achtergrond van de doctrine van de hel ontstond een dreigende boodschap waarin de verantwoordelijkheid voor verlossing volledig op de mens werd afgeschoven. Alleen zij die geloven kunnen God redden. Helaas, als iemand niet gelooft, is Hij machteloos. Er ontstaat een verschrikkelijk beeld van God dat ver afstaat van de bijbelse betekenis van geloof en van Gods werken om te redden.

Geen rekening houden met de context

Hoe kon het zover komen? Als men de knoop van het geloof wil ontwarren en het bijbelse concept wil begrijpen, dan is dit een belangrijke vraag. Hoe komt het dat mensen niet meer kunnen waarnemen wat er geschreven staat, maar aannames opdringen over het geloof van de Bijbel? Het gebeurt niet zomaar. Dit heeft een systeem (cf. Ef 4:14“ἐν πανουργίᾳ πρὸς τὴν
μεθοδείαν τῆς πλάνης
“, “door de strategie die is berekend om fouten op een geplande manier te verspreiden”).

Hoe kon het zover komen?

Alleen verkeerde aannames over belangrijke delen van de Bijbel leiden tot verkeerde interpretaties. Dit idee van “je moet geloven” wordt gevoed vanuit de Evangeliën en toegepast op de rest van het Nieuwe Testament. Wat in de context van Israël een beperkte uitspraak was, werd door christelijke theologen geprojecteerd op een fictieve eeuwigheid. De reden hiervoor zijn blinde aannames over wat de Bijbel over ons zegt en in welk opzicht. Het is niet ongewoon dat christenen begrijpen dat “het Oude Testament over Israël gaat, terwijl het Nieuwe Testament over de kerk spreekt”. Maar waar staat dat eigenlijk? Spreekt het Nieuwe Testament niet meer over Israël? En als er een toekomst is voor Israël (is die er?), waar lezen we daar dan over in het Nieuwe Testament?

Teksten in de evangeliën worden daarom kritiekloos toegepast op de gemeente van vandaag, met volledige veronachtzaming van hun eigen context. Maar Jezus wees er expliciet op dat hij was gezonden “uitsluitend naar de verloren schapen van het huis Israëls” (Mt 15:24), wat Paulus bevestigt (Rom 15:8). Omdat deze teksten kritiekloos worden toegepast op de gemeente van vandaag, ontstaan er vreemde interpretaties die geen recht doen aan de context van de uitspraken. Er worden verkeerde conclusies getrokken met verkeerde aannames.

De preek van Jezus vond plaats in een duidelijk afgebakende context die we niet zomaar moeten overnemen.

Als we in de tijd van Jezus hadden geleefd, zouden we slechts een deel van de kruimels hebben gekregen – zoals de Kanaänitische vrouw in Mattheüs 15. Jezus reisde niet voor de naties. Op dat moment zou onze enige kans zijn om ons als proselieten bij het Joodse volk aan te sluiten. Dat is vandaag de dag niet het geval. Waarom?

De preek van Jezus vond plaats in een duidelijk afgebakende context die we niet zomaar moeten overnemen. Het ging zelfs niet over het kruis en de opstanding, want dat was nog voor Hem. Daarom spelen de evangeliën zich af in een Joodse context, terwijl de kerk van vandaag uit alle volken gevormd wordt door de apostel voor de volken (Rom 11,13). Het ene ging niet naadloos over in het andere. Dit is ook een blinde aanname die niet waar is. Meer hierover in het artikel “Jezus en Paulus, zeggen ze hetzelfde?

  • Er ontstaat verwarring als je de verschillen tussen Israël en de naties negeert.
  • Kramp ontstaat wanneer Bijbelteksten uit hun eigen context worden gehaald en willekeurig worden toegepast op andere situaties.
  • Macht komt van het interpreteren van de Bijbel in iemands eigen context.

Dat geloof nu is veranderd in een werk is een tragedie van theologische misinterpretatie. Logischerwijs leidt het voor velen ook tot kramp en geloofsstress. Dit hoeft echter niet het geval te zijn. Zie het artikel “Is geloof een dienst die ik moet leveren?

In deze serie over de Brief aan de Romeinen zijn we aangekomen bij hoofdstuk 4. Paulus beschrijft geen kramp en strijd van geloof, maar bevrijdend geloof omdat het gebaseerd is op Gods genade. Genade is “Gods onverdiende gunst aan mij geschonken” (Ef 2:8). Dit is iets heel anders dan een vlaag van geloof waarin mijn geloofsinspanning een voorwaarde voor eeuwige verlossing zou moeten zijn.

