Als afsluiting van het leerstellige gedeelte van de Brief aan de Romeinen schrijft Paulus een doxologie. Hierin prijst Hij God en vat Hij samen waar alle eerdere uitleg in de Brief aan de Romeinen toe leidt.
De prehistorie
Een doxologie wordt vaak aan het einde van een bijbelse uiteenzetting geplaatst, of aan het einde van een gebed. De term is afgeleid van het Griekse doxa(δόξα, glorie of eer) en is een eerbetoon aan God. Het gaat om deze tekst:
“O diepte van de rijkdom, wijsheid en kennis van God!
Hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen
en hoe onvindbaar Zijn weg!
Want wie kent de gezindheid van de Heer,
of wie werd zijn raadsman?
Die Hem eerst iets gaf,
zodat hij zal worden terugbetaald?
Want van Hem en door Hem en tot Hem is alles!
Hem zij de verheerlijking voor de eonen!
Amen!”
Rom 11:33-36
Paulus schrijft deze woorden onmiddellijk nadat hij het onderwijs zelf heeft voltooid. De lof vloeit voort uit wat voorafging. Hij zei slechts 1 vers eerder: “Want God sluit allen samen in ongerechtigheid, opdat Hij Zich over allen ontfermt!” (Rom 11:32). De lofzang weerspiegelt deze verklaring. In het vorige artikel “Het mysterie over Israël” werd dit vers al in meer detail besproken.
Dit vers en de doxologie die erop volgt staan niet in een vacuüm. Het is de samenvatting van alles wat Paulus tot nu toe heeft uitgelegd in de brief aan de Romeinen. De lof komt aan het einde van 11 hoofdstukken. Niet alleen stelde hij aan het begin van zijn brief aan de Romeinen dat er niet één rechtvaardig mens is, maar ook dat Gods eigen gerechtigheid meer dan opweegt tegen de ongerechtigheid van de mens. Want:
“De genadegave is echter niet zoals de grief. Want als door de versterving van de ene [Adam] de velen stierven [die Menschheit wurde sterblich], hoeveel te meer vloeit de genade van God en de genadegave (die van de ene mens Jezus Christus is) over in de velen die verzoend zijn!”.
Rom 5:15 KNT
Paulus legt uit dat de genade van God veel meer is dan het probleem waarop het een antwoord formuleert. Geen oude toestand wordt hersteld door genade, maar er wordt iets veel beters bereikt. Door rechtvaardiging en verzoening worden we getrokken in de liefde van God, die Hij al toonde toen we nog niets vermoedend in de wereld waren (Rom 5:8).
Deze rechtvaardiging en verzoening zijn niet afhankelijk van onze belofte, hoewel iedereen dit wel een keer zal beloven. Dit is geen wishful thinking, maar wordt op elke plaats in de Brief aan de Romeinen duidelijk gemaakt. We kunnen ook denken aan de “bekeringservaring” van Paulus. De ontmoeting met de verrezen Heer was alles wat nodig was (Handelingen 9:3-6). Daarom heeft Gods barmhartigheid minder te maken met de mens dan met God zelf:
“Want God omvat allen tezamen in weerbarstigheid, opdat Hij Zich over allen moge ontfermen.”
Rom 11:32
De lof van Paulus
De lofzang van de apostel is geen lering. Hij had zijn leertijd al voltooid. Hij prijst God, maar op basis van wat hij eerder heeft verklaard en verkondigd. Deze doxologie bestaat uit 3 delen.
- Het wonder van Gods actie
“O diepte van de rijkdom, wijsheid en kennis van God! Hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en hoe onnaspeurlijk Zijn wegen!” (Rom 11:33)
Paulus prijst Gods wijsheid en kennis. Het is het begrijpen van Zijn aard en werk. In direct antwoord op het vorige vers verwondert hij zich over hoe ondoorgrondelijk Gods oordelen zijn en hoe onnaspeurlijk Zijn wegen zijn. Want wie had kunnen denken dat God allen zou verzamelen in weerbarstigheid, en zich dan over allen zou ontfermen? Dat lijkt helemaal niet logisch. De apostel verwondert zich over Gods handelen en Zijn wegen met de mensheid. - Menselijke eigengerechtigheid is uitgesloten
“Wie kende de gezindheid van de Heer, of wie werd zijn raadsman?” Geen mens had dit voorzien of als idee aan God voorgelegd. De apostel ziet hier de grootheid en onafhankelijkheid van God. Het werkt. Hij heeft ons hier niet voor nodig en niemand heeft Hem hierover geadviseerd. Wat in het evangelie wordt beschreven is niet onze wijsheid, maar Gods wijsheid.
