Van jezelf houden, klinkt helaas zo onchristelijk. Sommigen zijn fel gekant tegen deze verklaring. Men heeft teveel geïnternaliseerd dat het alleen om de anderen gaat en nooit om zichzelf. Dat is natuurlijk onzin. “Hou van jezelf” is geen slogan, geen reclameslogan. Het is een noodzaak. We zijn de hoofdrolspelers in ons eigen leven. Iedereen moet ook de kans krijgen om van zichzelf te houden. Daar gaat dit artikel over. Helaas is het vaak niet zo eenvoudig. Gebrek aan zelfliefde kan de oorzaak zijn van onnoemelijk veel leed in relaties. Het gaat over zelfacceptatie, moed om het leven onder ogen te zien, levensvreugde en uiteindelijk ook over de vraag of wij als mensen ook bevrijd zijn in het geloof.

Hou van jezelf

Misschien is het wel het moeilijkst om van jezelf te houden. God houdt van ons – geen probleem! We houden van onze kinderen, onze partners, misschien goede vrienden, we houden van ouders, allemaal op hun eigen en speciale manier. Van anderen houden – geen probleem! Velen doen dat. Maar er is er één of één die vervaagt: Jezelf.

Het is niet mogelijk om van anderen te houden maar niet van jezelf. Het lijkt alsof het werkt, dat je ervan kunt houden, maar het is als een verstoppertje spelen met je eigen pijn. Daarom wordt liefde gegeven, maar in afwachting van verlossing door de ander. Zulke liefde zal uitgeput raken. Het heeft geen transformerend effect, maar veroorzaakt afhankelijkheid. Dit soort passie creëert lijden. De partner wordt geïnstrumentaliseerd om pijn te bestrijden, gebruikt als een bron om de eigen pijn te verzachten. Dit is geen bevredigende soort relatie en dat kan het ook niet worden.

De centrale vraag is: Kan ik van mezelf houden zoals ik ben, met al mijn gebreken en pluspunten, met al mijn angsten en vreugden, met mijn mislukkingen en de mislukkingen van anderen ten opzichte van mij? Kan ik alle vrome gemeenplaatsen achter me laten en eerlijk naar mijn leven, mezelf en mijn angsten en hoop kijken, ze aanpakken en transformeren door liefdevolle betrokkenheid?

Misleiding

Wie zichzelf niet liefheeft, lijdt. Anderen kunnen deze vermeende kloof, de pijn, de vermeende minderwaardigheid, het niet kunnen voldoen, de pijnlijke onvolmaaktheid van het eigen bestaan niet wegnemen. Degenen die niet van zichzelf houden kunnen geen gelijkwaardige en bevredigende relaties aangaan, kiezen steeds weer de verkeerde relaties, herhalen de oude patronen, spreken van een “verspilde arbeid van liefde” of trekken zich terug in relatieloosheid.

Als we onze angsten of hoop projecteren op een ander, dan veroorzaken we slechts een misleiding. Relaties worden geleefd in de hoop dat de ander me zal genezen, me zal ontmoeten, me zal aanraken, me zal bevrijden, me zal redden. Dit werkt echter niet. Ik moet verantwoordelijkheid nemen voor mijn eigen leven en voor mijn eigen gevoelens. Alleen als ik werkelijk vrij ben, kan ik de vervullende tegenhanger in deze vrijheid waarnemen en erop reageren. Alleen als ik echt vrij ben, kan ik zowel mijn menselijkheid als mijn geloof in deze wereld uitleven.

Ben ik klaar om mezelf waar te nemen, om mijn eigen weg te gaan met mezelf zonder bedrog? Durf ik te stoppen en voor mijn eigen behoeften te zorgen, om mezelf te laten transformeren, om een nieuw perspectief te krijgen? Kan ik mijn angsten en fouten ook aan mijn partner en vrienden vertellen als dat nodig en nuttig is? Kan ik mezelf onderscheiden? Ben ik merkbaar, voor mezelf, voor anderen?

