Als het doel van God nooit een probleem is

Met de vraag of God een doel heeft, kun je uitstekende verwarring zaaien. Niet dat dit ooit een doel zou moeten zijn. Ik heb echter ontelbare keren gemerkt dat deze vraag verbazing, zo niet verbijstering teweegbrengt. Men had hier nog nooit over nagedacht – zelfs niet als men al tientallen jaren in en uit een kerk of gemeente ging. Daar was de vraag naar Gods doel nooit aan de orde.

Als ik dit zie, ben ik zelf verbijsterd en verbaasd. Want geloof wordt beschreven als een relatie. Het lijkt erop dat veel mensen in deze relatie geen idee hebben van de gedachten en plannen van de grote ander. Iemand wil vertrouwd zijn met God, maar heeft geen idee naar welk doel hij toewerkt – als hij al een doel heeft. Dat is gewoon onvoorstelbaar.

In overeenstemming met deze indruk is het ook gemakkelijk om te zien dat de “christelijke cultuur” zoals we die vandaag de dag zien, vaak alleen maar gericht is op mensen. Er wordt over God gesproken, maar alleen in de zin dat we er zelf iets aan hebben. Het gaat over lofprijzing en dus over ons gevoel. Het gaat ook over aanbidding en dus over onze gemeenschap. Het gaat om mij, zelden om Hem, zelfs als sommigen zich in overdreven vroomheid buiten beeld manoeuvreren en “niets” meer willen zijn. Dat is ook een erg egoïstische gedachte.

Niets van dit alles is helemaal verkeerd. De bedoelingen zijn vaak uitstekend. Er ontbreekt gewoon iets. De gedachten van God ontbreken. Is er geen nieuwsgierigheid naar wat God zelf in gedachten heeft?

God leren kennen

Er gaat een speciale kracht van uit om de gedachten van God beter te leren kennen. Want Zijn gedachten zijn heel anders dan onze gedachten (1Cor 2,11). Hier is geen geheimzinnigheid of speciale verlichting voor nodig. Welnu, er is behoefte aan begrip en dat kunnen we Hem vragen, volgens het gebed van Paulus:

“Daarom is het ook dat ik – sinds ik hoor van het goede van het geloof dat tot u komt in de Heer Jezus (ook dat voor alle heiligen), dat ik niet ophoud voor u te danken en in mijn gebeden te vermelden dat de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid. u geestelijke wijsheid en geestelijke kennis van Zichzelf geven (nadat de ogen van uw hart verlicht zijn).”
Ef 1:15-18

Is dat niet geweldig? Paulus schrijft hier niet aan ongelovigen. Het is gericht op gelovigen – die geestelijke wijsheid en geestelijke kennis van God zelf nodig hebben, evenals verlichte ogen van het hart.

Voorbij de eigen horizon

Paulus schrijft dit gebed en vraagt om verlichte ogen van hart, zodat de gelovigen zich iets realiseren:

“…opdat gij moogt weten (1) wat de verwachting is van Zijn roeping, (2) wat de rijkdom is van de heerlijkheid van Zijn lot te midden van de heiligen, (3) wat de buitensporige grootheid is van Zijn kracht (voor ons die geloven).”
Ef 1:18

We moeten leren waar het pad naartoe leidt. Deze verwachting waar Paulus naar verwijst is zeker niet simpelweg een beeld van de hemel waar we op een wolk zitten en eindeloos op een harp spelen. Ik ben bang voor die gedachte. Paulus zegt dat ook niet.

Aandachtig lezen gaat niet alleen over iets herkennen, maar ook over iets waarnemen van het hier en nu. Er moet iets zichtbaar worden. Het gaat over de rijkdom van de heerlijkheid binnen de kerk of zoals hij schrijft “in het midden van de heiligen”. Het gaat dus om iets dat zichtbaar mag worden in de gemeenschap. Paulus schreef een beroemde brief aan een kerk (waarschijnlijk was het een rondbrief).

Als dit nog steeds te vaag voor je is, voegt de apostel eraan toe: “en wat is de buitengewone grootheid van zijn kracht (voor ons die geloven)”. Dit gaat over voelen in het hier en nu. Maar let op: dit gaat niet over ons. Wijzelf staan niet in het middelpunt, ook al is de kracht voor ons. God is geen tankstation waar we snel kracht tanken voor het leven van alledag en dan weer onze eigen weg gaan. Hoewel dit op andere manieren waar kan zijn, is de apostel hier met iets anders bezig.

Paulus heeft net gezegd dat hij voor ons bidt om God te kennen, om Hem te kennen. Het kan dus niet alleen gaan om troost voor onze eigen zwakheden. Zulke verlangens zijn begrijpelijk, maar Paulus heeft het over een andere dimensie. Dit gaat niet over ons, maar over iets dat God aan het doen is. We hebben daar een rol in, maar alleen in tweede instantie.

Paulus vestigt de aandacht op het feit dat het gaat over een horizon die ver voorbij onze eigen horizon ligt. De apostel spreekt over Gods horizon.

Christus als voorbeeld

Met Christus als voorbeeld legt Paulus nu uit hoe God te werk gaat en wat Hij van plan is te doen. Want deze kracht waarover Paulus zojuist schrijft is als volgt:

“[sie ist]… Naar de werkzaamheid van de kracht van zijn macht, die in Christus werkzaam was toen Hij Hem opwekte uit de doden en Hem aan zijn rechterhand zette in het midden van de bovenhemelse, verheven boven alle vorstendom en gezag, macht en heerschappij, ja boven elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze eon, maar ook in de toekomende eon.”
Ef 1:19-21

Het gaat om effectiviteit. Het hele voorbeeld laat zien hoe God werkt volgens de kracht van Zijn kracht. We zien deze effectiviteit in Christus, die door God uit de dood werd opgewekt. In Hem kunnen we zien waar Gods werk op gericht is. Niet alleen de opstanding moet genoemd worden – Hij kreeg ook een plaats aan de rechterhand van God in de hemel en in het midden van de bovenhemelse.