“Wie heeft Hem het eerst iets gegeven, opdat het Hem zou worden terugbetaald?” Paulus rekent af met de eigengerechtigheid van mensen. Niemand heeft “punten gescoord” bij God, niemand heeft Hem eerst iets “gegeven”, alsof God ons dan later zou moeten compenseren (vgl. Jes. 40:14). Dit geldt ook voor het vermeende “geloof” dat iemand moet hebben om door God gered te worden. Dit is niet waar en is een antropocentrische doctrine die niet overeenkomt met het Evangelie. Hier benadrukt Paulus nogmaals dat niemand God eerst iets gaf zodat Hij later iets goeds voor die persoon zou moeten doen. Zo werkt het niet. Het zijn juist de gelovigen die moeten erkennen dat God zelf het willen en het werken in ons veroorzaakt (Fil 2:13). - Het uitgebreide begrip
“Want uit Hem en door Hem en tot Hem is het universum!” Dat is de samenvatting. Het behandelt de loop van de wereldgeschiedenis vanuit het perspectief van Gods rechtspraak. Alles is van Hem (1Cor 8,6). Hij is de oorsprong. Volgens dit alles gebeurt alles ook door Hem (vgl. Handelingen 17:24-25). Vaak wordt met dit “door Hem” ook Christus bedoeld (Heb 1:3; 1Cor 8:6), de Zoon van God door wie God Zijn huis bouwt. Dit is de ondersteunende kracht in alle dingen, zoals er staat “alle dingen bestaan tezamen in Hem” (Kol 1:17). Uiteindelijk, zegt Paulus, “is alles naar Hem toe”. Dat is het doel. Dat is geen wens, maar een duidelijke uitspraak. Oorsprong, pad en doel hebben God Zelf voor zich als bron, als ondersteunende kracht en als doel. Het is juist de afwezigheid van menselijke inspanning (Rom 11:34-35) die hiertoe leidt.
Deze doxologie, deze lofprijzing, staat dus niet in een vacuüm, alsof dit nog geïnterpreteerd moet worden, maar het is het hoogtepunt van Romeinen 1-11. Het is de samenvatting van alle dingen die tot nu toe zijn verduidelijkt. De bevoegdheid van God wordt hier niet voor het eerst genoemd, maar is al vele malen uitgelegd. Het is ook niet zo dat bijvoorbeeld alleen hier wordt verklaard dat God het doel bereikt met alle mensen en de hele schepping. Hij had dit al verschillende keren eerder gezegd, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de volgende teksten:
“Dienovereenkomstig, zoals er door de ene grief veroordeling kwam voor alle mensen, zo komt er ook door het ene vonnis van de wet rechtvaardiging van het leven voor alle mensen.”
Rom 5:18
“Want de schepping werd ondergeschikt gemaakt aan de ijdelheid (niet vrijwillig, maar omwille van de ondergeschikte) in de verwachting dat ook de schepping zelf uit de slavernij bevrijd zal worden tot heerlijkheid van de kinderen van God.”
Rom 8:20-21
“Want God omvat allen tezamen in onmenselijkheid, opdat Hij Zich over allen moge ontfermen.”
Rom 11:32
Bij het interpreteren van deze doxologie moeten we dus uitgaan van de context en de rest van de Brief aan de Romeinen. In deze lofprijzing herhaalt de apostel eenvoudigweg wat hij eerder had verklaard. Hij prijst God, want lofprijzing is wat deze dingen doen. Genade maakt je vrij. Een blik op Gods allesomvattende genade in Christus Jezus maakt dankbaar en leidt tot lof voor Gods wijsheid, voor zijn wegen en voor zijn oordelen. Dat is wat Paulus hier doet in zijn lofprijzing.
Verbindingen begrijpen
Doxologie is geen doctrine, maar is gebaseerd op de dingen die eerder geleerd zijn. Paulus heeft niet overal een verklaring voor. Hij kan zich niet alle details voorstellen. Hij zegt: “Hoe onvindbaar zijn Zijn wegen”. Hieruit kunnen we begrijpen dat Paulus niet op zoek is naar een volledig bewijs, alsof hij in alles moet begrijpen wat er in God zelf gebeurt. Dit is precies niet het geval (zie 1Cor 2,11).
Voor Paulus is het genoeg dat de oorsprong, het verloop en het doel allemaal van God zelf afhangen. Dit is het overzicht van waaruit vertrouwen groeit. Paulus erkent dat God deze wereld in Zijn handen heeft. Dat is genoeg voor hem. Daar vertrouwt hij op. Kan hij dat bewijzen? Nee. Dat kunnen we ook niet. Dat hoeft niet. Er is, zoals Paulus het elders beschrijft, zoiets als een “geloofsmysterie” (1Tim 3:9). Er is geen zekerheid behalve vertrouwen in Gods werk. Dit vertrouwen bevat echter zo’n grote rijkdom en zo’n brede horizon dat de apostel God ervoor dankt.