In gesprekken over bijbelse onderwerpen ervaar ik regelmatig een bepaalde reactie. Deze reactie treedt vooral op bij controversiële onderwerpen. Deze omvatten bijvoorbeeld alverzoening, beschrijvingen van de hel, de Drie-eenheid, de vrije wil en dergelijke. Tegenwoordig kan ik dit soort reacties beter classificeren als een vorm van “whataboutism”.

Wat is whataboutisme?

Whataboutisme is een reactie. De term komt overeen met de Engelse zin “What about …?”. (“What about …?”). Whataboutism doet zich voor wanneer iemand een kritische uitspraak doet en de gesprekspartner niet reageert op wat er gezegd is, maar antwoordt met een tegenreactie. Soms is het geen directe tegenbeschuldiging, maar een andere bewering of retorische vraag (“Hoe zit het met …?”). Het is typisch dat de oorspronkelijke verklaring niet wordt beantwoord en het onderwerp in een compleet andere context wordt geplaatst die niets te maken heeft met de oorspronkelijke opmerking.

Op Wikipedia vind je de beschrijving:

“Whataboutism” (van Hoe zit het met …? “Hoe zit het met …?”, en -ism “-isme”) wordt vanuit logisch en argumentatief oogpunt geclassificeerd als een variant van het tu quoque-patroon (Latijn ‘jij ook’, term voor een tegenbeschuldiging), dat een subtype is van het ad hominem-argument. Whataboutism verwijst pejoratief naar een procedure waarbij een kritische vraag of argument niet wordt beantwoord of besproken, maar wordt beantwoord met een kritische tegenvraag.”
Wikipedia “Whataboutism

Whataboutism is een tactiek om af te leiden van een kritisch aspect. Het is een ontwijkende manoeuvre. Whataboutisme kan zeer manipulatief zijn en uit zich regelmatig in gedrag van vermeende superioriteit, waarop men reageert op de oorspronkelijke vraagsteller. In christelijke terminologie wordt dit “eigengerechtigheid” genoemd. In de transactionele analyse komt dit overeen met een ouder-kind kloof. Dit voorkomt een gelijkwaardige discussie gebaseerd op wederzijdse acceptatie en een wederzijds volwassen ego.

Whataboutism kan zich op veel gebieden in het leven manifesteren, maar ideologische opvattingen in het bijzonder lijken me erdoor beïnvloed te worden. Dit omvat vaak religieuze standpunten. Whataboutism is dan een mogelijke afleidingsmanoeuvre om ongemakkelijke vragen te vermijden.

Whataboutisme in de christelijke omgeving

Whataboutism is een interpersoonlijke reactie. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat we dit fenomeen ook onder christenen tegenkomen. Ik heb dit soort arrogantie en weigering om te praten vooral in twee typische situaties meegemaakt:

  1. Voor culturele kwesties
  2. Voor theologische vragen.

1. culturele aspecten

Als men kritische vragen stelt over de eigen gemeenschapscultuur in de gemeenschap, kan dit leiden tot de eerder genoemde vermijdingsstrategieën. Kritische vragen worden ontweken, vermeden en de vragensteller kan opzettelijk in diskrediet worden gebracht en worden aangeklaagd. “Whataboutism kan ook gebruikt worden om kritiek op de eigen standpunten of het eigen gedrag te negeren of te relativeren”(Wikipedia).

Een voorbeeld hiervan zijn de ideeën over “seks voor het huwelijk”. In evangelische kringen wordt dit vaak voorgesteld als een “zonde”, vaak met verstrekkende gevolgen voor iedereen die afwijkt van de “juiste mening”. Als je bijvoorbeeld vraagt om een bijbelse rechtvaardiging, zodat je eerst de argumenten leert kennen, heb ik vaak het antwoord meegemaakt: “maar dan komen we in Sodom en Gomorra terecht! Hier gebeuren twee dingen: Ten eerste wordt de vraag niet behandeld en ten tweede wordt de context veranderd alsof dit het antwoord op de vraag is. In werkelijkheid is dit duidelijk herkenbaar als een uitwijkmanoeuvre. De tactiek is een vorm van “whataboutism”.