De weg terugvinden naar jezelf is geen luxe, maar een noodzaak. Je kunt op de vlucht blijven of naar jezelf kijken, jezelf opnieuw ontmoeten, je eigen angsten opnieuw in de ogen kijken, jezelf laten transformeren, opnieuw beginnen.

God is liefde

Johannes schrijft: “God is liefde” (1Joh 4:16). Dit is een van de centrale uitspraken van de Bijbel. Evenzo wordt er getuigd dat God de wereld liefheeft (en niet slechts een paar op de wereld, Joh 3:16). Paulus schrijft aan de kerk dat God ons “in liefde voor zichzelf heeft voorbestemd” (Ef 1,5). Als we iets over God kunnen weten, dan is het wel dat Zijn essentie liefde is. Deze boodschap is verbluffend en bevrijdend. Het is deze liefde (Gr. agape) die onzelfzuchtig liefheeft, zonder voorbehoud. Het is noch een vrome wens noch een dienst die we moeten compenseren met een prestatie, noch is het een loze claim. Gods liefde wordt gegeven omdat dit overeenkomt met Zijn natuur.

Wat er ook gebeurt, in ons leven en in deze wereld, met alles wat er ook geschreven staat over Gods handelen, dat gebeurt vanuit deze liefde. Daarom wordt er ook gezegd dat God het universum heeft geschapen in de Zoon van Zijn liefde en het door Hem in stand houdt (Kol 1:13-17). Liefde is het dragende element in deze wereld, ook al is dat niet altijd meteen zichtbaar. De liefde van God heeft een doel voor ogen, werkt ergens naartoe. Deze liefde werkt op tijd. Hieruit kan vertrouwen voortkomen.

Paulus brengt het vreugdevolle vertrouwen ter zake:

“Wat zal ons scheiden van de liefde van God, die in Christus Jezus is? … Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch boodschappers, noch overheden, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch machten, noch hoogte, noch diepte, noch enige andere schepping ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die is in Christus Jezus, onze Heer.”
Rom 8:35-39

Maar zo eenvoudig is het niet

Maar… Is dat nu niet een beetje vaag, die liefde voor God? Steeds weer krijg ik de indruk dat veel gelovigen iets met de liefde voor God bedekken waar men eigenlijk zou moeten kijken. Hoewel de liefde van God waar is en een groot goed, mag het niet gebruikt worden als excuus om problemen in het echte leven uit de weg te gaan.

Dus als ik het alleen maar over Gods liefde heb, dan gaat er iets anders verloren, namelijk de verwijzing naar het eigen leven en naar de eigen levensvragen. Johannes schrijft: “God is liefde”. Maar er gaat nog iets anders aan vooraf:

“Wie niet liefheeft, heeft God niet gekend, want God is liefde.”
1Joh 4,8

Wie zichzelf niet liefheeft, heeft God niet gekend. Wie houdt er niet van! Alleen zij die liefhebben zien en staan op één lijn met Gods aard en werk. Zo schrijft Paulus dat alleen “geloof dat door liefde werkt, tot alles in staat is” (Gal 5:6). Liefde wordt altijd een activiteit. Liefde moet werken omdat dat de essentie van liefde is.

Hierdoor herkent men Gods werk en ook het bevrijde leven dat geliefd is. Het gaat om onvoorwaardelijk, holistisch liefhebben zonder verwachtingen. Als we niet liefhebben, is er iets mis. Dan moeten we kijken.

Niet alles in het leven is vroom en kan alleen in Bijbelteksten worden verpakt. Er is een gezonde hoeveelheid kennis nodig, maar niet alleen kennis van de Bijbel. Het vereist ook zelfkennis en openheid voor het leven. We hebben levenskwesties die zo dringend zijn dat ze het verdienen om het hoofdonderwerp te worden – totdat we ze hebben opgelost. Verstoppertje spelen achter Bijbelteksten of vroom zelfbedrog horen daar niet thuis. Wie wil liefhebben heeft een luisterend oor nodig, een ziend oog (Spr 20:12) en een ruim hart (2 Kor 6:11-13).