 

“Daarom is het uit geloof, dat het naar genade is.”
Rom 4:16

Wat Paulus benadrukt in het Evangelie

Als we de brief aan de Romeinen lezen, zullen we nergens geloof ontdekken als voorwaarde voor redding. Geloof is eerder de antithese van elke prestatie. Het gaat niet om prestatierechter, maar om Gods gerechtigheid. Het gaat er dus niet om wat ik doe, maar wat God doet. Wie dan op God vertrouwt, leeft door Zijn genade.

Wie op God vertrouwt, leeft door Zijn genade.

Paulus gaat helemaal over Gods rechtvaardigheid. Hij benadrukte dit al in Romeinen 1:16-17, helemaal aan het begin van zijn brief. Sindsdien vergezelt het thema ons door de eerste hoofdstukken.

De nadruk op Gods rechtvaardigheid is radicaal. Hij stelt dit niet op als een eis, alsof we aan Gods rechtvaardigheid moeten voldoen, maar het is de realiteit van het kruis dat ons gegeven wordt. God heeft iets bereikt (“Zijn gerechtigheid”) en wij krijgen het gratis. In die zin gaat het over genade, namelijk Gods onverdiende gunst . Alleen Gods werk is en blijft beslissend. Dit markeert het verschil tussen mijn inspanning en Zijn verlossing.

Deze bevrijdende uitspraak gaat helaas volledig verloren in veel christelijke leerstellingen, bijvoorbeeld wanneer ze zeggen “Je moet in Jezus geloven, anders zul je voor eeuwig branden in de hel!”. Dit soort bedreigende boodschappen heeft niets te maken met het Evangelie. Het zijn slechts conclusies van de menselijke theologie, die de inspanning van de mens belangrijker vindt dan de prestatie van God. Het evangelie gaat over Gods gerechtigheid die Hij aan het kruis tot stand bracht. Daarin ligt het goede nieuws.

Geloof komt overeen met genade

“Daarom is het uit geloof, dat het naar genade is.”
Rom 4:16

Dit citaat uit Romeinen 4 staat niet in een vacuüm. Het is een deel van een langere passage uit de Brief aan de Romeinen. Deze zin raakt echter de kern van waar het Paulus om gaat.

Als we hoofdstuk 3 tot 5 achter elkaar lezen, kunnen we dit zien:

  • Romeinen 3: Er is niemand rechtvaardig, zelfs niet één
  • Romeinen 4: Geloof is uit genade
  • Romeinen 5: God rechtvaardigt iedereen vanwege Christus.

Maar laten we de dingen stap voor stap bekijken. In het vorige hoofdstuk schreef Paulus:

“Er is niemand rechtvaardig, zelfs niet één!”
Romeinen 3:10

“Maar we weten dat alles wat de wet zegt, spreekt tot hen die onder de wet zijn, zodat ieders mond wordt gestopt en de hele wereld onder het rechtvaardige besluit van God komt.”
Romeinen 3:19

Na deze en soortgelijke observaties komt het keerpunt:

“Maar nu, gescheiden van de wet, is Gods gerechtigheid geopenbaard …”
Romeinen 3:21

Het gaat niet om de inspanningen van de mens, het gaat om wat God doet – het kruis en de opstanding. Het effect hiervan verandert Gods relatie met mensen. Dit is de kern van het Evangelie. Het gaat over de genade van God die je ontvangt zonder enige eigen inspanning.

“Wij zijn van mening dat de mens gerechtvaardigd wordt door geloof, zonder werken van de wet.”
Romeinen 3:28

Geloof is hier dus geen inspanning, maar het is 100% gebaseerd op Gods gerechtigheid. “Door geloof” heeft hier expliciet niets te maken met een voorwaarde. Dat wordt helemaal niet genoemd. Wie het zo interpreteert, moet het eerst projecteren. Dit is dus waar je moet beginnen als je de knoop van het geloof wilt ontwarren.

Geloof, zegt Paulus in Romeinen 4:16, is naar genade en naar niets anders. Dat is de huidige tijd en daarin is het een duidelijke uitspraak. In hoofdstuk 5 gaat Paulus nog een stap verder als hij schrijft over de toekomst:

“Dienovereenkomstig, zoals er door de ene grief veroordeling kwam voor alle mensen, zo komt er ook door het ene vonnis van de wet rechtvaardiging van het leven voor alle mensen.”
Romeinen 5:18

Genade is niet goedkoop, maar het is gebouwd op Gods actie in plaats van op mijn inspanning. De erkenning dat ik me niet kan opwerken tot Gods niveau is alleen maar nuchter. Gods genade bereikt me in de soberheid en onvolmaaktheid van deze wereld. Paulus benadrukt in het vers hierboven dat deze genade, door een wettig oordeel – en niet door een geloofsinspanning – leidt tot het leven voor alle mensen eens.