Volledige titel van de Brief aan de Romeinen
Paulus zet zoiets als een algemene titel over de Brief aan de Romeinen. Hij beschrijft zijn verkondiging met een kernachtige uitdrukking en zegt dat het evangelie een “kracht van God tot redding” is. Je kunt deze uitdrukking zien als een titel over de Brief aan de Romeinen, omdat al het andere alleen over de details gaat.
“Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek. Want Gods gerechtigheid wordt daarin geopenbaard door geloof om geloof, gelijk geschreven staat: De rechtvaardige zal door het geloof leven.”
Rom 1:16-17
Deze verzen bevatten dus al de kern van de brief. We kunnen veel leren van deze verzen. Bovenal kan het ook een indicatie zijn dat het evangelie wordt gezien als de kracht van God en niet – zoals het soms wordt voorgesteld – als een eis van God.
Want ik schaam me niet
“Want ik schaam me niet …”. Met deze woorden borduurt Paulus voort op de vorige zinnen. Wanneer hij er een beknopte samenvatting van het Evangelie op schrijft, heeft dit een achtergrond. De verwijzing naar het feit dat hij zich niet schaamt laat zien dat dit over zijn persoonlijke ervaring gaat. Paulus zelf schaamt zich niet voor het evangelie. Want hij weet waar het over gaat en waarom hij nu aan de Romeinen schrijft. Het is een verklaring vol kracht en vertrouwen wanneer hij vervolgens de beweegredenen formuleert. Maar hier is het begonnen:
“Aan Grieken en niet-Grieken, aan wijzen en onverstandigen sta ik in het krijt. Vandaar mijn verlangen om het evangelie ook te verkondigen aan u die in Rome bent.
Rom 1:14-15
Hoe komt het dat Paulus zichzelf als een schuldenaar ziet? Het heeft alles te maken met zijn geschiedenis en wat hij vroeger was. Hij beschrijft dit later in zijn brief aan Timoteüs:
“Dankbaarheid heb ik jegens Hem die mij machtig maakt, Christus Jezus, onze Heer, omdat Hij mij getrouw heeft gerekend en mij in het ambt heeft aangesteld, die voorheen een godslasteraar, vervolger en heiligschenner was. Maar ik heb genade gekregen omdat ik het onwetend deed, in ongeloof. Maar overweldigend is de genade van onze Heer, met geloof en liefde, die in Christus Jezus is. Geloofwaardig is het woord, en elk welkom waard, dat Christus Jezus in de wereld kwam om zondaars te redden, van wie ik de eerste ben. Maar juist daarom heb ik barmhartigheid verkregen, opdat Jezus Christus in mij, de eerste, alle geduld zou tonen als een voorbeeld voor hen die voortaan in Hem geloven voor het eeuwige (aeonische) leven.”
1Tim 1:12-16
Paulus koppelt zijn gedrag in het verleden aan de genade die hij heeft ontvangen. De apostel verwijst herhaaldelijk naar het feit dat hij ooit de kerk vervolgd heeft (1Cor 15,9, Gal 1,13, Gal 1,23, Fil 3,6). Hij koppelt het ook aan het besef dat Jezus Christus in de wereld kwam om zondaars te redden, van wie hij zichzelf als de eerste beschouwde. Volgens de bijbelse bewoordingen is er niemand anders die hem zou kunnen overtreffen. Paulus was de ergste zondaar. En omdat hij dat was, kon hij op een onverwachte manier een model van genade worden voor alle anderen die na hem geloof zouden vinden.
Genade is onverdiende gunst. Genade is vrijspraak wanneer het bewijs van schuld al is geleverd. Iemand wordt schuldig bevonden maar krijgt gratie. Het is alsof je ter dood veroordeeld bent, maar gezegend wordt en je leven terugkrijgt. Het is een nieuw leven. Het is een geschenk. De genade van God schijnt bijzonder helder in Paulus. Dit is de achtergrond waartegen de apostel in Romeinen spreekt over het feit dat we bij alle mensen in het krijt staan. Hij weet uit eigen ervaring van wie en waarvoor hij genade heeft ontvangen.
“Want ik schaam me niet voor het evangelie, want het is een kracht van God tot redding van elke gelovige, zowel van de Jood als van de Griek.”
Rom 1:16
Gods kracht
Het is opmerkelijk dat het evangelie wordt gezien als Gods kracht om te redden. Het is dus niet de menselijke wijsheid en niet onze eigen prestatie die ons verlossing geeft van onze ontoereikendheid en het herstel van onze relatie met God. Verlossing is Gods werk. Daarom is het voor ons “uit genade, niet uit werken” (Rom 3:24; Rom 3:28; Rom 11:6 e.a.).