Pas dan begint het.

Naar het beeld van God

De mens is geschapen “naar het beeld van God” (Gen 1:27; Jas 3:9). Van Jezus wordt gezegd dat Hij het beeld is van de onzichtbare God (Kol 1:15 vgl. 2 Kor 4:4). De Zoon is ook “de uitstraling van zijn heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen” (Heb 1:2).

Ga ik te ver als ik nu de essentie van God, deze liefde voor God, ook erken als een functie of eigenschap van de mens? Zijn we niet ontworpen voor Gods liefde? Willen we zelf niet op een heel echte manier geliefd zijn? En omgekeerd, is onze drang om te leven er niet ook op gericht om van onszelf te houden? Misschien is deze liefde niet altijd tastbaar, misschien wordt onze behoefte aan liefde niet bevredigd, maar herkennen we de behoefte als deel van ons zelf, onze menselijkheid?

Heb uw naaste lief als uzelf

Welke nuttige gedachten vind je in de Bijbel? Al in de boeken van Mozes staat “Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf” (3Mo 19,18). Maar ik kan niet van mijn naaste houden, inclusief mijn partner, mijn kinderen, mijn vrienden en wie dan ook, als ik niet van mezelf kan houden.

In het Nieuwe Testament wordt dit idee weer opgepakt. Een Jood uit de groep van de Farizeeën vroeg Jezus eens:

“Leraar, wat is het grote gebod in de wet?” Maar Hij antwoordde hem: “Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grote en eerste gebod. Maar het tweede gebod lijkt erop: heb uw naaste lief als uzelf! Aan deze twee geboden hangt de hele wet en de profeten.”
Mt 22:36-40, vgl. Deut 6:5 en Deut 19:18.

De apostel Paulus schrijft op dezelfde manier:

“Want de hele wet is vervuld in één woord: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf!”
Gal 5:14

Je zult … anderen liefhebben als jezelf! Voilà! Daar hebben we het, ondubbelzinnig en duidelijk. Daar is gezonde zelfliefde voor nodig. Dit betekent geen narcisme en kaal egoïsme, maar een acceptatie van de eigen menselijkheid.

Heb uw naaste lief, hij is als u

In het Oude Testament, de Joodse Tenach, staat:

“Gij zult u niet wreken, noch wrok koesteren tegen de kinderen van uw volk, en gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Ik ben de HEER.”
Exodus 19:18 (Elberfelder)

Dit is waar het gebruik in het Nieuwe Testament naar verwijst. Een paar verzen verder wordt dit op dezelfde manier herhaald:

“Als een inwoner onder u, zo zal de vreemdeling voor u zijn, die bij u woont als een vreemdeling; gij zult hem liefhebben als uzelf. Want vreemdelingen waart gij in het land Egypte. Ik ben de HEER, uw God.”
Exodus 19:34 (Elberfelder)

Dit hoofdstuk gaat eerst over de buren, later over de “vreemdelingen”, “hij die als vreemdeling bij u woont”. Het zijn dus geen onbekende, verre mensen, maar vreemdelingen die onder de Israëlieten woonden. Dit is belangrijk omdat het over een praktische regeling gaat, niet over een theoretische verhandeling. Het derde boek van Mozes is niet onrealistisch, maar weerspiegelt de realiteit van Israël in die tijd. Er waren mensen die onder de mensen leefden als vreemdelingen, als “niet-Israëlieten”. Deze moeten “geliefd zijn als zichzelf”.

Martin Buber vertaalt hier nauwer naar het Hebreeuws:

“Heb je kameraad lief als jezelf, hij is als jij” (3Mo 19,18).
“De vreemdeling die bij u verblijft, houd hem dierbaar, hij is als jij (Deut. 19:34).

In beide gevallen wordt erop gewezen dat de Ander die naast je woont, of die onder ons woont, gelijk is aan ons. Hij is net als wij. De toespraak komt natuurlijk uit de Joodse context. Daar wordt het uitgesproken. Dat is waar het begint. Dit komt overeen met een gezonde interpretatie: alleen als men de eigen context serieus neemt, de buren daar serieus neemt, kan het principe worden uitgebreid, verbreed.