Wat hier gebeurt is niet zomaar een verhaal, maar de aanpassing voor de huidige tijd en voor de toekomstige tijd, de verandering van de toekomst bij uitstek. Christus krijgt een naam boven elke naam die in deze of de volgende aeon (tijdperk) wordt genoemd.

De kracht blijkt uit de effectiviteit van God die in Christus wordt getoond. We moeten God kennen en Zijn werk in Christus leren kennen.

Het doel van God

Als Paulus onze blik richt op Gods activiteit, dan is dat niet het einddoel. We moeten niet alleen naar God kijken. Hij laat verder zien: we moeten kijken naar wat God zal doen. We moeten Zijn werk en Zijn doel erkennen.

“Alle dingen onderwerpt Hij aan Hem, aan Zijn voeten; en Hem geeft Hij als Hoofd over alle dingen aan de geroepen Kerk, die Zijn Lichaam is, de voltooiing van Hem die het Al in allen voltooit.”
Ef 1:22-23

Deze twee verzen staan vol verwijzingen naar God en Christus. Als we dit proberen te verduidelijken, zou het er als volgt uit kunnen zien:

1. Hij maakt alles [Gott] ondergeschikt aan Hem [Christus], Hem [Christus] aan Zijn voeten;
2. en hem [Christus] geeft hij [Gott] als hoofd over allen
3. de geroepen gemeente, die Zijn [Christi] collectief lichaam is,

4. de [Körperschaft ist die] voltooiing van zijn [Christi],
5. de [Christus] maakt het universum in alles compleet”.
Ef 1:22-23

In 5 uitspraken vat Paulus samen wat we maar op heel weinig plaatsen in de Bijbel vinden. Het gaat over het doel van God en de manier om daar te komen. En dat heeft ook iets met ons te maken.

Allereerst schetst Paulus dat het God is die alles ondergeschikt maakt aan Christus. Omdat net eerder is gezegd dat Christus aan de rechterhand van God staat te midden van de bovenhemelse (wezens), gaat dit niet alleen over deze aarde, maar over alles in deze schepping. God legt het universum aan de voeten van Christus.

Vervolgens vermeldt Paulus dat God ook iets speciaals aan Christus (als Hoofd) heeft gegeven, namelijk de gemeente als zijn “collectieve lichaam” (vgl. 1Cor 12,13). Hij is het hoofd, wij zijn de rest van het lichaam. Deze beeldspraak vormt het begrip van de kerk vandaag de dag en doet dat al sinds de tijd van het Nieuwe Testament. Het is deze kerk die nu al zo’n 2000 jaar is uitgeroepen. Het gaat niet om denominaties, om bepaalde kerken of dogma’s, maar om deze mensen die God heeft geroepen. Met andere woorden, het is de roeping die ons bindt, niets anders.

Deze kerk is iets heel speciaals voor Christus. Paulus beschrijft dat deze kerk de “voltooiing” van Christus is. Het woord suggereert een “vol maken”. Een voltooiing is de toevoeging van wat nog ontbreekt. Zo past de kerk bij Christus. Christus werkt door de kerk, die zijn lichaam is. Alleen samen kan de taak worden volbracht. Laten we proberen ons dit rustig voor te stellen.

Maar waar zal dit lichaam voor zijn en waar zal deze verbinding voor zijn? Het verhaal is nog niet af! Er ligt nog steeds een taak voor Christus en de kerk. Maar Paulus komt hier pas in de laatste zin op. De Christus die door de kerk wordt voltooid, is degene die vervolgens alles in alle anderen voltooit. De voltooiing ervan maakt het mogelijk om een taak te vervullen tot aan de voltooiing van het universum. Wat nog ontbreekt is toegevoegd. Alles werkt dus samen naar het doel van God.

En wat is dit doel? Paulus vatte dit als volgt samen: God wil alles in allen worden (1Cor 15,28). Dit gebeurt niet automatisch. Maar het gebeurt zeker. Dit is het perspectief dat de apostel deelt in zijn brieven. Hiervoor is Christus de uitverkorene, en wij zijn met Hem. Wij zijn de voltooiing van Hem die het Al in alles voltooit.

God kennen

Paulus bidt voor de gemeente om God te leren kennen. Maar we kennen God in en door Christus. Maar dat niet alleen. God zelf geeft ons als gemeente aan Christus als voltooiing, zodat we onder Christus als Hoofd meehelpen Gods doel vorm te geven. Dit is een ongelooflijk vooruitzicht, dat Paulus in het volgende hoofdstuk weer oppakt. Daar staat het:

“Hij richt ons samen op en zet ons samen neer te midden van de bovenhemelsen in Christus Jezus, om de alomvattende rijkdom van zijn genade in goedheid jegens ons in Christus Jezus te tonen in de komende eonen.
Ef 2:5-7

Onze taak als collectief lichaam, als de kerk van Christus, zal zijn om Gods genade zo te tonen dat God zelf op een dag alles in allen zal zijn (1Cor 15:28).

Doelgericht leven

We kunnen doelgericht leven. We kunnen geïnspireerd worden door Gods doel. Door deze dingen voelen we Gods kracht. Hiervoor hebben we echter een visie nodig van het soort dat Paulus zojuist heeft geschetst. Of God een doel heeft, dat is geen kleinigheid, dat heeft alles te maken met jou en mij.

Als we de God van de Bijbel beter leren kennen, dan staat dit er allemaal in.

Het is het einde dat telt. Hier ontstaat de vooruitziendheid dat het heden voortleeft.