Maar stop! Vaak wordt dit heel anders gepresenteerd. Sommigen zeggen dat de wet moet worden gehouden, terwijl anderen zeggen dat er een daad van geloof moet zijn. De bevrijdende genade van God wordt vaak afhankelijk gemaakt van onze eigen daden in de verkondiging en in onze eigen gevoelens. Er worden voorwaarden gesteld waaraan moet worden voldaan. Maar dat is precies wat Paulus hier aan de orde stelt. Wij hoeven geen voorwaarden te vervullen, maar God zelf heeft aan alle voorwaarden voor verlossing voldaan. Het is Zijn kracht om te redden, niet mijn kracht. Het evangelie gaat over wat God doet, niet wat ik doe. Dit kan niet genoeg benadrukt worden. Hij schrijft:
“Want Gods gerechtigheid is daarin geopenbaard [im Evangelium]…”
Rom 1:17
Zodat niemand het verkeerd ziet, schrijft Paulus duidelijk dat de verkondiging van het evangelie niet over onze gerechtigheid gaat, maar over Gods gerechtigheid. Dit is geen gerechtigheid die wij zouden moeten vervullen of tot stand brengen (dat kunnen we niet), maar het is de gerechtigheid die God Zelf tot stand bracht in Christus, en die nu de essentie van het Evangelie vormt. God zelf heeft verlossing en gerechtigheid gebracht, en dat is het goede nieuws.
Als we genade presenteren zoals de Bijbel dat doet, roept dat vaak angst of afwijzing op.
Als we genade presenteren zoals de Bijbel dat doet, roept dat vaak angst of afwijzing op. Er zijn tonnen valse conclusies, die bijvoorbeeld als volgt luiden:
- Als het gratis is, dan is het te gemakkelijk.
- Als ik zelf geen moeite hoef te doen en alles uit genade ontvang, dan kan ik doen wat ik wil.
- Ik hoef niet eens te geloven dat het gratis is.
In de Engelstalige wereld bestaat de uitspraak “There is no such thing as a free lunch”. Dit is om duidelijk te maken dat een ander altijd betaalt. En dat is ook waar. Genade is niet gratis. Maar de prijs is al betaald. Dat is het goede nieuws: er is voor betaald en nu is het gratis voor ons. Het is een waar geschenk. We hoeven niet opnieuw te betalen. Het is niet goedkoop, maar het is al geregeld. Dus degenen die nog steeds zelf iets willen bereiken, hebben de genade van God nog niet herkend. Het is de vrome man, de onvrije man, die veel liever op zijn eigen prestaties vertrouwt dan op Gods prestaties.
Echte genade van God veroorzaakt angst bij sommige mensen. De vrijheid lijkt te groot. Genade is echter ook het einde van alle valse vroomheid, het afzien van de eigen werken en prestaties. Genade is vertrouwen in Gods werk alleen. Zij die bevestiging zoeken in hun eigen prestaties zullen niet terechtkomen bij de genade van God. De rechtvaardigheid en genade van God staan zelfs lijnrecht tegenover elke vorm van religiositeit. Daarom wordt er zo weinig over genade gesproken. Barmhartigheid op 50% of misschien 80% is nog steeds mogelijk. Maar 100% genade is te veel. – Echte genade bestaat echter alleen bij 100% en niet anders.
Genade is het einde van alle valse vroomheid.
In de praktijk van de prediking wordt er daarom vaak een verband gelegd tussen wet en genade. Er is een beetje genade, en ook een beetje eigen prestatie. Dit komt overeen met de religieuze persoon en deze reageert erop. Succesconcepten voor gemeenschapsgroei zullen bijvoorbeeld altijd menselijke prestaties inhouden. Een mengsel van twee verschillende potten kan overtuigender worden verkocht omdat het “passend” kan worden gemaakt. Dit komt overeen met de wens van veel mensen om “zelf iets te willen bijdragen”. Het is een gemengd evangelie als het zo klinkt: “Redding is uit genade, maar je moet eerst een (de!) stap van geloof zetten, je moet eerst dit of dat doen of laten…”. Laten we dat even laten bezinken. Dit is een giftig mengsel.