2. theologische aspecten

Maar ik heb whataboutism het meest gezien in theologische discussies. Zonder uitzondering behandelden ze controversiële onderwerpen, zoals de alverzoening, de Drie-eenheid, de vrije wil, de doctrine van de hel en dergelijke. Dit zijn ideologisch en dogmatisch beladen kwesties die regelmatig leiden tot ontwijkende manoeuvres van de kant van voorstanders wanneer kritische vragen worden gesteld.

De procedure is typisch: neem een doctrine waarvoor een bepaald Bijbelvers wordt aangehaald. Als je dit Bijbelvers in de context en volgens de grondtekst bekijkt, verdwijnt het argument voor de doctrine vaak in het niets. Als men nu een terechte kritische vraag stelt over de gebruikelijke interpretatie van dit vers, wordt de vraag regelmatig niet beantwoord, maar beantwoord met een ander Bijbelvers. In dit geval is het geen wedervraag, maar een wedervraag. De tegenverklaring probeert af te leiden van de eigenlijke vraag en citeert een andere Bijbelpassage als “bewijs” voor de doctrine.

Deze reactie kan leiden tot een merkwaardige ontwikkeling van het argument, die ik “eilandhoppen” noem. Daarbij gaat de voorstander van de doctrine op geen enkel argument in, maar springt hij van de ene passage naar de andere in zijn weerlegging. Zelfs als men op elke bijbelse passage ingaat, lost dit niets op, omdat kritische vragen geen plaats mogen hebben. Het feit dat iemand een bepaald doctrineel kader door elkaar schudt, lijkt vaak onverdraaglijk. Als er geen uitweg wordt gevonden naar een nieuw standpunt, wordt de tactiek weer veranderd en wordt de vragensteller afgeschilderd als een “ketter”. Dit is de ultieme ontsnapping uit een confrontatie.

Omgaan met whataboutism

Als je merkt dat de andere persoon niet reageert op de eigenlijke vraag, maar neigt naar whataboutism, kun je proberen terug te keren naar de eigenlijke vraag. Als dit lukt, kan men proberen stap voor stap helderheid te krijgen. Dit betekent niet het overtuigen van dit of dat standpunt, maar eerder een gezamenlijke, onderzoekende en open discussie over het onderwerp. Als dit echter niet lukt, is het meestal zinloos om verder te discussiëren.

Het probleem met whataboutism als reactie ligt nooit in het onderwerp zelf, maar in het gevoel van de gesprekspartners. Degenen die hun aannames niet in twijfel willen trekken, voelen zich vaak bijzonder getriggerd als iemand deze aannames kritisch in twijfel trekt en dit ook op een begrijpelijke manier kan uitleggen. Dit leidt vervolgens tot een antwoord dat niet ingaat op de vraag, maar de vraagsteller in diskrediet probeert te brengen door middel van een wilde kruisverwijzing. Degenen die reageren met whataboutism op een vraag die serieus bedoeld is, drukken devaluatie uit. Het is de vlucht naar het vermijden van gesprekken, hoewel er wel een antwoord wordt gegeven. Het antwoord is bedoeld om de vraagsteller het zwijgen op te leggen. Je getriggerd voelen is echter een duidelijk teken dat de kwestie relevant is.

Verdieping

  • Heb je ooit vruchteloze discussies meegemaakt? Beschrijf zo’n discussie.
  • Ken je de term “whataboutism”?
  • Herken je de term “whataboutism” in leerstellige geschillen?
  • Wat zijn de kenmerken van een constructieve uitwisseling?
  • Welke vrijheid heb je om aan elkaar toe te geven?
  • Wordt whataboutism veroorzaakt door cognitieve dissonantie?