Zijn

Leven in geloof wordt gevormd door twee dingen: Wat we zijn en wat we worden. Wat we zijn is Gods werk, zoals ze zeggen:

“Want wij zijn Zijn handwerk, geschapen in Christus Jezus …”
Ef 2:10

Dit betreft onze positie tegenover Hem. Het is de rijkdom van genade waarin we staan, vanwege het kruis van Christus, Zijn dood en opstanding. Dat is de kern van het goede nieuws. God heeft dit teweeggebracht – en we ontvangen het gratis. Er is geen behoefte aan prestaties, geen verplichtingen, geen rituelen, geen supplementen. Het is heel duidelijk: wij zijn Zijn daad. Maar dan betekent het ook dat je verder moet gaan:

“Want wij zijn Zijn werk, in Christus Jezus geschapen tot goede werken, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.”
Ef 2:10

Er is een naadloze overgang van Gods werk naar ons doen. Maar dit is stressvrij, want Hij heeft alle goede werken al van tevoren voorbereid. Hier leren we dat onze schepping in Christus Jezus geen doel op zich was. Het werd eerder gedaan met een doel en voor een goed doel.

worden

We zijn “in Hem geschapen” met het oog op goede werken, die God voor ons heeft voorbereid om in te wandelen. Dus geen stress. Het is ook geen religieuze plicht; het is geen kwestie van onze positie tegenover God herstellen met goede werken. Het is eerder de taak waarvoor we (spiritueel) geschapen zijn. Het is het logische gevolg van onze roeping (Rom 12:1-2) dat we nu op zoek gaan naar de goede werken die God al voor ons heeft voorbereid. Als we deze herkennen, kunnen we erin wandelen. Dan leven we onze roeping.

Terwijl Paulus in de eerste drie hoofdstukken van Efeziërs de basis van het evangelie verduidelijkt, gaan de laatste drie hoofdstukken over de manier van leven die alleen daaruit kan voortkomen. Dit gaat over de goede werken die God van tevoren voorbereidt, zodat we erin kunnen wandelen. Dit zijn rijke hoofdstukken met veel praktisch advies. Voor de kerk ziet Paulus geen starre eisen, maar een ontwikkeling. Het gaat over “worden”, over groeien naar het doel waartoe we geroepen zijn.

“Laat alle bitterheid, toorn en boosheid, alle geraaskal en godslastering van u weggaan, en alle kwaad in het algemeen. Maar wees vriendelijk tegen elkaar en innerlijk welwillend, wees elkaar barmhartig, zoals God ook jou barmhartig is in Christus! Nu, als geliefde kinderen, word navolgers van God en wandel in liefde, zoals ook Christus u liefheeft en zichzelf voor ons heeft overgegeven als een offer en opoffering voor God, een geurig aroma.”
Ef 4,31 – 5,2

Laten we onszelf en anderen dit “worden” gunnen. Als we dit doen, leven we en getuigen we van Gods genade. Ruimte voor ontwikkeling is altijd ook leefruimte. Zo’n ruimte wordt ons hier gegeven. Paulus ziet dit in saamhorigheid. Maar wees vriendelijk voor elkaar, zegt hij, en innerlijk welwillend. Toon genade aan elkaar! Als we deze weg inslaan, zijn we navolgers van God.

Mijn geloof is een carrière – Word!
Dit betreft de beslissingen die ik vandaag neem.