Bijgeloof en prestatie-evangelie
Ik heb het ontelbare keren gehoord, in preken, gesprekken, evangelisatiebijeenkomsten. Ik heb het gelezen in boeken, gehoord in lezingen. Het is een fundamentele ideologie in veel kringen. “Je moet geloven! Je moet de stap zetten!” Geloof wordt verheven tot een magische menselijke prestatie zonder welke God niet kan werken. Geloof wordt een werk. Weinig mensen merken op dat Jezus geloof nooit als een persoonlijke prestatie heeft geformuleerd, noch hebben de apostelen het op die manier gepredikt. Het was nooit anders in de Tenach, in het Oude Testament. Geloof is altijd een eenvoudig vertrouwen geweest. De ideologie zegt echter: Het is allemaal uit genade, maar zonder werken kun je niet rechtvaardig worden voor God. Je moet “geloven” alsof dat de schakelaar van goddelijke acceptatie met God zou omzetten. De chaos is perfect. God is onttroond en de mens moet presteren.
Geloof wordt verheven tot een magische menselijke prestatie zonder welke God niet kan werken. Geloof wordt een werk.
Dat is een maar-geloof. Het is een performance evangelie. Ten diepste is het ook een bedreigende boodschap. Zo’n ideologie is een mengeling van wet en genade, van verschillende bijbelpassages en halve waarheden die niet in de Bijbel als verkondiging voorkomen. Dit is geen waar evangelie en wordt daarom door Paulus in de ban gedaan (Gal 1:6-9). Paulus moest hier verschillende keren mee worstelen. Hij definieert ondubbelzinnig al zijn eigen prestaties op religieus gebied als vrome prestatie, louter “tot bevrediging van het vlees” (zie Kol 2:8-23).
Gods gerechtigheid in Christus is radicaal anders en heeft geen aanvulling nodig. Zij die iets willen toevoegen aan Gods gerechtigheid zien Zijn werk niet. Zo lezen we het in Paulus.
Pure genade klinkt voor velen echter gevaarlijk. Is er dan nog behoefte aan menselijke verantwoordelijkheid? Zou dat geen vrijbrief zijn voor anarchisme? Konden we toen niet doen wat we wilden? Zo wordt het soms op een ongedifferentieerde manier gepresenteerd. Als genade echt zo radicaal is, zo allesomvattend, dan zou er helemaal geen inspanning nodig zijn. Men maakt dus gevolgtrekkingen over genade en denkt vanuit eigen onvermogen. Zou pure genade de mens moeten verleiden om onverantwoordelijk of zelfs immoreel te leven? Echt waar? Dit is niets meer dan een godslastering van het evangelie, zoals Paulus al corrigeert:
“En waarom zeggen wij dan niet (zoals ons wordt verweten en zoals sommigen beweren dat wij zeggen): Mogen wij kwaad doen opdat er goeds uit voortkomt? Het oordeel over hen is gerechtvaardigd!”
Rom 3:8
Genade is heel anders
Genade is heel anders. Opvoedende genade:
“Want de genade van God is aan alle mensen verschenen tot redding, en heeft ons opgeleid om ongerechtigheid en wereldse begeerten te verloochenen, opdat wij verstandig, rechtvaardig en godvruchtig zouden leven in de tegenwoordige eon (tijdperk) …”
Titus 2:12-15
Degenen die barmhartigheid willen afzweren uit angst voor morele fouten zitten op een verkeerd spoor. Gezonde verkondiging is waar het om gaat. Een gezonde verkondiging is nooit gebouwd op ons werk, maar altijd op Gods werk. Dit is de focus die Paulus hier in Romeinen legt. We moeten Christus als ons fundament kiezen en dan kijken hoe we daarop kunnen bouwen (1Cor 3:10-15). Dit is geen eigen prestatie, dit is geen verdienste, maar het is het logische gevolg van Gods genade (Rom 1:1-5; Rom 1:16-17; Rom 12:1-2). Ons leven zal dan het antwoord op Gods genaden formuleren.
Hier is de kern: Gods gerechtigheid werd 100% bevredigd aan het kruis en daarom kan er 100% genade zijn. Al het andere is gewoon een kopie. Laten we er helemaal voor gaan. Laten we vertrouwen op Gods werk in Christus Jezus (Rom 3:24). Dit zal ons leven van de grond af aan vernieuwen.
“Ik zal mij verheugen en mij verblijden in uw barmhartigheid, dat Gij naar mijn benauwdheid hebt omgezien, dat Gij de verdrukkingen van mijn ziel hebt gekend, dat Gij mij niet in de hand van de vijand hebt overgeleverd, maar mijn voeten op brede plaatsen hebt gezet.”
Psalm 31:8-9