De volgende is hetzelfde als wij. Hij is net als wij. Een gedetailleerde verklaring vanuit Joods perspectief kun je hier lezen:

  • Kamocha! Hij is zoals jij (Jüdische Allgemeine, 26.05.2020)

Ja tegen jezelf zeggen

Waar kunnen we aan denken? Misschien dingen zoals dit: Jezelf accepteren zoals je bent. Realiseer je dat je niet alleen op de weg bent. Bescheidenheid en realiteitszin. Verantwoordelijkheid nemen voor je eigen leven, zonder afleidingsmanoeuvres of verstoppertje spelen. Kunnen we liefdevol en genadig zijn voor onszelf? Waarachtigheid uitleven is de zorg. Mens zijn, maar ook in staat zijn om in de genade van God te staan. Blijf niet stilstaan bij het verleden. Afscheid nemen als iets niet doorgaat. Sta alleen. Jezelf kunnen afzonderen, voorzichtig zijn met jezelf.

Van jezelf houden is niet in een vacuüm, het is “heb je naaste lief als jezelf”. Dit is een tweerichtingsactiviteit. Beide partijen zijn er evenveel bij betrokken, de tegenpartij en ikzelf. Je naaste liefhebben staat op hetzelfde niveau als van jezelf houden. Er is een wisselwerking. In de regel is het niet statisch, maar levend. Liefhebben is een activiteit, een aansporing van het hart. Net zoals Paulus misschien elders schrijft: “Want de liefde van Christus dringt ons” (2Cor 5:14). Dat is waar hij actie onderneemt. Er gebeurt iets, omdat het geliefd en geleefd wordt.

In de brief aan de Efeziërs staan verschillende gebeden van Paulus. In hoofdstuk 3 bidt hij dat God

“Moge het u gegeven worden – naar de rijkdom van zijn heerlijkheid – om door zijn Geest in kracht standvastig te worden in de inwendige mens, zodat Christus door het geloof ten volle in uw harten woont en u, geworteld en gegrond in de liefde, sterk wordt om met alle heiligen te bevatten wat de breedte en lengte en diepte en hoogte is (om ook de liefde van de Christus te kennen die alle kennis te boven gaat), opdat u voltooid wordt tot de volkomen volmaaktheid van God.”
Ef 3:14-19

Paulus richt zich met deze woorden op een voltooiing van de gelovigen. Dit vult aan wat nog ontbreekt. Hij raakt “vol”. Dit gebeurt, zoals de apostel het hier beschrijft, vanwege concrete liefde. Hij spreekt over de liefde van Christus die naar dit doel toewerkt. Eén inzicht dat we met ons mee kunnen nemen is dit: We kunnen en mogen geworteld en gegrondvest zijn in liefde. Daar ligt de verdere ontwikkeling. Herken ik het doel van God? Zie ik volgens het woord van Paulus dat ieder van ons, dat ikzelf inbegrepen ben in dit doel? Voltooiing van God, wordt het genoemd, die in ons gestalte wil krijgen.

Durf nu te doen wat God al heel lang doet: van je houden.

“Heb jezelf lief” en laat God klaar zijn met jou en mij en met deze wereld. Houd van jezelf, want alleen dat is de erkenning van Gods liefde. De basis was gelegd. Durf nu te doen wat God al heel lang doet: van je houden.

Onchristelijk of origineel christelijk?

Aan het einde van deze bijdrage hoop ik dat één ding duidelijk is geworden: van jezelf houden is niet onchristelijk, maar oorspronkelijk christelijk. Het is een voorwaarde voor een gezond geloof. Als je nog niet op die plek bent, kan daar aan gewerkt worden. Troost je – bijna alle mensen voelen zich zo. We zijn bezig met een proces dat ondersteund wordt door Gods liefde en genade en bekroond wordt door vrede.